Besluit van het Commissariaat voor de Media van 3 juli 2012 houdende beleidsregels omtrent lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten (Beleidsregels lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten 2012)

Het Commissariaat voor de Media,

Gelet op de artikelen 2.64, 7.11 en 7.12 van de Mediawet 2008;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

strekking van de regeling

Artikel 1

De beleidsregels vastgesteld in dit besluit vormen een nadere uitwerking van de wettelijke voorschriften die zijn opgenomen in de bijlage, en die toestaan dat een lokale publieke media-instelling media-aanbod verzorgt dat bestemd is voor twee of meer gemeenten.

inhoudelijke toets

Artikel 2

  • 1. Het verzorgingsgebied waarvoor het lokale media-aanbod bestemd is en dat twee of meer gemeenten omvat,

    • a. bestaat uit aan elkaar grenzende gemeenten, binnen welk gebied het vanzelfsprekend wordt geacht dat één lokale publieke media-instelling het lokale media-aanbod verzorgt;

    • b. benadert voor wat betreft zowel oppervlakte als aantal inwoners niet de omvang van een deel van een provincie zoals bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, aanhef en onder b van de Mediawet 2008.

  • 2. Aan het vereiste opgenomen in het eerste lid onder a, wordt geacht te zijn voldaan indien het verzorgingsgebied ligt in een samenwerkingsgebied zoals voorzien in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 667, 20 december 1984), welk gebied de provinciegrens kan overschrijden of indien het verzorgingsgebied wordt beschouwd als een sociale, culturele en geografische eenheid in die zin dat het door de inwoners ook daadwerkelijk als een streek wordt ervaren.

procedure

Artikel 3

  • a. De aanvraag tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling ten behoeve van lokaal media-aanbod dat bestemd is voor twee of meer gemeenten dient voldoende gemotiveerd te zijn en de instemming te hebben van het betrokken programmabeleidbepalende orgaan.

  • b. De aanwijzingsaanvraag als bedoeld onder a. in het kader van een samenvoeging van verzorgingsgebieden waarvoor reeds lokale media-instellingen zijn aangewezen geschiedt met instemming van de betrokken lokale publieke media-instellingen en met instemming van de betrokken programmabeleidbepalende organen.

Artikel 4

  • a. De raden van de gemeenten waarop de aanvraag tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling ten behoeve van lokaal media-aanbod dat bestemd is voor twee of meer gemeenten betrekking heeft brengen gezamenlijk een advies uit als bedoeld in artikel 2.64, eerste lid, van de Mediawet 2008.

  • b. Aan het vereiste van het uitbrengen van een gezamenlijk advies wordt geacht te zijn voldaan indien:

    • de betrokken gemeenteraden hun advisering met elkaar afstemmen in die zin dat elke betrokken gemeenteraad in zijn advies opneemt er kennis van te hebben en er rekening mee te houden dat het een aanwijzingsaanvraag betreft voor het verzorgen van lokale media-aanbod dat bestemd is voor twee of meer gemeenten;

    • de desbetreffende adviezen betrekking hebben op een identiek samengesteld programmabeleidbepalend orgaan;

    • de desbetreffende adviezen eensluidend zijn.

Artikel 5

  • a. Het Commissariaat stelt de lokale publieke media-instellingen in de gemeenten die grenzen aan de gemeenten waarop de aanwijzingsaanvraag betrekking heeft op de hoogte van de aanwijzingsaanvraag voor het verzorgen van lokale media-aanbod dat bestemd is voor twee of meer gemeenten.

  • b. Het Commissariaat stelt de regionale publieke media-instelling van de provincie waarin de gemeenten liggen waarop de aanwijzingsaanvraag betrekking heeft op de hoogte van de aanwijzingsaanvraag voor het verzorgen van lokale media-aanbod dat bestemd is voor twee of meer gemeenten.

bijzondere gevallen en omstandigheden

Artikel 6

In bijzondere gevallen en naar aanleiding van bijzondere omstandigheden kan het Commissariaat afwijken van de in artikel 2 bedoelde criteria ten behoeve van de inhoudelijke toets.

slotbepaling

Artikel 7

  • a. Deze regeling treedt in werking 4 weken na de datum van publicatie daarvan in de Staatscourant;

  • b. Met ingang van de datum waarop deze regeling in werking treedt zijn de Beleidsregels lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten 2009 ingetrokken;

  • c. Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten 2012;

  • d. Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat voor de Media (www.cvdm.nl).

3 juli 2012

Commissariaat voor de Media, T. Bahlmann, voorzitter.

E. Eljon, commissaris.

BIJLAGE BELEIDSREGELS LOKAAL PUBLIEK MEDIA-AANBOD VOOR TWEE OF MEER GEMEENTEN 2012

Artikel 2.61 Mediawet 2008

  • 1. Voor de verzorging van de publieke mediadiensten op regionaal en lokaal niveau kan het Commissariaat regionale respectievelijk lokale instellingen als publieke media-instellingen aanwijzen volgens de bepalingen van deze paragraaf.

  • 2. Voor aanwijzing komen slechts in aanmerking instellingen die:

    • a. rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid zijn;

    • b. zich volgens de statuten uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel stellen het op regionaal respectievelijk lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een provincie, een gemeente of een deel van de provincie waarop de instelling zich richt leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen; en

    • c. volgens de statuten een orgaan hebben dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt en dat representatief is voor de belangrijkste in de desbetreffende provincie of gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen.

Artikel 2.62 Mediawet 2008

  • 1. Aanwijzing geschiedt nadat Provinciale Staten hebben dan wel de gemeenteraad heeft geadviseerd over de vraag of de instelling aan de eisen, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, voldoet.

  • 2. Een regionale publieke media-instelling wordt alleen aangewezen als Provinciale Staten zich bereid verklaren voor de bekostiging ervan zorg te dragen.

Artikel 2.64 Mediawet 2008

  • 1. Een instelling die de publieke mediaopdracht wil uitvoeren voor meer dan één provincie of gemeente, wordt alleen dan voor dat gebied aangewezen, als Provinciale Staten of de gemeenteraden van de desbetreffende provincies of gemeenten het in artikel 2.62, eerste lid, bedoelde advies gezamenlijk hebben uitgebracht.

  • 2. Het Commissariaat stelt Provinciale Staten en de gemeenteraden van de desbetreffende provincies of gemeenten in kennis van een aanvraag van een instelling als bedoeld in het eerste lid.

TOELICHTING

Algemeen

Met de inwerkingtreding van de onderhavige Beleidsregels lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten 2012 zijn de Beleidsregels lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten 2009 ingetrokken. In laatstgenoemde beleidsregels waren de gevolgen van de inwerkingtreding van de Mediawet 2008 per 1 januari 2009 – een herschikking van de wetsartikelen en een wijziging van de terminologie – al verwerkt. Thans is aan de orde een inhoudelijke wijzigingen.

In de eerste plaats is het voorschrift dat burgemeester en wethouders van de gemeente(n) ten behoeve waarvan de betrokken lokale publieke media-instelling reeds is aangewezen hun zienswijze kenbaar maken vervangen door het voorschrift dat de raden van de gemeenten waarop de aanwijzingsaanvraag betrekking heeft gezamenlijk een advies uitbrengen als bedoeld in artikel 2.64, eerste lid, van de Mediawet 2008. Aldus wordt recht gedaan aan het bepaalde in artikel 2.64, eerste lid, van de Mediawet 2008. Met betrekking tot het vereiste van een gezamenlijk advies kan het Commissariaat evenwel uit praktische overwegingen in redelijkheid van de betrokken gemeenteraden niet verlangen dat zij in een gezamenlijke vergadering een advies aan hem uitbrengen over een aanwijzingsaanvraag. De advisering dient met elkaar te worden afgestemd. Het Commissariaat is van oordeel dat aan het vereiste van het gezamenlijk uitbrengen van een advies is voldaan indien de betrokken gemeenteraden in hun respectievelijke adviezen verwoorden dat zij rekening hebben gehouden met de omstandigheid dat het een aanwijzingsaanvraag betreft voor een verzorgingsgebied dat meer dan een gemeente omvat. Nu het kan voorkomen dat tussen de desbetreffende raadsvergaderingen een tijdspanne van een of meer weken zit, is, naast de voorwaarde dat de adviezen eensluidend moeten zijn, de voorwaarde opgenomen dat de adviezen betrekking moeten hebben op hetzelfde programmabeleidbepalend orgaan (pbo), althans een pbo dat dezelfde samenstelling heeft.

In de tweede plaats worden de lokale publieke media-instellingen in de aangrenzende gemeenten en de regionale publieke media-instelling van de provincie waarin de samenvoeging van de verzorgingsgebieden plaatsvindt op de hoogte gebracht van de desbetreffende aanwijzingsaanvraag. Met de wijziging dat van hen geen zienswijze meer wordt verlangd is impliciet naar voren gebracht dat deze media-instellingen niet als belanghebbende kunnen worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit laat onverlet dat een lokale media-instelling belanghebbende is als zij ook een aanwijzingsaanvraag heeft ingediend voor (een deel van) hetzelfde verzorgingsgebied.

Zoals gezegd bepaalt artikel 2.64, eerste lid, van de Mediawet 2008 dat een lokale publieke media-instelling die haar publieke mediaopdracht wil uitvoeren voor meer dan één gemeente alleen dan door het Commissariaat voor dat gebied wordt aangewezen indien de raden van de desbetreffende gemeenten gezamenlijk hebben geadviseerd dat de instelling aan de eisen voldoet die de wet stelt. Naast de aanwijzing van één lokale publiek media-instelling per gemeente bestaat derhalve de mogelijkheid dat een lokale publieke media-instelling lokaal media-aanbod verzorgt voor een aantal aan elkaar grenzende gemeenten. De Memorie van Toelichting (1984–1985, 19 136, p. 63) spreekt in dit geval van een streekomroep. Bij het begrip ‘streek’ wordt gedacht aan een gebied dat zoveel mogelijk valt binnen de grenzen van een samenwerkingsgebied (een zogeheten plusregio) zoals voorzien in de Wet gemeenschappelijke regelingen. (Stb. 1984, 669). De doelstelling van lokaal publiek media-aanbod, het verschaffen van lokaal gebonden informatie aan het publiek en het creëren van een communicatiemogelijkheid voor mensen uit de lokale gemeenschap dient, aldus de Memorie van Toelichting, niet in het gedrang te komen, zodat de omvang van het gebied beperkt dient te blijven.

Gezien de omstandigheid dat de Mediawet 2008 zelf het begrip ‘streekomroep’ niet kent zijn bovengenoemde globale criteria de enige aanknopingspunten voor de beantwoording van de vraag in welke gevallen en onder welke voorwaarden een verzoek om een aanwijzing als lokale publieke media-instelling voor twee of meer gemeenten gehonoreerd kan worden. Deze beleidsregels bieden nadere aanknopingspunten.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Een aanwijzingsaanvraag voor twee of meer gemeenten wordt, met name ter handhaving van de in de Mediawet 2008 onderscheiden drie niveaus van binnenlandse omroep: landelijk, regionaal en lokaal, door het Commissariaat getoetst aan de in dit artikel opgenomen criteria. Het dient voorkomen te worden dat door gebiedsuitbreiding zodanige dominante lokale publieke media-instellingen ontstaan dat andere lokale of regionale publieke media-instellingen in hun functioneren worden gehinderd. De gebiedsuitbreiding en derhalve de omvang van het verzorgingsgebied van een lokale media-instelling voor meer dan een gemeente, dient derhalve beperkt te blijven.

De gebiedsuitbreiding waardoor een verzorgingsgebied van een lokale media-instelling ontstaat dat meer dan een gemeente omvat kent een drietal uitgangssituaties:

  • een nieuw initiatief dient een aanwijzingsaanvraag in voor meer dan een gemeente;

  • een lokale media-instelling dient een aanwijzingsaanvraag in voor een of meer aangrenzende gemeente(n);

  • twee of meer lokale media-instellingen uit aangrenzende gemeenten dienen na te zijn gefuseerd of na een nieuwe instelling te hebben opgericht, een aanwijzingsaanvraag in, waardoor een die gemeenten omvattend verzorgingsgebied ontstaat.

Artikel 3

Een aanwijzingsaanvraag voor twee of meer gemeenten dient voldoende gemotiveerd te zijn in die zin dat moet worden aangetoond dat wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in artikel 2 van deze beleidsregels.

De omvang van het verzorgingsgebied maakt deel uit van en heeft invloed op het programmabeleid van de lokale publieke media-instelling. Uit de aanwijzingsaanvraag moet derhalve ontegenzeggelijk blijken dat de aanvraag wordt onderschreven door het pbo.

Artikel 4

Indien naar aanleiding van een aanwijzingsaanvraag voor twee of meer gemeenten de daaropvolgende advisering van de betrokken gemeenteraden leidt tot een positief advies van de ene raad over de in artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008 opgenomen vereisten en een, naar het oordeel van het Commissariaat voldoende gemotiveerd, negatief advies van de andere raad dan, dient de desbetreffende aanwijzingsaanvraag in zijn geheel te worden afgewezen, omdat niet is voldaan aan het vereiste dat een gezamenlijk advies wordt gegeven. In het andere geval, dus als het Commissariaat de lokale media-instelling aanwijst voor de gemeente met het positieve raadsadvies en de aanvraag afwijst voor de gemeente met het negatieve raadsadvies, zou de betrokken lokale media-instelling immers media-aanbod gaan verzorgen voor één gemeente, terwijl het positieve raadsadvies waarop het aanwijzingsbesluit van het Commissariaat is gebaseerd, betrekking heeft op een pbo dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van stromingen uit ook de andere gemeente. Aan de aanwijzing van een lokale media-instelling voor meer dan een gemeente moet derhalve niet alleen een door de betrokken gemeenteraden gezamenlijk uitgebracht advies ten grondslag liggen, dat advies moet ook eensluidend positief zijn over de in het tweede lid van artikel 2.61 van de Mediawet 2008 opgenomen vereisten. In het geval het Commissariaat derhalve een niet eensluidend advies ontvangt, dan behandelt hij dat advies als twee of meer afzonderlijke adviezen waarop afzonderlijk wordt besloten.

Artikel 5

De aanwijzingsaanvraag voor twee of meer gemeenten raakt mede de belangen van de lokale publieke media-instellingen in omliggende gemeenten en kan aanleiding zijn voor laatstgenoemde instellingen om ook een aanwijzingsaanvraag voor (een deel van) hetzelfde gebied in te dienen. Om hen hiertoe in de gelegenheid te stellen acht het Commissariaat het van belang dat zij op de hoogte worden gesteld van de aanwijzingsaanvraag van de eerstgenoemde instelling.

Artikel 6

Bij een bijzonder geval of een bijzondere omstandigheid moet bijvoorbeeld worden gedacht aan een aanwijzingsbesluit dat vanwege omvang van het verzorgingsgebied op grond van deze beleidsregels niet had kunnen worden genomen, maar welke omvang al was bereikt vóór september 1998, dus vóór het van kracht worden van de eerste versie van deze beleidsregels.

Naar boven