Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 juni 2012, nr. AD/382485, houdende wijziging van het Besluit instelling Audit Committee OCW 2010 in verband met een wijziging van de samenstelling van het Audit Committee en de implementatie van de Regeling Audit Committees 2012

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 66 van de Comptabiliteitswet 2001, artikel 8 van het Besluit taak DAD en de Regeling Audit Committees 2012;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit instelling Audit Committee OCW 2010 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

Artikel 3

De Regeling Audit Committees 2012 is op dit besluit in zijn geheel van overeenkomstige toepassing.

B

In artikel 5 wordt de punt vervangen door: en legt dit vast in een huishoudelijk reglement.

C

In artikel 6, onderdeel a, wordt ‘Auditdienst’ vervangen door: ‘Auditdienst Rijk’.

D

Artikel 7 komt als volgt te luiden:

Artikel 7

  • 1. Het Audit Committee bestaat uit de volgende leden:

    • de secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, tevens voorzitter van het Audit Committee;

    • de overige leden van het MT-OCW;

    • een van de directeuren van de Auditdienst Rijk;

    • de directeur Financieel Economische Zaken;

    • twee of meer niet-ambtelijke leden (de externe leden).

  • 2. Het Audit Committee heeft ten aanzien van de in artikel 1 van de Regeling Audit Committees 2012 genoemde taken adviserende bevoegdheden.

  • 3. Het secretariaat van het Audit Committee is belegd bij de directie Financieel Economische Zaken van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

E

Artikel 8 komt als volgt te luiden:

Artikel 8

De minister benoemt en verlengt op voordracht van de voorzitter de niet-ambtelijke leden. De voorzitter consulteert de Audit Committee leden alvorens een voordracht aan de minister te doen. De zittingstermijn van de niet ambtelijke leden bedraagt maximaal twee jaar. Zij kunnen telkens voor een periode van maximaal 2 jaar worden herbenoemd. Herbenoeming kan maximaal twee maal plaatsvinden. Ontslag van niet-ambtelijke leden binnen de zittingsduur kan slecht worden verleend door de minister.

F

Artikel 9 vervalt.

G

In artikel 10 wordt ‘voorzitter en andere leden’ vervangen door: niet-ambtelijke leden.

H

Artikel 11 vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Op grond van artikel 66 van de Comptabiliteitswet en artikel 8 van het Besluit taak DAD is het noodzakelijk een Audit Committee in te stellen. Het Audit Committee vervult een regierol voor zowel de controlfunctie als de auditfunctie binnen het ministerie. Daarbij richt het Audit Committee zich vooral op de kwaliteit van de bedrijfsvoeringsprocessen, de risicoanalyses, de monitoring van de verbeterprocessen, de kwaliteit van de verantwoording en de aansturing van en de rekenschap door gesubsidieerde en bekostigde instellingen. Het Audit Committee treedt voor deze onderwerpen op als adviseur voor de Minister.

Het Audit Committee stelt jaarlijks het auditplan vast. Volgens artikel 5 stelt het Audit Committee zijn eigen werkwijze vast. Op grond hiervan kan worden afgesproken dat de niet-ambtelijke leden voorbereidende stukken opstellen e.d. Dit wordt vastgelegd in een eigen huishoudelijk reglement.

De reden voor het met dit besluit wijzigen van het instellingsbesluit is de wijziging in de rolverdeling van het Audit Committee vanwege het aflopen van de pilot met een volledig externe bezetting. Het voorzitterschap gaat daarbij terug naar de secretaris-generaal. Ook wordt het secretariaat van het Audit Committee belegd bij de directie Financieel Economische Zaken. Bovendien wordt met deze wijziging uitvoering gegeven aan de Regeling Audit Committees 2012 van de minister van Financiën, die op 1 mei 2012 in werking is getreden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven