Verordening tot wijziging van de Verordening op de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de NOvAA

Het bestuur van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten maakt, gelet op artikel 26, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, onderstaande verordening bekend, welke door de ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten op 28 juni 2012 is vastgesteld.

De ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten,

Gelet op artikel 23 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten;

Stelt de volgende verordening vast:

ARTIKEL I

De Verordening op de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de NOvAA wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

  • 1. De NOvAA wordt vertegenwoordigd door de voorzitter tezamen met een ander bestuurslid.

  • 2. Vertegenwoordigingshandelingen worden gedekt door bestuursbesluiten.

B

Artikel 2, 3 en 4 vervallen.

ARTIKEL II

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2012.

TOELICHTING

De Wet op de Accountants-Administratieconsulenten bepaalt thans dat de voorzitter de NOvAA in en buiten rechte vertegenwoordigt. De verordening beperkt die bevoegdheid door te eisen dat vertegenwoordigingshandelingen tezamen met een ander bestuurslid worden verricht. De Wet op het accountantsberoep zal bij inwerkingtreding echter bepalen dat het bestuur de NBA in en buiten rechte vertegenwoordigt.

Deze verordening wint daarom aan praktische betekenis als de Wet op het accountantsberoep in werking treedt. Op grond van deze verordening hoeft de NBA dan niet door het gezamenlijke bestuur te worden vertegenwoordigd, maar kan de voorzitter tezamen met een ander bestuurslid de NBA vertegenwoordigen.

Het nieuwe artikel 1 betreft alleen een redactionele aanpassing ten opzichte van het huidige artikel. Artikel 2 bevat thans een regeling voor de schorsing van een bestuurslid. Een dergelijke bepaling kent echter een beperkt praktisch belang en daarom wordt voorgesteld deze bepaling te laten vervallen. Artikel 3 kent aan het bestuur de bevoegdheid toe om volmachten te verlenen. Daarvoor is echter geen verordening nodig en dat artikel kan daarom ook vervallen. Ten slotte bepaalt artikel 4 dat standpunten van de NOvAA met betrekking tot belangrijke zaken die de beroepsuitoefening betreffen, door de ledenvergadering worden bepaald. Rekening houdend met hetgeen in het fusievoorstel is vastgelegd over consultatieprocedures, kent deze bepaling evenmin een beperkt praktisch belang. Daarom wordt voorgesteld om ook dit artikel te laten vervallen.

Naar boven