Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 24 januari 2012, nr. IENM/BSK-2011/158614, houdende wijziging van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water in verband met de vaststelling van het subsidieplafond en de indieningsperiodes voor 2012 en aanpassing van het aanvraagformulier

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 1a

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit subsidieprogramma wereldwijd werken met water.

B

De bijlage, bedoeld in artikel 1 van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water wordt als volgt gewijzigd:

Paragraaf 5 komt te luiden:

§ 5 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor 2012 bedraagt € 4.000.000,–.

  • 2. Van het bedrag, genoemd in het eerste lid, is € 2.000.000,– beschikbaar voor aanvragen die na inwerkingtreding van het subsidieplafond voor 2012 en uiterlijk 7 maart 2012 worden ontvangen en € 2.000.000,– voor de aanvragen die vanaf 1 augustus 2012 en uiterlijk 12 september 2012 worden ontvangen.

  • 3. Van de bedragen, genoemd in het tweede lid, is telkens € 1.000.000,– beschikbaar voor aanvragen met betrekking tot projecten die worden uitgevoerd in deltalanden en € 1.000.000,– voor aanvragen met betrekking tot projecten die worden uitgevoerd in doellanden.

C

In paragraaf 11, tweede lid, wordt ‘derde lid’ telkens vervangen door: tweede lid.

D

Paragraaf 8, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. de mate waarin het project en de resultaten daarvan bijdragen aan mogelijkheden tot opschaling van de gedemonstreerde of gevalideerde of onderzochte oplossing voor waterproblematiek in de periode na voltooiing van het project;.

E

Bijlage D komt te luiden:

BIJLAGE D, BEDOELD IN PARAGRAAF 11, EERSTE LID

Aanvraagformulier Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water
Activiteitenplan

Wij verzoeken u een elektronische versie van het aanvraagformulier en de bijlagen, zoals het activiteitenplan en de begroting, te sturen naar info@partnersvoorwater.nl.

De projectorganisatie

 

1

Ten behoeve van welke buitenlandse partij(en) wordt het project uitgevoerd?

1.begunstigde(n)

Naam organisatie, contactpersoon, adres, telefoonnummer en e-mailadres:

2

Welke andere buitenlandse (overheids)instantie(s) zijn indirect bij het project betrokken (niet als toeleverancier)?

Naam organisatie, contactpersoon, adres, telefoonnummer en e-mailadres:

1.

2.

3

Heeft over het project reeds overleg plaatsgevonden met een ambassade/ consulaat-generaal of andere Nederlandse (overheids)instantie(s)?

Zo ja, met welke instanties en contactpersonen?

□ Niet van toepassing

□ Ambassade/consulaat-generaal te:

□ Andere (overheids)instelling:

Naam organisatie, contactpersoon, adres en telefoonnummer

4

Wat is doelstelling en meerwaarde van het samenwerkingsverband?

 

Het project

1

Soort activiteit

(meerdere opties mogelijk)

□ Pilotproject (max. subsidiabele kosten € 600.000)

□ Milieu-haalbaarheidsproject (max. subsidiabele kosten € 150.000)

□ Kennisversterkingsproject (max. subsidiabele kosten € 250.000)

Combinatieproject (max. subsidiabele kosten van het hoogste deelproject)

2

Beargumenteer in hoeverre het project voorziet in de behoefte van de buitenlandse partij of bij de overheid in het doelland.

 

3

Thema(’s) waar het project zich op richt (meerdere opties mogelijk)

□ Klimaat

□ Voedsel en ecosystemen

□ Drinkwater en sanitatie (incl. afvalwater)

□ Veiligheid

□ Governance

Toelichting:

4

Doelstelling van het project (waaraan draagt het project bij)

 

5

Doel(en) van het project

(doelen die met de uitvoering van het project worden bereikt)

 

6

Verwachte resulta(a)t(en) bij realisatie van het project

 

7

Korte omschrijving van de activiteiten

 

Kwalitatieve criteria

 

Geef voor de criteria a t/m d zo beknopt en exact mogelijk aan in hoeverre het project daaraan voldoet.

(ter informatie)

Rangschikkingscriterium

Argumentatie

Score

Wegingsfactor

a. De mate waarin het project of de resultaten daarvan bijdragen aan mogelijkheden tot opschaling van de gedemonstreerde of gevalideerde of onderzochte oplossing voor water-problematiek in de periode na voltooiing van het project.

 

1–5

6

b. De mate waarin het project bijdraagt aan duurzame bundeling van krachten van in Nederland of ook in het buitenland gevestigde partijen uit de watersector.

 

1–5

4

c. De mate waarin het project de unieke kwaliteiten op het gebied van water van in Nederland of ook in het buitenland gevestigde partijen ontsluit.

 

1–5

4

d. De mate waarin het project bijdraagt aan oplossingen voor de wereldwaterproblematiek.

 

1–5

4

e. De kwaliteit van de aanvraag ten aanzien van het activiteitenplan inclusief de begroting en de toelichting daarop.

Dit beoordeelt AgNL.

1–5

2

Uitwerking activiteitenplan

Hoe het activiteitenplan uiteindelijk wordt vormgegeven, wordt overgelaten aan de aanvrager. Het ingediende werkplan dient echter de onderstaande punten 1 t/m 5 te bevatten.

Onderstaande opsomming kan als leidraad dienen om tot een inzichtelijk, compleet en toetsbaar werkplan te komen. De omvang van het werkplan mag maximaal 15 pagina’s zijn, exclusief eventuele bijlagen.

  • 1. Algemene informatie:

    • beschrijving Nederlandse consortiumpartners, respectievelijk de aanvragers binnen het samenwerkingsverband en hun activiteiten;

    • beschrijving buitenlandse partijen (type organisatie, activiteiten, omvang).

  • 2. Beschrijving van het project:

    • doelstelling(en), doelen en resultaten. Deze dienen SMART geformuleerd te worden zodat de bereikte resultaten bij voltooiing van het project eraan kunnen worden getoetst.

    • locatie waar het project wordt uitgevoerd;

    • beschrijving huidige situatie/stand van zaken;

    • korte beschrijving van waterproblematiek in het doelland;

    • toegevoegde waarde van het project;

    • eventuele voorgeschiedenis en achtergrondinformatie.

  • 3. Uitvoering van het project:

    • nadere uitsplitsing van de activiteiten per resultaat.

  • 4. Projectorganisatie:

    • beschrijving van de leden van het projectteam met hun expertise

    • beschrijving wie doet wat en is waarvoor verantwoordelijk;

    • koppeling van de activiteiten aan de begroting.

  • 5. Fasering van het project:

    • doorlooptijd per fase of activiteit (schematisch), totale duur aangeven;

    • eventueel go/no go momenten aangeven;

    • op te leveren resultaten.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

TOELICHTING

Algemeen

Het voor de jaren 2011 tot en met 2015 vastgestelde Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water wordt in 2012 onverminderd voortgezet.

Het subsidieprogramma is een succesvol instrument gebleken dat met concrete projecten een zinvolle bijdrage levert aan de kabinetsdoelstelling zoals verwoord in hoofdstuk 6 van het Nationale Waterplan, het programma Water Mondiaal. De financiering voor de uitvoering van dit programma is afkomstig uit de interdepartementale HGIS middelen. HGIS staat daarbij voor Homogene groep internationale samenwerking.

Subsidieplafond en indieningperiodes

Evenals in 2011 worden voor 2012 twee indieningsperiodes vastgesteld. De eerste periode loopt vanaf de eerste dag na publicatie van dit besluit in de Staatscourant tot uiterlijk 7 maart 2012 en de tweede indieningsperiode loopt van 1 augustus 2012 tot uiterlijk 12 september 2012.

Het subsidieplafond voor 2012 is vastgesteld op € 4.000.000,–.

Per indieningsperiode is € 2.000.000,– beschikbaar, waarvan € 1.000.000,– voor deltalanden en € 1.000.000,– voor doellanden.

Verdeling van de beschikbare gelden deltalanden

Het rangschikkingscriterium, bedoeld in paragraaf 8 inzake opschaling van de gedemonstreerde of gevalideerde of onderzochte oplossing voor waterproblematiek, wordt gespecificeerd. Het moet gaan om de mogelijkheden tot opschaling in de periode na voltooiing van het project. De mogelijkheden tot vervolgfinanciering zijn daarbij onder andere van belang. Indien er geen reëel uitzicht is op vervolgfinanciering van de oplossing voor waterproblematiek, worden de mogelijkheden tot opschaling minder aannemelijk, ook als die in principe in technische zin of anderszins wel aanwezig zouden zijn. Door middel van bijvoorbeeld een concept businessplan of reële contacten met of betrokkenheid van daarvoor relevante partijen kunnen de mogelijkheden tot vervolgfinanciering zichtbaar worden gemaakt, ook indien de aard van het project met zich meebrengt dat opschaling ook of vooral door derden zal plaatsvinden.

Aanvraagformulier

Bij de uitvoering van het subsidieprogramma in 2011 is gebleken dat bijlage D, het aanvraagformulier, aanvulling en verbetering behoeft. Zo wordt in paragraaf 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van het subsidieprogramma, verwezen naar een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemers van het samenwerkingsverband. Deze bij de aanvraag verplichte bijlage was echter niet als zodanig in het aanvraagformulier vermeld. Dat is nu alsnog gebeurd. Verder was in de publicatie van het subsidieprogramma de aparte bijlage weggevallen die moet worden ingevuld door de andere deelnemers van het samenwerkingsverband dan de penvoerder. Dat is nu hersteld. In het aanvraagformulier is het per 1 januari gewijzigde adres van de uitvoeringsinstantie opgenomen. Vanwege technische redenen is ervoor gekozen om het aanvraagformulier in zijn geheel opnieuw te publiceren.

Afwijking vaste verandermomenten (VVM)

Het voorliggende subsidieprogramma voorziet in de openstelling van twee tenders, waarvan de eerste sluit op 7 maart 2012 en de tweede op 12 september 2012. Indien publicatie van het subsidieprogramma volgens de VVM, en daarmee de openstelling van de eerste tender, eerst per 1 april 2012 zou plaatsvinden, zou dit betekenen dat in 2012 slechts één tender zou kunnen worden opengesteld. Een tenderprocedure vraagt nu eenmaal relatief veel tijd voor de beoordeling en toekenning van aanvragen. Het openstellen van slechts één tender zou bijzonder nadelig zijn voor de continuïteit van de stimuleringscomponent van het subsidieprogramma en de evenwichtige allocatie van de daarvoor beschikbare middelen. Bovendien is de watersector in het bijzonder gebaat bij de spoedige inwerkingtreding.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

Naar boven