Besluit van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 13 juli 2012, nummer WBV 2012/15, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C24/16 Libië Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

(16) Het asielbeleid ten aanzien van Libië

1 Achtergrond

Deze landenparagraaf bevat het landgebonden asielbeleid voor Libië. Het landgebonden asielbeleid is een uitwerking van het algemene beleid van C1 tot en met C22 en kan niet worden gezien als een uitzonderingsregeling. De algemene wet- en regelgeving blijft steeds de basis voor de individuele beoordeling van een asielaanvraag.

De beleidsconclusies in deze landenparagraaf zijn mede gebaseerd op het algemeen ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken over de situatie in Libië.

2 Besluitmoratorium

Ten aanzien van asielzoekers uit Libië geldt geen besluit in de zin van artikel 43 Vw.

Op grond van het ambtsbericht van de Minister van BuZa wordt geconcludeerd dat de verandering van omstandigheden een voldoende ingrijpend en niet voorbijgaand karakter heeft. Er is immers een duidelijke regimewijziging in Libië met de dood van Gaddafi. Daarnaast is van belang dat uit het ambtsbericht blijkt dat er in het algemeen geen beperkingen voor Libiërs gelden om het land in en uit te reizen. Zaken waarbij een Libische asielzoeker eerder in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (vva-bep) wegens een vrees voor vervolging en/of risico op schending van artikel 3 EVRM van de zijde van het voormalige Gaddafi-regime en die nog geen verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd heeft, worden bijgevolg heroverwogen.

3 Groepen van personen die verhoogde aandacht vragen
3.1 Homoseksuelen

Uit het ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken blijkt dat het verrichten van homoseksuele handelingen een strafbaar feit is, waar tot vijf jaar gevangenisstraf op staat. Ten tijde van het regime van Gaddafi werd tegen het verrichten van homoseksuele handelingen daadwerkelijk strafvervolging ingezet. Daarnaast werd homoseksualiteit in de Libische samenleving doorgaans beschouwd als een schande voor de familie. Ook na val van Gaddafi lijkt de kans klein dat de Libische samenleving op korte termijn homoseksualiteit anders zal benaderen.

Kwetsbare minderheidsgroep

Homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders (LHBT) uit Libië worden aangemerkt als kwetsbare minderheidsgroep als bedoeld in C14/3.6.

4 Traumatabeleid

Het algemene beleid, zoals weergegeven in C2/4.2 is van toepassing.

5 Categoriale bescherming

Voor Libië geldt geen beleid van categoriale bescherming. Asielzoekers uit Libië komen dus niet op grond van artikel 29, eerste lid, onder d, Vw in aanmerking voor een verblijfsvergunning.

6 Verdere beleidsconclusies en aandachtspunten
6.1 Vlucht- en/of vestigingsalternatief

In die gevallen dat de vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt dat hij te vrezen heeft voor vervolging dan wel schending van artikel 3 EVRM in Libië wordt niet verlangd dat hij zich tot de Libische autoriteiten wendt voor bescherming.

Voorts is het algemene beleid, zoals weergegeven in C4/2.3 is van toepassing op asielaanvragen van personen afkomstig uit Libië.

6.2 Veilig land van herkomst

Libië wordt niet beschouwd als veilig land van herkomst.

6.3 Veilig derde land / land van eerder verblijf

Libië wordt niet beschouwd als veilig derde land.

6.4 Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Het beleid zoals neergelegd in C4/3.11.3 is van toepassing. Voor de procedure omtrent getuigen van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid wordt verwezen naar C11/3.1.

7 Opvangmogelijkheden Amv’s

Ten aanzien van Amv’s uit Libië kan niet op voorhand worden geconcludeerd dat adequate opvang aanwezig is. De aanwezigheid van adequate opvang dient per individueel geval te worden vastgesteld. Het algemene beleid is van toepassing. Bij de feitelijke terugkeer moet de toegang tot een concrete opvangplaats geregeld zijn, tenzij betrokkene zich zelfstandig kan handhaven.

8 Vertrekmoratorium

Ten aanzien van asielzoekers uit Libië geldt geen besluit in de zin van artikel 45, vierde lid, Vw.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 juli 2012

De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, namens deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

TOELICHTING

Algemeen

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft in mei 2012 een algemeen ambtsbericht over de situatie in Libië uitgebracht. Het ambtsbericht beslaat de periode van december 2010 tot en met april 2012. Het ambtsbericht heeft aanleiding gegeven tot enkele wijzigingen van het beleid (zie bijgevoegd WBV).

Voorts is het besluit- en vertrekmoratorium op 24 mei 2012 beëindigd.

De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, namens deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

Naar boven