Regeling van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 19 juli 2012, nr. minbuza-2012.15389,tot wijziging van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met betrekking tot het Standaardkader

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 2 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

De paragrafen 2 en 3 van Afdeling 4, worden vervangen door een nieuwe paragraaf 2, luidend:

Paragraaf 2. Overige subsidies MFS-thema’s

Artikel 4.8
  • 1. De minister kan voorts in afwijking van paragraaf 1 subsidie verlenen aan maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk die naar doelstelling, werkzaamheden en uitgavenpatroon geheel of in overwegende mate zijn gericht op structurele armoedebestrijding in de zin van artikel 4.1, voor activiteiten op het terrein van een of meer van de thema’s, genoemd in artikel 4.1, tweede lid.

  • 2. Deze afdeling is niet van toepassing op subsidies voor activiteiten op het terrein van een of meer van de thema’s, genoemd in artikel 4.1, tweede lid, verstrekt door een Nederlandse vertegenwoordiging namens de minister.

B

Toegevoegd wordt een nieuwe afdeling 6, luidend:

AFDELING 6. ONDERWIJS, ONDERZOEK

Paragraaf 1. Internationaal onderwijs en -onderzoek
Artikel 6.1

De minister kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die strekken tot of dienstig zijn aan de uitvoering van internationaal onderwijs en -onderzoek dat een bijdrage levert aan de ontwikkeling en uitvoering van het beleid van de minister op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking.

Paragraaf 2. Onderzoek
Artikel 6.2

De minister kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die strekken tot of dienstig zijn aan onderzoek en kennisontwikkeling, waarvan de uitkomsten effectief gebruikt kunnen worden voor het behalen van de Nederlandse doelstellingen van het buitenlands beleid op het terrein van armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling.

Paragraaf 3. Hoger onderwijs
Artikel 6.4

De minister kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die strekken tot of dienstig zijn aan:

  • a. verbetering van de kwaliteit van het hoger onderwijs;

  • b. institutionele versterking van instellingen voor hoger onderwijs of

  • c. het vergroten van de capaciteit en de kwaliteit van menselijke hulpbronnen, in ontwikkelingslanden.

Artikel 6.5

Met het oog op en binnen het raam van de doelstellingen, genoemd in artikel 6.4, komen voor subsidie in aanmerking activiteiten gericht op of ter bevordering van:

  • a. samenwerking tussen Nederlandse onderwijsinstellingen en onderwijsinstellingen in ontwikkelingslanden;

  • b. financiële ondersteuning van studerenden in of afkomstig uit ontwikkelingslanden of

  • c. kennisoverdracht, zoals het ontwikkelen en uitvoeren van cursussen, trainingen en stages.

C

In artikel 10.2, tweede lid, wordt ‘artikel 7, derde lid,’ vervangen door ‘artikel 7, tweede lid,’ en ‘de artikelen 4.12 tot en met 4.16’ door: de artikelen 4.5 en 4.6.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen.

TOELICHTING

Voor activiteiten die zijn gericht op structurele armoedebestrijding bevatten de artikelen 4.1 tot en met 4.7 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 een specifieke subsidiegrondslag, het Medefinancieringsstelsel (MFS). Artikel 4.8 biedt daarnaast de mogelijkheid om voor dergelijke activiteiten ook buiten het MFS subsidie te verlenen. Artikel 4.8 stelt als voorwaarden dat deze mogelijkheden uitsluitend kunnen worden benut indien:

  • Beleidsregels zijn vastgesteld en

  • Subsidieverlening plaatsvindt op grond van een subsidietender (‘toepassing van artikel 7.2 van het Subsidiebesluit’).

Beleidsregels voor de toepassing van artikel 4.8 zijn neergelegd in het standaardkader1. Het standaardkader bevat ‘algemene voorwaarden’ en bepaalt op zijn beurt dat het subsidieloket van artikel 4.8 pas open gaat indien voor de desbetreffende activiteiten specifieke beleidsregels zijn vastgesteld.

De ervaringen met de toepassing van het standaardkader geven aanleiding tot aanpassing van dat kader. Daarbij is onder meer gebleken dat in incidentele gevallen behoefte bestaat aan de mogelijkheid om ook zonder toepassing van een subsidietender subsidie te kunnen verlenen voor activiteiten gericht op structurele armoedebestrijding. In samenhang met aanpassing van het standaardkader – waarin als uitgangspunt wordt gehandhaafd dat subsidie op grond van een tender wordt verleend, maar waarin tevens de mogelijkheid tot ‘onderhandse’ subsidieverlening wordt geboden – wordt ook een wijziging in de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 verwerkt: in artikel 4.8 vervalt de tenderplicht. In samenhang daarmee vervalt tevens de verplichting om elke subsidie op grondslag van specifieke beleidsregels te verstrekken. Juist in incidentele gevallen is het niet altijd doelmatig om eerst beleidsregels vast te stellen alvorens tot subsidieverlening over te kunnen gaan.

Toepassing van artikel 4.8, eerste lid, is mogelijk voor subsidieverlening aan maatschappelijke organisaties.

In samenhang met deze wijziging wordt een separate grondslag voor de subsidiëring van onderwijs- en onderzoeksactiviteiten in de regeling opgenomen: dergelijke subsidies worden immers veelal verstrekt aan kennisinstellingen die, wat betreft de openbare instellingen, niet kunnen worden aangemerkt als ‘maatschappelijke organisatie’. Daar komt bij dat de hoofddoelstelling van deze organisaties gericht is op onderwijs en onderzoek, niet op ‘structurele armoedebestrijding’.

Onderdeel C strekt tot aanpassing van enkele inmiddels verouderde verwijzingen.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen.


X Noot
1

Besluit van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 1 december 2010, nr. DJZ/BR/0874-10, tot vaststelling van beleidsregels houdende algemene bepalingen voor subsidieverlening ten behoeve van activiteiten in het kader van ontwikkelingssamenwerking (Stcrt 2010, 19701).

Naar boven