Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 10 juli 2012, nr. IENM/BSK-2012/129764, tot wijziging van de Beleidsregels grote rivieren (wijziging beheerregime in delen van het benedenriviergebied en kaartbladen bijlage 1)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikel 6.12 van het Waterbesluit en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

In bijlage 1, behorend bij artikel 2, eerste lid, van de Beleidsregels grote rivieren worden de kaartbladen met nummers 001 tot en met 106 vervangen door de kaartbladen met gelijke nummers, opgenomen in bijlage A van dit besluit.

ARTIKEL II

In gevallen waarin een aanvraag om een watervergunning voor een handeling binnen een gebied, waarvoor ingevolge dit besluit een stroomvoerend regime wordt gewijzigd in bergend regime, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit nog niet tot een onherroepelijk besluit heeft geleid, wordt beslist overeenkomstig het gewijzigde regime.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat het Besluit, houdende wijziging van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en van het Besluit ruimtelijke ordening in verband met de toevoeging van enkele onderwerpen van nationaal ruimtelijk belang, in werking treedt, doch uiterlijk met ingang van 1 oktober 2012.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de kaartbladen, opgenomen in bijlage A, die ter inzage worden gelegd op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, en tevens raadpleegbaar zijn op en te downloaden van www.waterwet.nl.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

BIJLAGE A, BEHOREND BIJ ARTIKEL I VAN HET BESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE BELEIDSREGELS GROTE RIVIEREN (WIJZIGING KAARTBLADEN BIJLAGE 1)

Deze bijlage ligt ter inzage op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Juridische Zaken, en is tevens raadpleegbaar op en te downloaden van www.waterwet.nl.

TOELICHTING

Het voorliggende besluit tot wijziging van de Beleidsregels grote rivieren wijzigt de kaartbladen van bijlage 1 van de Beleidsregels. Dit omvat de volgende wijzigingen:

  • op de kaartbladen 37 t/m 46, 59 t/m 66 en 77 t/m 82 zijn delen van het rivierbed die onder het stroomvoerend regime vallen, nu onder het bergend regime gebracht;

  • Tegelijkertijd met deze wijziging is het kader (de legenda) op alle kaarten uit bijlage 1 geactualiseerd.

Dit laatste punt betreft voor alle kaartbladen een aanpassing van het kader (de legenda), vanwege veranderingen in naamgeving van het ministerie, voorheen Ministerie van Verkeer en Waterstaat, nu Ministerie van Infrastructuur en Milieu, en de verwijzing naar de voor ‘natte’ waterstaatswerken niet langer van toepassing zijnde Wet beheer rijkswaterstaatwerken (Wbr) in de legenda (op deze werken is de Waterwet van toepassing). Ook is de benaming ‘kades in Limburg’ in de legenda gewijzigd in ‘lijn hoogwaterkerende gronden’.

De wijziging van het regime van de genoemde kaartbladen betreft het vergunningenregime van de Waterwet en het daarop gebaseerde Waterbesluit en de Waterregeling. Daarin is vastgelegd dat het verboden is om zonder vergunning van de minister werken uit te voeren in rijkswateren, waaronder de (bedding van de) grote rivieren. De Beleidsregels grote rivieren (hierna: de Beleidsregels) bieden een kader voor een beslissing omtrent de toelaatbaarheid vanuit rivierkundig opzicht bezien die nodig is voor het verkrijgen van een vergunning op grond van de Waterwet.

In de Beleidsregels wordt onderscheid gemaakt tussen twee afwegingsregimes, het bergend regime en het stroomvoerend regime. In bijlage 1 bij de Beleidsregels grote rivieren is op detailkaarten voor het gehele rivierbed aangegeven waar welk regime van toepassing is.

Op de kaarten 37 t/m 46, 59 t/m 66 en 77 t/m 82 zijn delen van het rivierbed waar het stroomvoerend regime van toepassing was, onder het bergend regime gebracht. Dit vanwege de volgende redenen:

  • 1. In dit gebied is nu en in de toekomst vooral de waterberging belangrijk.

  • 2. Uit studies die zijn uitgevoerd door het programma Ruimte voor de Rivier en het Deltaprogramma1, blijkt dat ruimtelijke reserveringen in dit gebied nauwelijks nodig zijn, omdat het rivierkundig effect van rivierverruiming in deze gebieden verwaarloosbaar is;

  • 3. In het gebied is voldoende compensatieruimte beschikbaar. Het is daarmee niet nodig om de beschikbare compensatieruimte te reserveren voor riviergebonden activiteiten door het stroomvoerend regime toe te passen.

Ook zijn op de kaarten 59, 60 en 61 enkele insteekhavens die voorheen onder het stroomvoerend regime vielen, onder het bergend regime gebracht. Deze havens worden omgeven door gedeelten van het rivierbed waar artikel 6.5, aanhef en onder c, van de Waterwet niet van toepassing is (gebieden binnen de begrenzing van rivieren als bedoeld in artikel 6.16 juncto bijlage IV van het Waterbesluit). Hoewel deze gebieden in het rivierbed liggen en bij hoogwater onder water staan, zijn zij rivierkundig bezien niet relevant. Het ligt dan ook niet voor de hand om in de toekomst op dergelijke locaties rivierverruiming uit te voeren. Wel moet de bestaande bergingscapaciteit van deze havens behouden blijven. Deze doelstelling wordt geborgd onder het bergend regime.

Overigens vallen alle andere insteekhavens in uitzonderingsgebieden in het benedenrivierengebied onder het bergend regime. Deze wijziging zorgt daarmee voor meer beleidsuniformiteit in het gebied.

Artikel II

In gevallen waarin een aanvraag om een watervergunning voor een handeling binnen een gebied, waarvoor ingevolge dit besluit een stroomvoerend regime wordt gewijzigd in bergend regime, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit nog niet tot een onherroepelijk besluit heeft geleid, wordt beslist overeenkomstig het gewijzigde regime. Dit overgangsrecht strekt ertoe ook in lopende procedures tot een voor de aanvrager gunstige uitkomst te komen dan op basis van het oude regime.

Artikel III

Deze wijziging vindt plaats in samenhang met het Besluit, houdende wijziging van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en van het Besluit ruimtelijke ordening in verband met de toevoeging van enkele onderwerpen van nationaal ruimtelijk belang, alsmede een wijziging van de Waterregeling. Met het oog op lopende en nieuwe vergunningenprocedures is een gezamenlijke inwerkingtreding wenselijk maar treedt deze wijziging in elk geval met ingang van 1 oktober 2012 in werking.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.


X Noot
1

Nota van Toelichting PKB Ruimte voor de Rivier deel 4 (2007, Deltaprogramma 2012 en deelrapport ‘Beschrijving mogelijke strategieën van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden’.

Naar boven