Wijziging Suppletieregeling Filminvesteringen Nederland van het Nederlands Fonds voor de Film

Stichting Nederlands Fonds voor de Film,

Gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

ARTIKEL I

De Suppletieregeling Filminvesteringen Nederland van het Nederlands Fonds voor de Film wordt als volgt gewijzigd:

A

In Artikel 2 komt de definitie van ‘Algemeen reglement’ te vervallen.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

  • c). niet meer bedraagt dan de in de onderstaande staffel van het Fonds opgenomen bijdrage, mits de producent in de periode van vijf kalenderjaren voorafgaand aan de subsidieaanvraag aantoonbaar hoofdverantwoordelijk is geweest voor het voortbrengen van tenminste één bioscoopfilm, die na première door 100.000 of meer personen is bezocht in de Nederlandse bioscoop. In het geval er op grond van deze regeling vanaf 1 januari 2011 eerder subsidie is verleend aan een of meerdere reeds in de bioscoop uitgebrachte bioscoopfilms waarvoor de producent als aanvrager verantwoordelijk was dan is het gemiddelde van het bioscoopbezoek aan de desbetreffende bioscoopfilm(s) en de bioscoopfilm met het hoogste publieksbereik uit de periode van vijf kalenderjaren voorafgaand aan de aanvraag bepalend voor de hoogte van de aan te vragen subsidie. De staffel op grond waarvan een subsidie aangevraagd kan worden is als volgt:

    bezoekers

     

    bezoekers 

     

    bijdrage

    van

     

    tot

     

    maximum

    100.000

    150.000

    :

    € 250.000,00

    150.000

    200.000

    :

    € 400.000,00

    200.000

    250.000

    :

    € 550.000,00

    250.000

    300.000

    :

    € 750.000,00

    300.000

    350.000

    :

    € 900.000,00

    350.000

    en verder

    :

    € 1.000.000,00

2. Van het eerste lid komen de onderdelen d t/m f te vervallen.

3. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Aan een bioscoopfilm waarvoor één of meer (Nederlandse) bestuursorganen en het Fonds op grond van een andere dan de onderhavige regeling een financiële bijdrage heeft verleend, kan op grond van deze regeling slechts een zodanig bedrag aan subsidie worden verleend, dat het totaal aan staatsteun verleende financiële bijdragen niet meer bedraagt dan 50 procent van de productiekosten. Overige richtlijnen voor het maximum van de totale bijdrage van het Fonds staan vermeld in het Financieel & Productioneel Protocol.

4. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Indien na de indiening van de aanvraag en het financieringsplan, maar vóór de subsidieverlening, nieuwe financiële bijdragen worden verkregen, dan zal het Fonds die bijdragen in mindering brengen op de aangevraagde subsidie.

5. Het vierde lid vervalt.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op grond van deze regeling wordt jaarlijks vastgesteld en bedraagt maximaal € 12.000.000,00 euro per kalenderjaar.

D

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder c, wordt na ‘financiële middelen’ ingevoegd: en/of de exclusieve verfilmings- of exploitatierechten

2. Het eerste lid, onder f, komt te luiden:

  • f). niet aannemelijk is dat de bioscoopfilm conform het filmplan zal worden uitgebracht in bioscopen in Nederland en niet aannemelijk is dat het Fonds vanaf een medium scenario een aanzienlijk deel van de Fondsbijdrage kan terug ontvangen uit de exploitatieopbrengsten; of:

3. In het tweede lid, tweede liggend streepje, wordt ‘zeven’ vervangen door: vijf

4. aan het tweede lid wordt een onderdeel toegevoegd:

  • sinds 1 januari 2011 reeds voor een eerdere bioscoopfilm een bijdrage op grond van deze regeling heeft ontvangen en die bioscoopfilm niet door het minimum vereiste aantal bioscoopbezoekers van 100.000 bezocht is.

5. In het derde lid wordt ’€ 2.500.000‘ vervangen door: €1.500.000

E

In artikel 7, tweede lid, onder c, onderdeel (i), wordt na de zinsnede ‘door het Fonds goedgekeurde producers fee en overhead’ ingevoegd: zoals bepaald in hoofdstuk 1, artikel 3, lid 26 van het Financieel & Productioneel Protocol

F

In artikel 8, vijfde lid, wordt tweemaal de zinsnede ‘1 januari 2012’ vervangen door: 1 januari 2013

G

In artikel 10, derde lid wordt na ‘de subsidieverlening’ ingevoegd: en dat de roulatie van de bioscoopfilm in de Nederlandse bioscoop uiterlijk binnen 24 maanden na aanvang van de opnamen aanvangt.

H

In artikel 11, zesde lid, wordt na de zinsnede ‘te verpanden aan het Fonds.’ toegevoegd: De aanvrager zal het Fonds minimaal eenmaal per jaar informeren, hetzij bij een aanvraag voor een financiële bijdrage voor een nieuwe filmproductie, hetzij jaarlijks in de maand juni. De subsidieontvanger dient deze rapportageplicht ten aanzien van het Fonds ook in zijn overeenkomsten met de filmdistributeurs en anderen die de filmproductie exploiteren op te nemen. Na vijf jaar gaat de rapportageplicht over in een meldingsplicht waarbij er gerapporteerd moet worden indien er inkomsten zijn.

I

In artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

In het tweede lid wordt in de laatste zin het woord ‘kunnen’ geschrapt.

J

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt de zinsnede ‘gedane aanvraag’ vervangen door: gedane aanvraag tot vaststelling.

K

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e, komt als volgt te luiden:

  • e). Uit de bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie verstrekte gegevens blijkt dat de aanvrager, behalve de in het ingediende financieringsplan genoemde bijdragen, nog aanvullende financiële bijdragen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, heeft verkregen. De aanvullende financiële bijdragen zullen volledig in mindering worden gebracht op de verleende subsidie.

2. Onderdeel f vervalt.

L

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt de zinsnede ‘gedane aanvraag’ vervangen door gedaan verzoek

M

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘1 januari 2012’ vervangen door: 1 januari 2013

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013

Dit besluit wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 9 juli 2012

Het bestuur van de Stichting Nederlands Fonds voor de Film, namens deze: D. Boonekamp, Directeur/Bestuurder.

TOELICHTING

De hiervoor omschreven wijzigingen in de Suppletieregeling vloeien voort uit de onlangs afgeronde evaluatie van de regeling.

Naar boven