Mandaatregeling beheer openbaar ministerie 2012

Regeling van de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 3 augustus 2012, nr 287000, houdende verlening van ondermandaat en het doorgegeven van volmacht en machtiging ten aanzien van beheeraangelegenheden op het terrein van het openbaar ministerie aan het College van procureurs-generaal (Mandaatbesluit beheer openbaar ministerie 2012).

De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 42, eerste lid van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, artikel 3, tweede en derde lid van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 en artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die het beheer van het openbaar ministerie betreffen ondermandaat verleend aan het College van procureurs-generaal.

Artikel 2

Het College van procureurs-generaal wordt aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van bij het openbaar ministerie werkzame ambtenaren, niet zijnde rechterlijke ambtenaren.

Artikel 3

Het College van procureurs-generaal wordt aangewezen als bevoegd om het ondermandaat inzake het nemen van besluiten inzake financieel beheer en het nemen van rechtspositionele besluiten verder dan één hiërarchisch niveau door te geven.

Artikel 4

De Mandaatregeling beheer openbaar ministerie wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2011.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatbesluit beheer openbaar ministerie 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 augustus 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze: G.N. Roes, directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving.

TOELICHTING

Ingevolge artikel 42 van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 is de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving beheersverantwoordelijk voor het openbaar ministerie (OM). De Mandaatregeling beheer openbaar ministerie 2012 geeft daar mede invulling aan. In onderhavige regeling wordt aan het College van procureurs-generaal mandaat verleend ten aanzien van beheersaangelegenheden die het OM betreffen. Deze regeling komt in de plaats van de Mandaatregeling beheer openbaar ministerie van 9 november 2009. Onderhavige regeling bevat, in tegenstelling tot de regeling uit 2009, geen mandaatvoorbehouden meer. Deze zijn thans opgenomen in artikel 2 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012. Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 heeft deze regeling ook betrekking op de doorgifte van de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen te verrichten (volmacht en machtiging).

Artikel 1

Dit artikel bevat een algemeen ondermandaat van beheersaangelegenheden aan het College van procureurs-generaal. Zoals in het algemene deel van deze toelichting en in de toelichting bij artikel 2 is aangegeven, bestaan enkele uitzonderingen op dit algemene ondermandaat.

Artikel 2

Krachtens het onderhavige artikel wordt het College van procureurs-generaal aangewezen als hoofd van dienst ten aanzien van de bij het openbaar ministerie ressorterende functionarissen die geen rechterlijk ambtenaar zijn.

Ingevolge artikel 4 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012, worden besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger ter instemming voorgelegd aan het Centraal Loopbaanbeleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Dergelijke besluiten worden door tussenkomst van de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving aan het CLB voorgelegd.

Artikel 3

Het College van procureurs-generaal wordt in dit artikel aangewezen als bevoegd om hun ondermandaat terzake van besluiten ten aanzien van financieel beheer en het nemen van rechtspositionele besluiten verder dan één hiërarchisch niveau door te geven. Op grond van artikel 3, lid 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 wordt hiermee afgeweken van de regel dat ondermandaat slechts één hiërarchisch niveau kan worden doorgegeven. Dit is wenselijk vanwege de komst van geautomatiseerde financiële systemen en de verdere invoering van het digitale personeelsloket. Verwacht wordt dat gebruikmaking van deze mogelijkheid leidt tot meer transparantie en inperking van de hoeveelheid ondermandaten. Deze bepaling is opgenomen vanuit voorstaande, overwegend praktische overwegingen. Niet bedoeld is om met een regeling op grond van onderhavig artikel de bestaande hiërarchische structuur te doorkruisen.

Artikel 5

Voor het tijdstip van inwerkingtreding is aangesloten bij de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 en de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012.

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze: G.N. Roes, directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving.

Naar boven