Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 19 juli 2012, nr. 283435, houdende wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten in verband met de uitvoering van Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU van de Commissie van 16 mei 2012 betreffende noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) te voorkomen (PbEU 2012, L 132)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU van de Commissie van 16 mei 2012 betreffende noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) te voorkomen (PbEU 2012, L 132), artikel 2, eerste lid, van de Plantenziektewet en artikel 14, aanhef en onderdeel d, van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 12j wordt in de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12k

  • 1. Onverminderd artikel 1 wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan onder:

    • a. schadelijk organisme: Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) of Epitrix tuberis (Gentner);

    • b. uitvoeringsbesluit 2012/270/EU: uitvoeringsbesluit 2012/270/EU van de Commissie van 16 mei 2012 betreffende noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) te voorkomen (PbEU 2012, L132).

  • 2. Het is verboden het schadelijke organisme in te voeren en binnen Nederland te verspreiden.

  • 3. Knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit derde landen waarvan bekend is dat het schadelijke organisme er voorkomt, mogen slechts in de Europese Unie worden binnengebracht als:

    • a. zij voldoen aan de specifieke invoervoorschriften van punt 1 van sectie 1 van bijlage I van uitvoeringsbesluit nr. 2012/270/EU en

    • b. zij, onverminderd de artikelen 12 en 12a, bij binnenkomst in de Europese Unie overeenkomstig punt 5 van sectie 1 van bijlage I van uitvoeringsbesluit nr. 2012/270/EU zijn geïnspecteerd.

  • 4. Knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit derde landen waarvan bekend is dat het schadelijke organisme er voorkomt en die zijn ingevoerd overeenkomstig het derde lid, mogen alleen binnen de Europese Unie worden vervoerd indien zij voldoen aan de voorwaarden van punt 3 van sectie 2 van bijlage I van uitvoeringsbesluit nr. 2012/270/EU.

  • 5. Knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit gebieden in de Europese Unie die overeenkomstig artikel 5 van uitvoeringsbesluit nr. 2012/270/EU zijn afgebakend, mogen alleen binnen de Europese Unie worden vervoerd als zij voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in punt 1 van sectie 2 van bijlage I van uitvoeringsbesluit nr. 2012/270/EU.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 oktober 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 juli 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en inhoud van de regeling

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan uitvoeringsbesluit nr. 20120/270/EU van de Commissie van 16 mei 2012 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) te voorkomen (PbEU 2012, L 132, hierna: het uitvoeringsbesluit). Daartoe wordt de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten gewijzigd. De tabel in onderdeel II van deze toelichting geeft een overzicht van de artikelen waarin het uitvoeringsbesluit wordt uitgevoerd.

Het uitvoeringsbesluit betreft maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Europese Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) (hierna: Epitrix) te voorkomen. Deze organismen kunnen schadelijke effecten veroorzaken bij met name knollen van Solanum tuberosum L. (hierna: aardappelknollen), waaronder pootaardappelen en overige aardappelen, en daarom mag Epitrix ingevolge artikel 1 van het uitvoeringsbesluit niet in de Europese Unie worden binnengebracht of verspreid.

In artikel 2, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit is bepaald dat aardappelknollen van oorsprong uit derde landen waar Epitrix voorkomt, alleen in de Europese Unie mogen worden binnengebracht als zij voldoen aan specifieke invoervoorschriften. Dit betekent dat de aardappelknollen vergezeld moeten gaan van een certificaat waarop verklaard is dat zij zijn geteeld in een ziektevrij gebied (vastgesteld door de nationale plantenziektenkundige dienst) of zijn gewassen of geschrobd zodanig dat er niet meer dan 0,1% grond aan vastzit. Verder moet het verpakkingsmateriaal waarin de aardappelknollen worden ingevoerd schoon zijn. Bij invoer in de Europese Unie moet ingevolge artikel 2, tweede lid, van het uitvoeringsbesluit worden geïnspecteerd of de aardappelknollen aan de gestelde invoervoorwaarden voldoen. Overigens geldt op grond van bijlage III, onderdelen 10 tot en met 12, van Richtlijn 2000/29/EG van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (hierna: Fytorichtlijn) een invoerverbod voor pootaardappelen uit derde landen, met uitzondering van Zwitserland, en voor overige aardappelen uit bepaalde derde landen. Momenteel komt Epitrix voor zover bekend in Zwitserland en in de hiervoor bedoelde andere derde landen niet voor; in de praktijk zal artikel 2, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit vooralsnog dan ook niet aan de orde zijn.

Daarnaast bevat artikel 3 van het uitvoeringsbesluit bepalingen voor vervoer binnen de Europese Unie van aardappelknollen van oorsprong uit een afgebakend gebied in de Europese Unie en van oorsprong uit derde landen waar Epitrix voorkomt. Aardappelknollen van oorsprong uit een afgebakend gebied moeten vergezeld gaan van een plantenpaspoort en geteeld zijn in een geregistreerde productieplaats. Verder moeten deze aardappelknollen zijn gewassen of geschrobd, zodat er niet meer dan 0,1% grond aan vastzit of zijn onderworpen aan een andere methode om hetzelfde resultaat te bereiken. Ook moet het verpakkingmateriaal waarin de knollen worden vervoerd schoon zijn. Voor aardappelknollen van oorsprong uit derde landen waar Epitrix voorkomt, geldt dat zij voorzien moeten zijn van een certificaat waaruit blijkt dat de aardappelknollen zijn geteeld in een ziektevrij gebied of zijn gewassen of geschrobd zodat er niet meer dan 0,1% grond aan vastzit (dan wel zijn onderwerpen aan een andere methode om hetzelfde resultaat te bereiken). Verder moet het certificaat de informatie omvatten dat de aardappelknollen bij een officieel onderzoek vóór de uitvoer vrij zijn bevonden van het schadelijke organisme en de symptomen daarvan en niet meer dan 0,1 % grond bevatten. Daarnaast moet het certificaat de informatie omvatten dat het verpakkingsmateriaal waarin de aardappelknollen worden ingevoerd schoon is.

Een afgebakend gebied, bestaande uit een besmette zone en een bufferzone, moet ingevolge artikel 5 van het uitvoeringsbesluit worden ingesteld als op grond van de resultaten van officieel onderzoek of ander bewijsmateriaal de aanwezigheid van Epitrix op het grondgebied van een lidstaat is bevestigd. Dit laatste is, voor zover bekend, in Nederland momenteel niet het geval, zodat er nu geen afgebakend gebied wordt ingesteld. Zodra de aanwezigheid van Epitrix in (een deel van) Nederland wordt bevestigd, zullen voor het betreffende gebied op grond van artikel 17 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen regels worden gesteld. De maatregelen die ingevolge artikel 5 van het uitvoeringsbesluit in een afgebakend gebied moeten worden genomen, omvatten tenminste maatregelen voor de uitroeiing of bestrijding van Epitrix, intensieve monitoring op aanwezigheid van Epitrix en toezicht op vervoer van aardappelknollen uit het afgebakende gebied.

Het betreft tijdelijke maatregelen die van toepassing zijn tot en met 30 september 2014 (artikel 7 van het uitvoeringsbesluit).

2. Administratieve, handhavings- en uitvoeringslasten

Het regeldrukeffect van deze regeling is in de praktijk nihil. Er ontstaat een paspoortplicht voor vervoer binnen de Europese Unie van overige aardappelen (anders dan pootaardappelen) van oorsprong uit derde landen waar Epitrix voorkomt (voor pootaardappelen geldt al een plantenpaspoortplicht). In de nulmeting naar administratieve lasten is voor het aanvragen en verkrijgen van 'basis'-plantenpaspoorten/certificaat een administratieve last van € 379,50 per bedrijf is vastgesteld. Daarnaast is voor het opnemen van gegevens in het plantenpaspoort 10 minuten gerekend, hetgeen overeenkomt met € 5,06 per keer. In de praktijk zal het regeldrukeffect echter nihil zijn, omdat er voor pootaardappelen afkomstig uit derde landen, met uitzondering van Zwitserland, en voor overige aardappelen uit bepaalde derde landen, op grond van bijlage III van de Fytorichtlijn een importverbod geldt. Bovendien komt Epitrix in Zwitserland en de hiervoor bedoelde andere derde landen voor zover bekend niet voor, zodat de plantenpaspoortplicht voor overige aardappelen afkomstig uit Zwitserland en de bedoelde andere derde landen in de praktijk niet aan de orde is.

Omdat in Nederland Epitrix voor zover bekend niet aanwezig is, is instelling van een afgebakend gebied en introductie van de de plantenpaspoortplicht voor in Nederland geteelde overige aardappelen (anders dan pootaardappelen) niet van toepassing. Verder zullen de toezichtlasten niet stijgen, omdat ook in de huidige situatie partijen bij invoer (voor zover toegestaan) worden gecontroleerd. De weging van alternatieven met minder gevolgen voor regeldruk is niet aan de orde, omdat deze regeling 1-op-1 uitvoering betreft van een EU-uitvoeringsbesluit.

3. Inwerkingtreding en vervallen van de regeling

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. In verband met de noodzaak van tijdige uitvoering van het uitvoeringsbesluit is inwerkingtreding van de regeling op zo kort mogelijke termijn aangewezen en wordt niet aangesloten bij een vast inwerkingtredingsmoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Dat beleid biedt de mogelijkheid om een uitzondering te maken indien Europese regelgeving daartoe aanleiding geeft.

Omdat artikel 7 van het uitvoeringsbesluit bepaalt dat het uitvoeringsbesluit van toepassing is tot en met 30 september 2014, voorziet artikel II in het vervallen van deze regeling ter implementatie van het uitvoeringsbesluit met ingang van 1 oktober 2014.

II. Transponeringstabel

Onderstaande transponeringstabel heeft betrekking op Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU van de Commissie van 16 mei 2012 betreffende noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) te voorkomen (PbEU 2012, L 132). In de tabel is in de rechterkolom aangegeven waar de in de linkerkolom vermelde artikelen van het uitvoeringsbesluit in nieuwe regelgeving zijn verwerkt.

Uitvoeringsbesluit nr. 2012/270/EU

Bepaling ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I van deze regeling (artikel 12k, tweede lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I van deze regeling (artikel 12k, derde lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Artikel I van deze regeling (artikel 12k, vierde en vijfde lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 4

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Artikel 5, eerste lid

Zodra dit het geval is, zal uitvoeringsregelgeving worden vastgesteld, maar momenteel is dit niet aan de orde (zie paragraaf 1 van de toelichting)

Artikel 5, tweede lid

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Artikel 6

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Artikel 7

Artikel II van deze regeling

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

Naar boven