Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2012, 15045 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2012, 15045 | Besluiten van algemene strekking |
Categorie: Strafvordering
Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. art. 130 lid 4 Wet RO
Afzender: College van procureurs-generaal
Adressaat: Hoofden van de parketten
Registratienummer: 2012R005
Datum vaststelling: 3-7-2012
Datum inwerkingtreding: 1-8-2012
Geldigheidsduur: 31-7-2016
Publicatie in Stcrt.: PM
Vervallen: Richtlijn voor strafvordering Telecommunicatiewet (2011R031), Aanwijzing kader voor strafvordering (2011A030)
Relevante beleidsregels OM: Aanwijzing Telecommunicatiewet (2012A014)
Wetsbepalingen: Telecommunicatiewet (Stb. 1998, 610), artt. 3.3, 10.1, 10.2, 10.5 t/m 10.7, 10.16, 20.3 en 20.4
Jurisprudentie: --
Bijlage(n): 5
Aan deze richtlijn is één basisdelict toegevoegd. Na basisdelict 2 is basisdelict 3 ingevoegd: het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten waarvoor naar hun aard geen vergunning kan worden verleend. (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid jo. art. 1, sub 1° WED). Dit betreft de zogeheten jammers, blokkeerzenders van onder meer mobiele telefonie en GPS-signalen.
Deze richtlijn ziet op delicten begaan door het overtreden van de Telecommunicatiewet (misdrijven en/of overtredingen). In de richtlijn wordt een aantal basisdelicten genoemd. Hieronder vallen de meeste strafbare feiten ingevolge de Telecommunicatiewet.
Voor zover het basisdelict een misdrijf – (doleus) en een overtredingsvariant (culpoos) kent, is bij het betreffende basisdelict een basispuntenaantal opgenomen dat betrekking heeft op de misdrijfvariant. In geval sprake is van een overtreding kan hiervan worden afgeweken door het puntenaantal naar beneden aan te passen. Indien het basisdelict alleen ziet op een overtreding speelt dit punt uiteraard geen rol.
Bijzondere wetten
Telecommunicatiewet (Tw) hoofdstukken 3 en 10
Wet op de economische delicten (WED)
In de onderhavige richtlijn voor strafvordering wordt gebruik gemaakt van het Polaris-puntensysteem, zoals beschreven in de Aanwijzing Kader voor strafvordering. Voor de waarde van één sanctiepunt wordt verwezen naar genoemde aanwijzing.
(1) Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om de omroepfrequenties tussen 88,0 MHz en 108,0 MHz, tussen de 174 MHz en de 230 MHz en tussen de 1452 MHz en de 1479.5 MHz te gebruiken, zonder vergunning ex art. 3.3, lid 1 Tw (etherpiraten)
(strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED)
(2) Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om andere frequentieruimte dan onder (1) genoemd te gebruiken, zonder vergunning of registratie ex art. 3.3, eerste lid, jo. 3.4 Tw (niet-etherpiraten)
(strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid jo. art. 1, sub 1° WED)
(3) Het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex art. 10.1 of 10.3 onderdeel a,b,c en e TW
(strafbaarstelling: art. 10.1, eerste lid jo. art. 1, sub 1° WED)
(4) Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat dat op een verkeerde frequentie werkt en/of een onjuist vermogen heeft
(strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED)
Deze richtlijn voor strafvordering is uitsluitend geldig ten aanzien van strafbare feiten gepleegd vanaf de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om omroepfrequenties tussen de 88,0 MHz en de 108,0 MHz, tussen de 174 MHz en de 230 MHz en tussen de 1452 MHz en de 1479.5 MHz te gebruiken, zonder vergunning ex art. 3.3, lid 1 Tw (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo. art. 1 sub 1° WED) (etherpiraten)
Dit delict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om omroepfrequenties tussen de 88,0 MHz en de 108,0 MHz, tussen de 174 MHz en de 230 MHz en tussen de 1452 MHz en de 1479.5 MHz te gebruiken, zonder vergunning ex art. 3.3, eerste lid Tw en heeft in hoofdzaak betrekking op etherpiraten. Onderscheid wordt gemaakt tussen lichte of zware overtredingen. Deze richtlijn dient voor de strafvordering van de lichte overtreding. De strafvordering van zware overtredingen valt hierbuiten en vergt maatwerk.
Aanwijzing kader voor strafvordering
50 punten (naast beslag)
Geen
Er is geen sprake van medeplegen +0%
Er is sprake van medeplegen +25%
Dader +0%
Medeplichtige –33%
Geen recidive +0%
1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie
1 maal binnen 2–5 jaar + 50%
Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden
Geen
Geen
Geen
Gezien de ernst van het feit is in beginsel een taakstraf geïndiceerd.
Bij afdoening middels een strafbeschikking dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.
In geval van dagvaarden dient altijd verbeurdverklaring gevorderd te worden.
Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om andere frequentieruimte dan omroepfrequenties onder (1) genoemd te gebruiken, zonder vergunning of registratie ex art. 3.3, eerste lid, jo. 3.4 Tw (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste en tweede lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED) (niet-etherpiraten)
Dit basisdelict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om andere frequentieruimte dan omroepfrequenties tussen de 88,0 MHz en de 108,0 MHz, tussen de 174 MHz en de 230 MHz en tussen de 1452 MHz en de 1479.5 MHz te gebruiken, zonder vergunning of registratie ex art. 3.3, eerste lid jo. 3.4 Tw. Het betreft hier bijvoorbeeld marifoons, mobilofoons of portofoons zonder dat de houder in het bezit is van een vergunning voor gebruik van frequentieruimte ex art. 3.3, eerste lid Tw, dan wel waarbij het (moedwillig) onjuist gebruik lijdt tot gevaarlijke situaties.
Aanwijzing kader voor strafvordering
15 punten
Geen
Er is geen sprake van medeplegen +0%
Er is sprake van medeplegen +25%
Dader +0%
Medeplichtige –33%
Geen recidive +0%
1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie
1 maal binnen 2–5 jaar + 50%
Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden
Geen
Geen
Geen
Bij afdoening middels een strafbeschikking dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.
In geval van dagvaarden dient altijd verbeurdverklaring gevorderd te worden.
Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten waarvoor naar hun aard geen vergunning kan worden verleend.
(strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid jo. art. 1, sub 1° WED (jammers)
art. 161sexies Sr (opzettelijk vernielen, beschadigen of storen van werk voor telecommunicatie)
art. 184 Sr (opzettelijk beletten, belemmeren of verijdelen van opsporingshandelingen))
Dit basisdelict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van jammers waarvan het gebruik en de handel te allen tijde illegaal is. Jammers zijn blokkeerzenders die GSM, UMTS of GPS signalen opzettelijk storen. Het is niet mogelijk een vergunning voor gebruik van frequentieruimte ex art. 3.3, eerste lid Tw te verkrijgen voor dergelijke apparaten.
Aanwijzing kader voor strafvordering
50 punten (naast beslag)
Geen
Er is geen sprake van medeplegen +0%
Er is sprake van medeplegen +25%
Dader +0%
Medeplichtige –33%
Geen recidive +0%
1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie
1 maal binnen 2–5 jaar + 50%
Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden
Geen
Gebruik van (een) jammer(s) om het plegen van een misdrijf te vergemakkelijken of om de opsporing van een misdrijf te verhinderen of te belemmeren (DV)
(DV) = dagvaarden
Geen
Bij afdoening middels een strafbeschikking wordt in beginsel een geldboete opgelegd en dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.
In geval van dagvaarden dient onttrekking aan het verkeer gevorderd te worden en in beginsel een taakstraf geëist te worden, of in het geval van een onderneming een geldboete.
Indien de omstandigheden van het delict daartoe aanleiding geven zal tevens gedacht kunnen worden aan toepassing van art. 140 Sr (deelneming aan een criminele organisatie); art. 74, lid 2, sub d Sr (ontnemingsschikking) en art. 36c Sr (ontnemingsvordering).
Het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex artt. 10.1 of 10.3 Tw (strafbaarstelling: art. 10.1, eerste lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED)
Dit basisdelict ziet op het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex art. 10.1 of 10.3 Tw. Dit verbod is gericht tot fabrikanten en importeurs. Zij dienen zich ervan te vergewissen dat de apparaten voldoen aan de voorschriften.
Aanwijzing kader voor strafvordering
15 punten
Particulieren + 0 pt
Bedrijven tot 10 werknemers + 25 pt
Bedrijven van 10 t/m 49 werknemers + 50 pt (DV)
Bedrijven van 50 of meer werknemers + 85 pt (DV)
DV = dagvaarden
Er is geen sprake van medeplegen +0%
Er is sprake van medeplegen +25%
Dader +0%
Medeplichtige –33%
Voltooid delict +0%
Poging tot plegen –33%
Geen recidive +0%
1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie
1 maal binnen 2–5 jaar + 50%
Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden
Geen
Geen
Geen
Bij afdoening middels een strafbeschikking wordt in beginsel een geldboete opgelegd en dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.
In geval van dagvaarden dient onttrekking aan het verkeer gevorderd te worden en in beginsel een geldboete geëist te worden.
Indien de omstandigheden van het delict daartoe aanleiding geven zal tevens gedacht kunnen worden aan toepassing van art. 140 Sr (deelneming aan een criminele organisatie); art. 74, lid 2, sub d Sr (ontnemingsschikking) en art. 36c Sr (ontnemingsvordering).
Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat dat op een verkeerde frequentie werkt en/of een onjuist vermogen heeft, en/of anderszins niet voldoet aan de eisen uit de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008 (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED)
Dit basisdelict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat dat op een verkeerde frequentie werkt en/of een onjuist vermogen heeft en/of anderszins niet voldoet aan de eisen uit de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008. Het betreft hier apparaten waarvoor – als ze voldoen aan de eisen uit de bovengenoemde Regeling – geen vergunning voor frequentieruimte is vereist, bijvoorbeeld mobiele telefoons, modems, draadloze microfoons, babyfoons, apparaten met modelbesturing, 27 MHz-apparatuur en afstandsbedieningen.
Aanwijzing kader voor strafvordering
15 punten (naast beslag)
Geen
Er is geen sprake van medeplegen +0%
Er is sprake van medeplegen +25%
Dader +0%
Medeplichtige –33%
Geen recidive +0%
1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie
1 maal binnen 2–5 jaar + 50%
Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden
Geen
Geen
Geen
Bij afdoening middels een strafbeschikking dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.
In geval van dagvaarden dient bij radiozendapparaten die op een verkeerde frequentie werken altijd onttrekking aan het verkeer gevorderd te worden en bij radiozendapparaten die een onjuist vermogen hebben verbeurdverklaring.
Wanneer er sprake is van het gebruik van (een) jammer(s) om het plegen van een misdrijf te vergemakkelijken of om de opsporing van een misdrijf te verhinderen of te belemmeren, dient te worden gedagvaard. Overleg met de officier is dan geïndiceerd omdat zo'n geval maatwerk vereist. Het percentage strafverhoging is hier niet aangegeven, maar als uitgangspunt geldt dat dit gegeven tot strafverhoging dient te leiden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-15045.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.