Regeling van het Stimuleringsfonds voor de pers van 17 juli 2012, nr.  22288, tot vaststelling van een tijdelijke subsidieregeling regionale journalistieke samenwerking 2012

Het Stimuleringsfonds voor de pers,

Gelet op artikel 8.3, tweede lid, onder a, van de Mediawet 2008;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Te subsidiëren activiteiten en kosten

  • 1. Het Stimuleringsfonds kan ten behoeve van experimenten op het gebied van regionale journalistieke samenwerking in Nederland subsidie verstrekken voor activiteiten die voldoen aan de volgende eisen:

    • a. zij hebben betrekking op lokale of regionale journalistieke activiteiten;

    • b. zij hebben betrekking op de ontwikkeling en implementatie van nieuwe combinaties van of met bestaande regionale of lokale journalistieke producten;

    • c. zij hebben betrekking op nieuwe journalistieke modellen, platforms of bedrijfsmodellen.

  • 2. Voor subsidieverstrekking komen slechts kosten van de subsidieontvanger in aanmerking die rechtstreeks verband houden met de activiteiten waarvoor subsidie is verleend en die gemaakt zijn na de subsidieverlening.

  • 3. Voor subsidieverstrekking komen slechts de activiteiten voor subsidieverlening in aanmerking die betrekking hebben op de concept- en ontwikkelfase van het voorgenomen samenwerking;

  • 4. Het Stimuleringsfonds kan nadere richtlijnen omtrent de aard van de kosten vaststellen. Deze richtlijnen worden gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.stimuleringsfondspers.nl.

Artikel 2. Subsidieaanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door de voor de desbetreffende activiteiten verantwoordelijke rechtspersoon of rechtspersonen dan wel rechtspersoon of rechtspersonen in oprichting, die in Nederland actief is of zijn.

Artikel 3. Subsidieplafond

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is € 450.000 beschikbaar.

  • 2. Per aanvraag kan subsidie worden verstrekt voor ten hoogste een bedrag van € 150.000 en voor een periode van maximaal één jaar.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEAANVRAAG

Artikel 4. Subsidieaanvraag

  • 1. Subsidie wordt op aanvraag verleend.

  • 2. Een aanvraag wordt uitsluitend ingediend door middel van het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds www.stimuleringsfondspers.nl volgens de daarbij vermelde instructies, en omvat in ieder geval:

    • a. een activiteitenplan;

    • b. een begroting; en

    • c. informatie waaruit blijkt dat de aanvrager rechtspersoonlijkheid bezit.

  • 3. Het activiteitenplan beschrijft nauwkeurig de aard en omvang van voorgenomen activiteiten en het einddoel van het plan.

  • 4. De begroting heeft een duidelijke relatie met de activiteiten die worden uitgevoerd, waarbij de begrotingsposten aan de beschrijving van de uitvoering van de activiteiten gekoppeld zijn.

  • 5. Het Stimuleringsfonds bevestigt binnen een week de ontvangst van een aanvraag.

Artikel 5. Termijn indiening aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend vanaf 15 juli 2012 en voor 15 september 2012.

  • 2. Het Stimuleringsfonds beoordeelt binnen een week na indiening de volledigheid van de aanvraag. De subsidieaanvrager krijgt de gelegenheid om de aanvraag zo nodig aan te vullen. De sluitingstermijn voor het indienen van een aanvulling is 1 oktober 2012.

HOOFDSTUK 3. SUBSIDIEVERLENING

Artikel 6. Criteria verdeling bij subsidieverlening

  • 1. Het Stimuleringsfonds beslist gelijktijdig op de aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a. gerichtheid op journalistieke producten, diensten of werkwijzen die journalistieke functies vervullen of bestuderen op het gebied van nieuwsgaring, nieuwsduiding en opinievorming over de maatschappelijke actualiteit, mede in het belang van politieke meningsvorming;

    • b. een nieuwe vorm van samenwerking, dat wil zeggen dat door de te subsidiëren activiteiten combinaties worden gevormd van journalistieke partijen die nieuwe vormen verkennen van gezamenlijke journalistieke informatievoorziening en die passen binnen één van de in de toelichting bij deze regeling genoemde profielen.

  • 2. Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt het matchingprincipe toegepast, waarbij de subsidieaanvrager tenminste de helft van de totale kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd voor zijn rekening dient te nemen dan wel door derden laat meefinancieren.

  • 3. Als op grond van de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, de in aanmerking komende aanvragen leiden tot overschrijding van een subsidieplafond, kan het Stimuleringsfonds de hoogte van de subsidie bepalen naar rato van het aantal in aanmerking komende aanvragen en van de hoogte van aangevraagde subsidies.

Artikel 7. Beslissing subsidieverlening

  • 1. Het Stimuleringsfonds beslist binnen 12 weken na de sluitingstermijn bedoeld in artikel 5 lid 2, tegelijkertijd op de aanvragen die zijn ingediend.

  • 2. Subsidies ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

HOOFDSTUK 4. VERPLICHTINGEN SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 8. Medewerkings- en informatieplicht

  • 1. De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.

  • 2. De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.

  • 3. De subsidieontvanger werkt mee aan overleg over en presentatie en publicatie van tussentijdse en eindresultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten met als doel innovatieve projecten onder de aandacht te brengen waardoor deze ten gunste kunnen komen van andere partijen uit de sector.

HOOFDSTUK 5. SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 9. Aanvraag tot vaststelling

Binnen twee maanden na afloop van het project waarvoor subsidie is verleend, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in. De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

Artikel 10. Financieel verslag en accountantsverklaring

  • 1. Het financieel verslag gaat vergezeld van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarin deze verklaart dat de in het verslag opgenomen bedragen juist en volledig zijn.

  • 2. De controleverklaring bevat tevens een oordeel over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.

  • 3. Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag en de controleverklaring.

  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op subsidies waarvan het verleende subsidiebedrag € 50.000 of minder bedraagt.

  • 5. Het Stimuleringsfonds kan ten behoeve van de subsidievaststelling een door hem aan te wijzen accountant een onderzoek laten instellen naar de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie.

Artikel 11. Activiteitenverslag

  • 1. Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten, in het bijzonder: de mate waarin de samenwerking gerealiseerd is en de effecten daarvan voor het eigen bedrijf en voor andere journalistieke actoren in de perssector.

  • 2. De inrichting van het verslag komt overeen met de inrichting van het activiteitenplan.

  • 3. Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in het activiteitenplan, en de feitelijke realisatie.

  • 4. Het activiteitenverslag bevat daarnaast een voorstel voor de inrichting van de exploitatiefase van de samenwerking.

HOOFDSTUK 6. BETALING

Artikel 12. Betaling in gedeelten

Bij subsidieverlening wordt bij wijze van voorschot ten hoogste 50 procent van het verleende subsidiebedrag verstrekt.

HOOFDSTUK 7. SLOTBEPALINGEN

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14. Evaluatie

Binnen 13 weken na afloop van de datum, bedoeld in artikel 7, evalueert het Stimuleringsfonds de uitvoering van deze regeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de pers, G.W. Noomen.

TOELICHTING

Algemeen

De Tijdelijke subsidieregeling Regionale journalistieke samenwerking, die op basis van artikel 8.3 van de Mediawet 2008 ingevoerd wordt, is een uitwerking van het Adviesrapport 'De volgende editie' van de Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers uit 2009.

Via de regeling wordt geëxperimenteerd met het stimuleren van samenwerking tussen verschillende mediapartijen in de regio. De regeling staat open voor projecten die gericht zijn op vormen van samenwerking die als doel hebben de journalistieke infrastructuur in een regio te verbeteren. Deze projecten kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld gedrukte media, audiovisuele media, internetproducten, andere mobiele dragers, of combinaties daarvan. De regeling is uitdrukkelijk niet alleen bedoeld voor mediapartijen, maar ook voor partijen die publiceren niet als hoofddoel hebben, maar in combinatie mét journalistieke organisaties een journalistieke samenwerkingsvorm kunnen verrijken.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Met de hier genoemde activiteiten wordt invulling gegeven aan de aanbeveling van de Commissie Brinkman om een aantal speerpunten voor de toekenning en besteding van de middelen te benoemen, waaronder de expliciet door de Commissie Brinkman genoemde samenwerkingsprojecten in de regio.

Artikel 2

Naar analogie van subsidieverlening aan uitgevers van persorganen op grond van de Mediawet 2008, staat de regeling alleen open voor organisaties die rechtspersoonlijkheid hebben verkregen of uitzicht daarop hebben.

Artikel 6

De regeling staat open voor nieuwe vormen van regionale, journalistieke samenwerking die passen binnen één van de volgende door het Stimuleringsfonds voor de pers vastgestelde profielen:

  • Professional publishing

    Dit profiel mikt op geïntensiveerde samenwerking tussen de regionale dagbladen en de regionale omroep. Het is het scenario waarin het sterkst wordt vertrouwd op gevestigde, professionele media, die zich in samenwerking gaan heruitvinden voor continuïteit in een digitaal bestel. Uitdagingen zijn het opbouwen van voldoende wederzijds vertrouwen, de openstelling voor andere regionale informatieleveranciers en de harmonisatie van financieringsstromen. Stip aan de horizon (het termijndoel) is de realisatie van een enkele, volledig geïntegreerde, multimediale nieuwsorganisatie.

  • All together now

    In dit scenario gaan alle, in de regio aanwezige media-initiatieven samenwerken aan de realisatie van een gezamenlijk platform. Deze pilot speelt in op de realiteit dat in veel regio’s meerdere spelers bijdragen aan de informatievoorziening: gevestigde media zowel als nieuwe aanbieders, regionale en lokale spelers, professioneel en semiprofessioneel. Dat brengt ook de lokale omroepen in beeld, zowel als de ‘hyperlocals’ die alleen/vooral op internet actief zijn. Stip aan de horizon is het realiseren van een aanbiederneutraal regionaal platform, waar de informatieconsument snel zijn weg kan vinden.

  • We, the people

    Dit profiel verkent en organiseert de informatierol van al diegenen (bloggers, organisaties, bedrijven, overheden, kennisinstellingen) die publiceren niet als hoofddoel hebben en de manier waarop professionele media daar een podium voor kunnen bieden. De civil society aan het woord dus, die met de komst van digitale communicatie tal van mogelijkheden heeft en benut om rechtstreeks informatie te verspreiden en verwerven. Binnen dit geheel krijgen intermediairs zoals bibliotheken of kabelaars een rol bij het ordenen en ontsluiten van al die informatie, en verkennen de gevestigde media een nieuwe nadruk op platformorganisatie, contextverschaffing en kritische analyse.

  • No guts, no glory

    De digitalisering van onze samenleving is een complex en langjarig proces, een transformatie waarvan de effecten doorgaans alleen in retrospectief volledig zichtbaar worden. Dat impliceert veel ruimte voor plotselinge doorbraken, technologische innovaties die het speelveld radicaal kunnen veranderen. Met dit gegeven in het achterhoofd, willen we in het programma ook ruimte houden voor regionale samenwerkingsmodellen die nog niet kunnen worden gedestilleerd uit de nu zichtbare sectorontwikkelingen. Met lef als leidraad, kunnen mooie dingen ontstaan.

Artikel 8

Aangezien de te subsidiëren activiteiten vanuit publieke middelen worden gefinancierd, dienen de resultaten in principe ten goede te komen aan de persbedrijfstak in zijn geheel. In overleg met de aanvrager wordt een passende manier gevonden voor een te publiceren voortgangs- en eindrapportage van elk project waaruit anderen lering kunnen trekken.

Artikel 11

Naast de gebruikelijke verplichtingen ten aanzien van het activiteitenverslag dienen aanvragers na uitvoering van het project een uitgewerkt activiteitenplan aan te leveren waarin de exploitatiefase van de samenwerking is opgenomen. Dat plan zal als basis dienen voor een eventuele aanvraag voor een financiële bijdrage voor deze fase van de samenwerking in 2013. Het Stimuleringsfonds reserveert hiervoor in zijn begroting 2013 een bedrag van maximaal EUR 100.000 per project.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de pers, G.W. Noomen.

Naar boven