Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 4 juli 2012, houdende de vaststelling van de hoogte van de algemene onkostenvergoeding voor de rechterlijke ambtenaren (Regeling algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 7, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

Besluit:

Artikel 1

De bedragen van de algemene onkostenvergoeding worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de afgeleide consumentenprijsindex over het voorgaande kalenderjaar, zoals deze wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 2

De indexering van de algemene onkostenvergoeding wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari van het betreffende kalenderjaar toegepast.

Artikel 3

De functies waarvoor de algemene onkostenvergoeding geldt en de geldende bedragen voor deze functies worden vermeld in een bijlage bij deze regeling.

Artikel 4

  • 1. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2008 wordt met 2,5% verhoogd en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 1 genoemd bedrag.

  • 2. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2009 wordt met 2,2% verhoogd en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 2 genoemd bedrag.

  • 3. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2010 wordt met 0,9% verhoogd en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 3 genoemd bedrag.

  • 4. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2011 wordt met 1,1% verhoogd en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 4 genoemd bedrag.

  • 5. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2012 wordt met 2,2% verhoogd en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 5 genoemd bedrag.

  • 6. De bedragen van de algemene onkostenvergoeding worden afgerond naar de eerstvolgende euro.

Artikel 5

Aan de rechterlijke ambtenaren die zijn aangesteld of aangewezen en de rechterlijke ambtenaren in opleiding die zijn aangesteld voor het vervullen van minder dan de helft van een volledige arbeidsduur wordt een algemene onkostenvergoeding toegekend die een met hun werktijd overeenkomend deel bedraagt van de vergoeding die zij zouden hebben ontvangen indien zijn in hetzelfde ambt zouden zijn aangesteld voor het vervullen van een volledige arbeidsduur.

Artikel 6

De rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding heeft, wanneer aan hem voor 50% of meer van de arbeidsduur waarvoor hij is aangesteld buitengewoon verlof voor ten minste een maand, al dan niet met behoud van bezoldiging, is verleend, gedurende de periode van het buitengewoon verlof aanspraak op de algemene onkostenvergoeding naar rato van het aantal uren dat hij geen buitengewoon verlof geniet.

Artikel 7

De rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding heeft, wanneer hij voor meer dan 50% van een volledige arbeidsduur ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, na ommekomst van het kalenderjaar waarin de ongeschiktheid is aangevangen en het kalenderjaar daaropvolgend, aanspraak op de algemene onkostenvergoeding die een met zijn feitelijke arbeidsduur overeenkomend deel bedraagt van de vergoeding die hij zou hebben ontvangen indien hij in het geheel niet ongeschikt tot het verrichten van arbeid wegens ziekte zou zijn.

Artikel 8

De artikelen van deze regeling treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst, met dien verstande dat:

  • a. artikel 4, eerste lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2008;

  • b. artikel 4, tweede lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2009;

  • c. artikel 4, derde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2010;

  • d. artikel 4, vierde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2011;

  • e. artikel 4, vijfde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2012.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2012.

Artikel 10

De Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren wordt ingetrokken.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren.

Deze regeling zal met toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

In de bijlagen behorend bij deze regeling worden de bedragen geformaliseerd. Hieronder een overzicht van de bijlagen:

  • bijlage 1: de bedragen geldend voor 2008,

  • bijlage 2: de bedragen geldend voor 2009,

  • bijlage 3: de bedragen geldend voor 2010,

  • bijlage 4: de bedragen geldend voor 2011,

  • bijlage 5: de bedragen geldend voor 2012.

BIJLAGE 1 ALGEMENE ONKOSTENVERGOEDING VOOR HET JAAR 2008

bij de Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren (artikel 7, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren).

BIJLAGE 2 ALGEMENE ONKOSTENVERGOEDING VOOR HET JAAR 2009

bij de Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren (artikel 7, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren).

BIJLAGE 3 ALGEMENE ONKOSTENVERGOEDING VOOR HET JAAR 2010

bij de Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren (artikel 7, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren).

BIJLAGE 4 ALGEMENE ONKOSTENVERGOEDING VOOR HET JAAR 2011

bij de Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren (artikel 7, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren).

BIJLAGE 5 ALGEMENE ONKOSTENVERGOEDING VOOR HET JAAR 2012

bij de Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren (artikel 7, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren).

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling stelt nadere regels ten aanzien van de hoogte van de algemene onkostenvergoeding, die op grond van artikel 7 van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt toegekend aan de rechterlijk ambtenaar, die is aangesteld of aangewezen voor een al dan niet volledige arbeidsduur, of de rechterlijk ambtenaar in opleiding.

Deze regeling behelst tevens de uitwerking van punt 4 van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rechterlijke macht 2007–2010 aangaande de hoogte van de onkostenvergoeding voor de rechtelijk ambtenaren in het geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte alsmede bij de toekenning van buitengewoon verlof.

De regeling strekt tevens tot het vaststellen van de indexering van de algemene onkostenvergoeding voor de rechterlijke ambtenaren vanaf het jaar 2008 . De indexering van de algemene onkostenvergoeding over de jaren 2008 tot en met 2012 is eerder bij circulaire bekendgemaakt.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 1 is bepaald dat de algemene onkostenvergoeding jaarlijks wordt aangepast door middel van toepassing van de afgeleide consumentenprijsindex (CPI) over het voorgaande kalenderjaar, zoals deze is berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Artikel 2

De afgeleide CPI over het voorgaande kalenderjaar wordt door het CBS pas bekendgemaakt in de loop van het kalenderjaar waarover deze dient te worden toegepast. Dat leidt ertoe dat de indexering altijd voor een bepaalde periode met terugwerkende kracht tot en met 1 januari van het betreffende jaar dient plaats te vinden. Dit wordt in artikel 2 duidelijk gemaakt.

Artikel 3

In artikel 3 is bepaald dat de functies waarvoor de algemene onkostenvergoeding geldt en de hoogte van de onkostenvergoeding voor de betreffende functies worden vermeld in een bijlage bij deze regeling.

Artikel 4

In artikel 4 worden de percentages genoemd waarmee de algemene onkostenvergoeding in ieder jaar wordt verhoogd. De indexering op basis van deze percentages resulteert in de bedragen zoals deze in de bijlagen bij deze regeling zijn opgenomen.

Artikel 5

In geval van een aanstelling of aanwijzing voor minder dan de helft van de volledige arbeidsduur wordt een algemene onkostenvergoeding naar rato van de voor betrokkene geldende arbeidsduur toegekend.

Artikel 6

In geval aan de rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding voor 50% of meer van de arbeidsduur waarvoor hij is aangesteld of aangewezen buitengewoon verlof (al dan niet bezoldigd) voor ten minste een maand is verleend, wordt een algemene onkostenvergoeding toegekend naar rato van het aantal uren dat hij geen buitengewoon verlof geniet.

Artikel 7

In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte van meer dan 50% van een volledige arbeidsduur wordt, na ommekomst van het kalenderjaar waarin de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid is aangevangen en het daaropvolgende kalenderjaar, een algemene onkostenvergoeding toegekend naar rato van de arbeidsduur waarin wel arbeid wordt verricht.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven