TOELICHTING
§ 1. Welzijnsvriendelijke kalvervloeren
Met deze regeling wordt de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 (hierna: de regeling) gewijzigd
door de introductie van een nieuwe steunmaatregel voor welzijnsvriendelijke vloeren
in de vleeskalverhouderij.
Op 20 november 2008 heeft de Raad van Ministers van de Europese Unie met het zogenaamde
Health Check-akkoord besloten tot aanpassingen van de verstrekking van inkomenssteun
op grond van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Een onderdeel hiervan is dat een
deel van het Nederlandse begrotingsmaximum voor rechtstreekse betalingen kan worden
ingezet voor sectoren met specifieke problemen (zogenaamde artikel 68 maatregelen).
Landbouwers kunnen nu al specifieke steun krijgen voor de steunmaatregelen van hoofdstuk
2a van de regeling. Dit hoofdstuk wordt met deze wijziging van de regeling aangevuld
met een paragraaf voor specifieke steun voor welzijnsvriendelijke kalvervloeren.
Deze steunmaatregel beoogt een bijdrage te leveren aan het stimuleren en realiseren
van welzijnsvriendelijke vloeren in de vleeskalverhouderij. Welzijnsvriendelijke kalvervloeren
zijn kalvervloeren die in vergelijking met het huidige gangbare vloertype beter zijn
voor het welzijn van het kalf. Daarbij gaat het om bijvoorbeeld ligcomfort en gladheid,
gezondheidstoestand van klauwen en gewrichten en om het gedrag en de algehele gezondheid
van de kalveren. Nevendoel is de vermindering van ammoniakuitstoot. Onder welzijnsvriendelijke
kalvervloeren worden in deze regeling verstaan: de bolle roostermat met luchtkamers
en de bolle massief rubberen duo-roostermat. In Bijlagen 8 en 8A van de regeling zijn
de specificaties per vloertype beschreven. Om het effect van deze vloeren op het dierenwelzijn
van de vleeskalveren te toetsen doet Wageningen UR Livestock Research (hierna: WLR)
grootschalig onderzoek naar de vloeren. De investeringskosten van de welzijnsvriendelijke
kalvervloeren zijn subsidiabel indien de vleeskalverhouder deelneemt aan een onderzoek
door WLR naar de prestaties van deze vloeren en de effecten op de kalveren.
In september 2009 is door WRL, in samenwerking met de gezamenlijke vleeskalversector,
een onderzoek gestart naar het effect van vloertype op welzijn, gezondheid en gedrag van
vleeskalveren. Dit onderzoek is gefinancierd door het ministerie van EL&I en het Productschap
Vee en Vlees (PVV). Ook de dierenbescherming is betrokken. Dit onderzoek kwam voort
uit een motie van Van der Vlies (SG) c.s. TK 28 286 nr 170 (februari 2008):
-
– Verzoekt de regering het voornemen om per 2009 rubberen matten verplicht te stellen
in stallen waar vleeskalveren anders dan op stro gehuisvest worden, op te schorten;
-
– Verzoekt de regering grootschalig praktijkonderzoek te faciliteren waarin alternatieve
vloertypen vergeleken worden op de effecten op loop- en ligcomfort, infectiedruk en
stalklimaat, dit onderzoek te koppelen aan de welzijnsmonitor voor vleeskalveren en
op basis van de resultaten een besluit te nemen over verplichte toepassing van rubberen
matten of andere vloertypen.
Onlangs is de eerste fase van het onderzoek afgerond en daaruit zijn twee vloertypen
naar voren gekomen als meest perspectiefvol voor rosékalveren en voor blankvleeskalveren.
Het onderzoek moet een duidelijk antwoord geven op de vraag in welke mate de welzijnsvriendelijke
kalvervloeren, in vergelijking met het huidige gangbare vloertype, beter is voor het
welzijn (gedrag en gezondheid) van vleeskalveren. Daarnaast moet het onderzoek duidelijk
inzicht geven in de effecten van de welzijnsvriendelijke kalvervloeren op emissie,
stalklimaat, en technische prestaties van vleeskalveren.
Maximaal 10 blankvleeskalverhouders en 10 rosévleeskalverhouders kunnen deelnemen
aan de steunmaatregel. Beoogd wordt in 2013 deze steunmaatregel opnieuw open te stellen.
De deelnemende afdelingen
Voor deelname aan deze steunmaatregel moet de vleeskalverhouder drie vergelijkbare
afdelingen ter beschikking hebben. In één afdeling komt de bolle roostermat met luchtkamers
te liggen, in de tweede afdeling komt de bolle massief rubberen duo-roostermat; in
de derde afdeling blijft de reeds liggende referentievloer in gebruik, zie artikel
41, onder b. Hiernaast kan een kalverhouder opteren om mee te doen met één of twee
demonstratieprojecten (hierna: demo). Er zijn twee demo´s. Een demo met vaarskalveren
en een demo met emissiereducerende flappen.
Demo vaarskalveren: in alle afdelingen die meedoen aan de regeling worden in principe
stierkalveren gehouden. Het is echter denkbaar dat een vloertype een ander effect
heeft op vaarskalveren dan op stierkalveren. Daarom zal op 1 bedrijf met rosévleeskalveren
en op 1 bedrijf met blankvleeskalveren de mogelijkheid worden geboden voor een demo
met vaarskalveren. Dat betekent dat een bedrijf dat hieraan mee wil doen 2 extra afdelingen
ter beschikking moet hebben. In deze afdelingen worden dan uitsluitend vaarskalveren
gezet, zie artikel 41, onder c.
Demo emissiereducerende flappen: de welzijnsvriendelijke vloeren worden in deze demo
voorzien van een extra afdichtende flap in de roosterspleet. Naar verwachting levert
dat een extra reductie van ammoniakemissie op. Op 2 bedrijven met rosévleeskalveren
en 2 bedrijven met blankvleeskalveren wordt de mogelijkheid geboden hieraan deel te
nemen. Dat betekent dat bedrijven die hieraan mee willen doen 2 extra afdelingen ter
beschikking moeten hebben. In deze afdelingen staan stierkalveren, zie artikel 41,
onder d. Op 1 rosébedrijf en op 1 blankvleesbedrijf worden emissiemetingen uitgevoerd
volgens een door TAC-Rav erkend meetprotocol. Bij alle afdelingen met emissiereducerende
flappen wordt gekeken naar mestdoorlaat en bevuiling van kalveren.
Te vergoeden bedragen
Bij deelname aan deze steunmaatregel krijgt de vleeskalverhouder 60% van de investeringskosten
exclusief BTW vergoed. De investeringskosten bestaan uit de aanschaf en het laten
plaatsen van de welzijnvriendelijke kalvervloeren (eventueel met emissiereducerende
flappen) en, wanneer de welzijnvriendelijke kalvervloeren niet op de bestaande roostervloer
bevestigd kunnen worden, de aanschaf en het laten plaatsen van nieuwe roostervloeren
of, waar mogelijk, het laten frezen van de bestaande roostervloeren. In onderstaande
tabel zijn de maximale investeringskosten weergegeven. Van deze maximale kosten wordt
60% vergoed.
|
|
Blank
|
|
Rosé
|
|
Blank
|
Rose
|
|
|
Rooster
|
Mat
|
Rooster
|
Mat
|
Totaal
|
Totaal
|
Basis
|
Bolle roostermat met luchtkamers
|
€ 45
|
€ 96
|
€ 31
|
€ 96
|
€ 141
|
€ 99
|
|
Bolle massief rubberen duo-roostermat
|
€ 55
|
€ 56
|
€ 31
|
€ 56
|
€ 111
|
€ 59
|
Totaal + emissie
|
Bolle roostermat met luchtkamers + emissieflappen
|
€ 45
|
€ 121
|
€ 31
|
€ 121
|
€ 166
|
€ 124
|
|
Bolle massief rubberen duo-roostermat + emissieflappen
|
€ 55
|
€ 64
|
€ 55
|
€ 64
|
€ 119
|
€ 119
|
X Noot
1Betreft de kosten voor het laten frezen.
Blankvlees
Bij afdelingen waarop blankvleeskalveren staan zal de standaard houten ondervloer
van circa 80 mm moeten worden vervangen door een bredere ondervloer van circa 110–120 mm.
Dit geldt voor zowel de bolle roostermat met luchtkamers als de bolle massief rubberen
duo-roostermat. Over deze nieuwe roostervloer wordt een toplaag aangebracht. In de
praktijk zullen de vloeren geïntegreerd, als één geheel, aangeleverd worden.
Rosévlees
Als standaard roostervloer voor afdelingen waar rosékalveren worden gehouden geldt
een betonnen roostervloer van 119 tot 130 mm. Over deze roostervloer wordt een toplaag
aangebracht. Bij zowel de bolle roostermat met luchtkamers als de bolle massief rubberen
duo-roostermat is mogelijk een aanpassing nodig van de spleetbreedte. Deze spleetbreedte
is nodig om inclusief toplaag voldoende mestdoorlaat over te houden.
Demonstratieafdelingen met vaarskalveren
Op de demonstratieafdelingen met vaarskalveren wordt alleen gekeken naar mestdoorlaat
en bevuiling van de kalveren. Voor de demo met vaarskalveren gelden de hierboven beschreven
vergoedingen.
Demonstratieafdelingen met emissiereducerende flappen
Bij afdelingen waarop blankvleeskalveren staan zal de standaard houten roostervloer
van circa 80 mm moeten worden vervangen door een bredere ondervloer van circa 110–120 mm.
Dit geldt voor zowel de bolle roostermat met luchtkamers als de bolle massief rubberen
duo-roostermat. In geval van de bolle roostermat met luchtkamers wordt over deze nieuwe
roostervloer een toplaag aangebracht met emissiereducerende flappen. In geval van
de bolle massief rubberen duo-mat worden de emissiereducerende flappen in de roostervloer
aangebracht.
In de praktijk zullen de vloeren geïntegreerd, als één geheel, aangeleverd worden.
De standaard roostervloer waarop rosékalveren worden gehouden volstaan in geval van
een bolle massief rubberen duo-roostermat met emissiereducerende flappen niet. In
dat geval moet het rooster geheel vervangen worden door een geïntegreerde vloer bestaande
uit een betonnen roostervloer met daarin aangebracht de emissiereducerende flappen
en overheen een toplaag.
De standaard roostervloer waarop rosékalveren worden gehouden volstaan in geval van
een bolle roostermat met luchtkamers over het algemeen wel (zie bijlage 8). Over de
betonnen standaard ondervloer wordt een toplaag met emissiereducerende flappen aangebracht.
Eventueel is extra freeswerk nodig.
Steunvoorwaarden
Voor deze steunmaatregel gelden een aantal steunvoorwaarden, te weten:
-
– De vleeskalverhouder en WLR moeten zich door ondertekening van de overeenkomst in
Bijlage 8B verplichten tot medewerking aan het onderzoek het welzijn van vleeskalveren
die op de in welzijnsvriendelijke kalvervloeren en de referentievloer staan;
-
– De vleeskalverhouder moet gedurende het onderzoek en ten behoeve van het onderzoek
3 afdelingen in gebruik houden, waarbij in elke afdeling ter grootte van de gehele
afdeling een andere vloer ligt, te weten de bolle roostermat met luchtkamers, de bolle
massief rubberen duo-roostermat en de referentievloer;
-
– De vleeskalverhouder die steun aanvraagt voor de Demo vaarskalveren moet gedurende
het onderzoek en ten behoeve van het onderzoek 5 afdelingen in gebruik houden, waarbij
in elke afdeling ter grootte van de gehele afdeling een andere vloer ligt, te weten
de bolle roostermat met luchtkamers, de bolle massief rubberen duo-roostermat, de
bolle roostermat met luchtkamers en de bolle massief rubberen duo-roostermat waar
vaarskalveren op staan en de referentievloer;
-
– De vleeskalverhouder die steun aanvraagt voor de Demo emissiereducerende flappen moet
-
– het onderzoek en ten behoeve van het onderzoek 5 afdelingen in gebruik houden, waarbij
in elke afdeling ter grootte van de gehele afdeling een andere vloer ligt, te weten
de bolle roostermat met luchtkamers, de bolle massief rubberen duo-roostermat, de
bolle roostermat met luchtkamers met emissiereducerende flappen, de bolle massief
rubberen duo-roostermat met emissiereducerende flappen en de referentievloer;
-
– De vleeskalverenhouder die steun aanvraagt voor de Demo vaarskalveren en de Demo emissiereducerende
flappen moet gedurende het onderzoek en ten behoeve van het onderzoek 7 afdelingen
in gebruik houden, waarbij in elke afdeling ter grootte van de gehele afdeling een
andere vloer ligt, te weten de bolle roostermat met luchtkamers, de bolle massief
rubberen duo-roostermat, de bolle roostermat met luchtkamers en bolle massief rubberen
duo-roostermat waar vaarskalveren op staan, de bolle roostermat met luchtkamers met
emissiereducerende flappen, 1 bolle massief rubberen duo-roostermat met emissiereducerende
flappen en de referentievloer;
-
– De referentievloer mag geen ernstige slijtageplekken hebben en alle roosters van de
referentievloer moeten egaal zijn;
-
– De deelnemende afdelingen moeten gedurende 3 opeenvolgende mestrondes in gebruik worden
gehouden;
-
– In de deelnemende afdelingen moeten minimaal 40 zwart bonte vleeskalveren worden gehouden;
-
– In de deelnemende afdelingen mogen alleen zwart bonte kalveren worden gehouden;
-
– In de deelnemende afdelingen mogen alleen stierkalveren worden gehouden, uitgezonderd
de afdelingen die onderdeel zijn van de Demo vaarzen;
-
– De vleeskalveren die in de deelnemende afdelingen worden gehouden moeten afkomstig
zijn uit Duitsland, België, Nederland of Luxemburg;
-
– De hoogte van het plafond of de nok van de stal moet overeenkomen met de hoogte als
opgenomen in de tabel in bijlage 8C;
-
– In de deelnemende afdelingen moeten vergelijkbare ventilatiesystemen en mestkelders
worden gebruikt;
-
– De deelnemende afdelingen moeten vergelijkbaar zijn in de verhouding tussen de oppervlakte
en het aantal kalveren dat er in gehouden wordt;
-
– De vleeskalverenhouder moet in het bezit zijn van de noodzakelijke vergunningen.
Sanctiebeleid
Deelname aan het onderzoek is binnen de doelstellingen van deze steunmaatregel een
essentiële steunvoorwaarde van artikel 41. Daarom wordt, indien vast komt te staan
dat de onderzoeksovereenkomst tussen vleeskalverhouder en WLR eerder dan na afloop
van het onderzoeksproject is ontbonden, geen steun verstrekt voor de welzijnsvriendelijke
kalvervloeren en worden eventuele reeds gedane betalingen teruggevorderd. De overige
steunvoorwaarden kunnen hersteld worden en zijn hierdoor minder essentieel. Daarom
wordt, indien vast komt te staan dat de vleeskalverhouder de overige steunvoorwaarden
niet heeft nageleefd een korting opgelegd van 3% per niet nageleefde steunvoorwaarde.
Rangschikking
Bij deze openstelling hebben deelnemers aan Fase 1 van het onderzoek van WLR voorrang
op de overige aanvragers. Voor de overige aanvragers geldt ‘wie eerst komt, wie eerst
maalt’, waarbij aanvragen die op de dezelfde dag worden ontvangen, worden beschouwd
op hetzelfde moment te zijn ontvangen. Over de aanvragen die op de dag worden ontvangen
dat het plafond van de regeling wordt overschreden, wordt geloot. Dat geldt ook voor
de demonstratieafdelingen.
Bedrijfsbezoek
Ten behoeve van het onderzoek naar het welzijn van de kalveren is het noodzakelijk
dat de bedrijven voldoen aan de steunvoorwaarden. Het gaat hierbij om vereisten die
niet administratief, maar uitsluitend ter plaatse te controleren zijn. Hierbij valt
te denken aan de eis van de minimale hokhoogte, de kwaliteit van de referentievloer,
de vergelijkbaarheid van de afdelingen of de klimaatgescheiden afdelingen.
Ook is het van belang dat een vleeskalverhouder vooraf goed weet wat hij kan verwachten
en zich realiseert waar hij aan begint. Daarom zal het vleeskalverbedrijf bezocht
worden door twee onderzoekers. Tijdens dat bezoek zullen de voorwaarden uit de regeling
gecontroleerd worden, wordt een loting gedaan om te bepalen welke welzijnsvriendelijke
vloer in welke afdeling komt te liggen en welke vloer de referentievloer zal zijn,
worden bij rosékalverhouders de betonnen roosters gecontroleerd worden op geschiktheid
voor de bolle roostermat met luchtkamers en zal de onderzoeksovereenkomst worden doorgesproken.
De onderzoekers werken in opdracht van een onafhankelijke expertcommissie. Deze expertcommissie
adviseert de staatssecretaris op basis van de aanmelding en het verslag van het bedrijfsbezoek
over het voldoen aan de subsidievoorwaarden door het bedrijf.
§ 2. Ontkoppeling aardappelzetmeel en verwerkingssteun gedroogde voedergewassen
De wijziging van Artikel I, onderdelen A, C, H, J en K, hebben betrekking op het verhogen
van de bedrijfstoeslag vanwege de afschaffing van enkele directe betalingen in 2012
(aardappelzetmeel en verwerkingssteun gedroogde voerdergewassen).
Door de wijziging van bijlage 9, punt 1, van de regeling wordt het individuele tarief
van de ontkoppeling van de aardappelzetmeelsector vastgesteld. Door deze wijzigingen
van artikel 15 en bijlage 9, punt 4, van de regeling wordt de berekening vastgesteld
waarmee de aanspraak op bedrijfstoeslag wordt vastgesteld voor landbouwers die in
het verleden voedergewassen hebben geproduceerd waarvoor een verwerker verwerkingssteun
voor gedroogde voedergewassen heeft ontvangen.
Landbouwers komen in aanmerking voor de betreffende steun vanaf 1 januari 2012. De
omvang van hun individuele aanspraken kon niet op dat moment worden vastgesteld omdat
nog niet alle relevante controles waren afgerond. Deze controles zijn inmiddels afgerond.
Het is daarom noodzakelijk om de wijzigingen met terugwerkende kracht vast te stellen.
§ 3. Administratieve lasten
Welzijnsvriendelijke kalvervloeren
Om in aanmerking te komen voor de steun voor welzijnsvriendelijke kalvervloeren dient
men een aanvraag tot steunverlening in. De gegevens die bij aanvraag tot steunverlening
worden gevraagd zijn beperkt. Een belangrijk onderdeel van de aanvraag is om te bepalen
of het bedrijf aan de voorwaarden van de regeling, en daarmee ook impliciet aan de
voorwaarden van het onderzoek, kan voldoen. De aanvrager dient dit te verklaren op
zijn steunverleningaanvraag.
De verwachting is dat maximaal 10 bedrijven in deze openstelling kunnen deelnemen,
binnen het budget van deze regeling. De bedrijven die hebben deelgenomen aan de eerste
fase van het onderzoek van de welzijnsvriendelijke kalvervloeren, en vervolgens de
hoogst gerangschikte bedrijven, krijgen een bedrijfsbezoek. Deze bedrijven sturen
na het bedrijfsbezoek het contract voor het onderzoek op naar DR. De verwachte administratieve
lasten voor de steunverleningaanvraag betreffen € 2.239.
Na de realisatie van de alternatieve kalvervloeren stuurt de aanvrager de betalingsaanvraag
in met de facturen en de betaalbewijzen. Indien een onderzoekscontract is ontbonden,
zal WRL dit melden aan DR. De administratieve lasten voor de betalingsaanvraag betreffen
€ 666.
Na realisatie van de kalvervloer dient het bedrijf gedurende drie mestrondes medewerking
te verlenen aan het onderzoek van de WRL. De lasten die uit dit onderzoek voortvloeien
zijn buiten de berekening van de administratieve lasten gehouden, de kalverhouders
zullen vanuit het onderzoek een compensatie krijgen voor de medewerking.
|
aantal
|
frequentie
|
tijd (uur)
|
uurtarief
|
bedrag
|
Subsidieverleningsaanvraag
|
|
|
|
|
|
lezen en aanvragen
|
40
|
1
|
0,75
|
€ 37
|
€ 1.110
|
bedrijfsbezoek
|
10
|
1
|
2
|
€ 37
|
€ 740
|
insturen documenten
|
10
|
1
|
0,25
|
€ 37
|
€ 93
|
bezwaar
|
2
|
1
|
4
|
€ 37
|
€ 296
|
Totaal subsidieverlening
|
|
|
|
|
€ 2.239
|
Betalingsaanvraag
|
|
|
|
|
|
lezen en aanvragen
|
10
|
1
|
0,5
|
€ 37
|
€ 185
|
bewijsstukken overleggen
|
10
|
1
|
0,5
|
€ 37
|
€ 185
|
controle (10%)
|
10
|
0,1
|
4
|
€ 37
|
€ 148
|
Bezwaar
|
10
|
0,1
|
4
|
€ 37
|
€ 148
|
Totaal betalingsaanvraag
|
|
|
|
|
€ 666
|
Op grond van bovenstaande gegevens bedragen de totale administratieve lasten € 2.905.
Het gemiddelde bedrag per aanvrager is € 290. Gerelateerd aan het steunbudget van
€ 875.000 bedragen de administratieve lasten 0,33%. Dit is lager dan de norm van het
Adviescollege Administratieve Lasten (ACTAL).
Ontkoppeling aardappelzetmeel en verwerkingssteun gedroogde voedergewassen
De wijzigingen ten aanzien van de ontkoppeling aardappelzetmeel en verwerkingssteun
gedroogde voedergewassen hebben geen gevolgen voor de reeds berekende administratieve
lasten van deze regeling.
§ 4. Vaste Verandermoment
Deze wijziging van de regeling ten aanzien van de welzijnsvriendelijke kalvervloeren
treedt in werking met ingang van 1 augustus 2012 dan wel, indien de Staatscourant
waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 augustus 2012, met ingang
van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Hiermee is de inwerkingtreding niet in overeenstemming met de uitgangspunten van de
vaste verandermomenten voor publicatie en inwerkingtreding van regelgeving. De uitbetaling
van steunaanvragen uit 2012 – en daarmee de bepaling van de hoogte van het sanctiebedrag
– dient overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EG) nr. 73/2009 vóór 30 juni 2013
afgerond te zijn. Daarom is in artikel 43, derde lid, geregeld dat de aanvraag tot
steunvaststelling uiterlijk op 28 februari 2013 dient te zijn ingediend. Om de vleeskalverhouder
voldoende tijd te geven de welzijnsvriendelijke kalvervloeren te realiseren is de
datum van inwerkingtreding voorzien op 1 augustus 2012. Hiermee is afwijking van de
uitgangspunten van de vaste verandermomenten voor inwerkingtreding van regelgeving
gerechtvaardigd. Dit is tevens de datum van publicatie van deze regeling. Om ervoor
te zorgen dat de hele vleeskalversector tijdig op de hoogte is van de openstelling
op 1 augustus 2012 en van de steunvoorwaarden is aan alle vleeskalverhouders een brief
gestuurd met uitleg over de steunmaatregel en is er een artikel geplaatst in het tijdschrift
De Kalverhouder van juni 2012.
§ 5. Notificatie onder Richtlijn 98/34/EG
De nieuwe steunmaatregel voor welzijnsvriendelijke vloeren is bij de Europese Commissie
genotificeerd onder Richtlijn 98/34/EG met nummer nummer 2012/0454/NL, omdat deze
financiële maatregel bepaalde eisen stelt aan de productie van de welzijnvriendelijke
kalvervloeren. De eisen zijn echter zodanig dat geen onderscheid wordt gemaakt naar
de lidstaat van herkomst van de vloeren. De eisen zijn derhalve niet discriminatoir.
De regeling bevat, behoudens de voor de dierenwelzijn noodzakelijke eisen, geen aanvullende
eisen aan de vloeren. De eisen gaan derhalve niet verder dan dat noodzakelijk is.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.