TOELICHTING
Algemeen
Met deze wijziging van de Subsidieregeling sterktes in innovatie worden de aanvraagperiodes
en de bijbehorende subsidieplafonds voor 2012 gepubliceerd voor de ondersteuning van
CATRENE- en ITEA2-innovatieprojecten. Hierbij wordt de ondersteuning van deze projecten
overgebracht van Hoofdstuk 9 naar Hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling sterktes in
innovatie
Achtergrond
Het kabinet wil topsectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, nog sterker maken.
Om dat te bereiken werken de overheid, het bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekscentra
samen aan kennis en innovatie. De afspraken hierover zijn vastgelegd in zogeheten
innovatiecontracten.
De topsector ‘High Tech Systemen en Materialen’ (HTSM) ontwikkelt en produceert eindproducten,
halffabricaten, componenten en materialen voor afnemers over de hele wereld, variërend,
van gezondheidszorg, verlichting, chips en chipsproductie tot laboratorium- en kantoorapparatuur,
van auto’s en logistieke systemen, vliegtuigen en satellieten tot energieopwekking,
voedselverwerking en veiligheid. Zij ontwikkelt toepassingen voor andere topsectoren
en sleuteloplossingen voor tal van maatschappelijke uitdagingen, zoals duurzame energie,
gezondheidszorg, mobiliteit en veiligheid.
De topsector HTSM heeft forse groeiambities, waaronder een verdubbeling van de export
in 2020. De betekenis van deze uitdaging is uitgewerkt in een Innovatiecontract met
een agenda voor publiekprivate samenwerking voor speur- en ontwikkelingswerk (R&D)
binnen de topsector. Aan de basis liggen 15 ‘roadmaps’, die een beeld geven van de
prioritaire onderzoeksvragen op de belangrijkste technologiegebieden en toepassingsdomeinen.
De roadmaps benoemen nadrukkelijk de relevantie van de onderzoeksagenda’s voor maatschappelijke
uitdagingen.
Het economische succes van de topsector HTSM is in toenemende mate afhankelijk van
de R&D-samenwerking met toonaangevende bedrijven en kennisinstellingen in andere landen.
De ondernemingen opereren in een mondiale en zeer dynamische markt. Samenwerking met
internationale partners in een vroeg stadium van productontwikkeling is daarbij van
groot belang. De kern van deze samenwerking ligt in door de industrie zélf aangestuurde
Europese onderzoeksprogramma’s. Twee programma’s, de EUREKA-clusters CATRENE en ITEA2,
zijn met name relevant voor deze topsector.
EUREKA is een intergouvernementeel initiatief van 17 landen, waaronder Nederland,
en de Europese Commissie. Sinds de oprichting in 1985 heeft EUREKA omvangrijke publieke
en private budgetten kunnen mobiliseren voor ondersteuning van industriële R&D uitgevoerd
in internationale consortia. De belangrijkste ambitie is het bevorderen van productiviteit
en concurrentiekracht van de industrie door technologische R&D-samenwerking en innovatie.
Deze samenwerking vindt plaats tussen bedrijven, onderzoeksinstellingen en universiteiten.
CATRENE en ITEA2 en hun respectievelijke voorgangers (JESSI, MEDEA+ en ITEA) zijn
specifieke EUREKA-onderzoeksprogramma’s die al sinds decennia industrieel onderzoek
in internationale samenwerkingsverbanden faciliteren en daardoor hebben bijgedragen
aan de totstandkoming van effectieve en duurzame netwerken van industrie en kennisinfrastructuur
over geheel Europa.
CATRENE betreft onderzoek op het gebied van de micro- en nano-elektronica; ITEA2 is
gericht op embedded software systemen.
Mede door het succes van deze programma’s is de Europese HTSM-sector in staat gebleken
de felle concurrentie vanuit Azië het hoofd te blijven bieden, terwijl op een aantal
terreinen zelfs een leidende positie op de wereldmarkt is verworven.
CATRENE en ITEA2 projecten worden geselecteerd op basis van internationale calls.
De realisatie van de geselecteerde projecten geschiedt via zogenaamde in kind bijdragen van de projectdeelnemers en bijdragen van nationale overheden uit de in
het project betrokken landen. De bijdragen van de nationale overheden geschieden op
basis van nationale procedures en regels.
Binnen het Innovatiecontract HTSM ligt een zwaar accent op de internationale R&D-samenwerking.
Meer dan 40% van de voorgenomen bijdrage van bedrijven is bestemd voor programma’s
op dit gebied. Naast de hiervoor genoemde EUREKA-clusters CATRENE en ITEA2 gaat het
daarbij ook om de Joint Technology Initiatives (JTIs) en Eurostars. De financiering
van deze programma’s valt echter buiten het bestek van deze regeling.
Vermeld zij dat reeds voor de start van het Topsectorenbeleid en de opstelling van
het Innovatiecontract HTSM Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen een belangrijk
aandeel hadden in CATRENE- en ITEA2-projecten. In veel gevallen zijn dergelijke projecten
ook financieel ondersteund met overheidsbijdragen.
De Nederlandse positie in de internationale kennisnetwerken is dan ook nog steeds
prominent en deze doet niet onder voor de positie van grote landen als Duitsland en
Frankrijk. Voor de topsector HTSM is het cruciaal dat deze positie behouden blijft
en bij voorkeur verder wordt versterkt. Door een voortgezette participatie in deze
programma’s verzekeren Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zich van een blijvende
toegang tot belangrijke internationale kennisbronnen, hetgeen essentieel is om de
ambities uit het Innovatiecontract waar te kunnen maken.
In het verleden verliep de ondersteuning van de Nederlandse deelnemers aan de EUREKA
clusterprogramma’s ITEA2 en CATRENE projecten via hoofdstuk 9 van de Subsidieregeling
sterktes in innovatie (internationale R&D-projecten binnen het Point One innovatieprogramma).
Gezien de beëindiging van het innovatieprogramma Point One, verloopt de ondersteuning
nu via hoofdstuk 2 (Internationaal Innoveren). Daarmee wordt de ondersteuning van
alle EUREKA-programma’s onder één gemeenschappelijk hoofdstuk gebracht, hetgeen het
overzicht en de samenhang bevordert. De projecten, die uit hoofde van ITEA2 en CATRENE
worden gerealiseerd, wijken echter qua grootte en inhoud zodanig af van de andere
innovatieprojecten die onder dit hoofdstuk vallen, dat een aantal afwijkende subsidievoorwaarden
van toepassing is.
Zie voor de specifieke wijzigingen het artikelsgewijze deel van deze toelichting.
Het budget voor 2012 is in totaal € 18 miljoen, waarvan specifiek voor ITEA2: € 13
miljoen en specifiek voor CATRENE: € 5 miljoen.
Vaste verandermomenten
De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in aanwijzing 174 van de Aanwijzingen
voor de regelgeving inzake vaste verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Het betreft
de bekendmaking van een subsidieplafond waarvoor afwijking op grond van de uitzonderingsgrond,
genoemd in het vierde lid, onderdeel a, (de regelgeving heeft een directe relatie
met andere jaarindelingen, zoals het subsidiejaar, en het voorkomt nadelen voor de
doelgroepen) in dit geval is toegestaan.
Administratieve lasten
De ITEA2- en CATRENE-innovatieprojecten vallen onder de Subsidieregeling sterktes
in innovatie. De Subsidieregeling sterktes in innovatie is zo vormgegeven dat de administratieve
lasten zo laag mogelijk worden gehouden. Bij de wijziging in het hoofdstuk 2 Internationaal
Innoveren worden geen extra of afwijkende informatieverplichtingen voor de aanvrager
toegevoegd.
ITEA2-innovatieprojecten
Bij een verwacht aantal van 9 aanvragen bedragen de administratieve lasten € 105.630
bij een budget van € 13 miljoen, dat is 0,81%.
CATRENE-innovatieprojecten
Bij een verwacht aantal van 10 aanvragen bedragen de administratieve lasten € 85.780
bij een budget van € 5 miljoen, dat is 1,72%.
Artikelsgewijs
Artikel I
A en B
Om subsidiëring van projecten met een ITEA2- en CATRENE label onder hoofdstuk 2 van
de Subsidieregeling sterktes in innovatie mogelijk te maken wordt een tweetal definities
opgenomen. Omdat ITEA2- en CATRENE ook EUREKA clusters zijn, vallen deze projecten
ook onder de bredere definitie van EUREKA-innovatieproject. Voor ITEA2 en CATRENE
innovatieprojecten gelden echter enkele afwijkende voorwaarden, zoals een hoger subsidiemaximum,
en afgescheiden subsidieplafonds (zie artikel III) waardoor een aparte definitie en
een aparte vermelding in artikel 2.2 noodzakelijk is.
C
Voor ITEA2- en CATRENE-innovatieprojecten geldt een hogere maximumsubsidie dan de
overige innovatieprojecten van hoofdstuk 2. Het maximum subsidiebedrag is gesteld
op € 4 miljoen om het mogelijk te maken dat meerdere projecten kunnen worden ondersteund,
in het geval van zeer omvangrijke projecten. Het subsidiemaximum onder hoofdstuk 9
(Point-One) van de Subsidieregeling sterktes in innovatie bedroeg eveneens € 4 miljoen.
D
Subsidie op grond van hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt
verstrekt aan een in Nederland gevestigde deelnemer in een internationaal samenwerkingsverband.
Dat alleen de ‘Nederlandse deelnemer’ subsidie ontvangt volgt rechtstreeks uit artikel
3, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies.
Uit het eerste lid van het herziene artikel 2.5 volgt dat geen subsidie wordt verstrekt
als de aanvrager vóór de datum van de indiening van de aanvraag met zijn deel van
het bredere internationale project is begonnen. Dit versterkt het ‘incentive effect’
van de subsidie.
Door het opnemen van deze bepaling kan de situatie van het oude artikel 2.5 zich niet
meer voordoen, nu de activiteiten pas na indiening van de aanvraag subsidiabel zijn.
E
Voor CATRENE- en ITEA2-innovatieprojecten geldt niet de eis dat de subsidieontvanger
elke 6maanden verslag uitbrengt. In de subsidieverleningsbeschikking zal, conform
de standaard van artikel 39 van het Kaderbesluit EZ-subsidies, een verplichting tot
jaarlijkse verslaglegging worden opgenomen.
ARTIKEL II
De aanvraagperiode voor CATRENE-innovatieprojecten opent en sluit iets later dan die
voor ITEA2-innovatieprojecten om ook deelnemers aan de lopende Europese call nog de
gelegenheid te geven een aanvraag in te dienen.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.