De Minister van Veiligheid en Justitie,
Gelet op artikel 7, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren;
Besluit:
Artikel 1
De bedragen van de algemene onkostenvergoeding worden jaarlijks geïndexeerd op basis
van de afgeleide consumentenprijsindex over het voorgaande kalenderjaar, zoals deze
wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 2
De indexering van de algemene onkostenvergoeding wordt met terugwerkende kracht tot
en met 1 januari van het betreffende kalenderjaar toegepast.
Artikel 3
De functies waarvoor de algemene onkostenvergoeding geldt en de geldende bedragen
voor deze functies worden vermeld in een bijlage bij deze regeling.
Artikel 4
-
1. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2008 wordt met 2,5% verhoogd
en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 1 genoemd bedrag.
-
2. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2009 wordt met 2,2% verhoogd
en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 2 genoemd bedrag.
-
3. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2010 wordt met 0,9% verhoogd
en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 3 genoemd bedrag.
-
4. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2011 wordt met 1,1% verhoogd
en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 4 genoemd bedrag.
-
5. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2012 wordt met 2,2% verhoogd
en vastgesteld op het in de bij deze regeling behorende bijlage 5 genoemd bedrag.
-
6. De bedragen van de algemene onkostenvergoeding worden afgerond naar de eerstvolgende
euro.
Artikel 5
Aan de rechterlijke ambtenaren die zijn aangesteld of aangewezen en de rechterlijke
ambtenaren in opleiding die zijn aangesteld voor het vervullen van minder dan de helft
van een volledige arbeidsduur wordt een algemene onkostenvergoeding toegekend die
een met hun werktijd overeenkomend deel bedraagt van de vergoeding die zij zouden
hebben ontvangen indien zijn in hetzelfde ambt zouden zijn aangesteld voor het vervullen
van een volledige arbeidsduur.
Artikel 6
De rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding heeft, wanneer aan
hem voor 50% of meer van de arbeidsduur waarvoor hij is aangesteld buitengewoon verlof
voor ten minste een maand, al dan niet met behoud van bezoldiging, is verleend, gedurende
de periode van het buitengewoon verlof aanspraak op de algemene onkostenvergoeding
naar rato van het aantal uren dat hij geen buitengewoon verlof geniet.
Artikel 7
De rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding heeft, wanneer hij
voor meer dan 50% van een volledige arbeidsduur ongeschikt is tot het verrichten van
arbeid wegens ziekte, na ommekomst van het kalenderjaar waarin de ongeschiktheid is
aangevangen en het kalenderjaar daaropvolgend, aanspraak op de algemene onkostenvergoeding
die een met zijn feitelijke arbeidsduur overeenkomend deel bedraagt van de vergoeding
die hij zou hebben ontvangen indien hij in het geheel niet ongeschikt tot het verrichten
van arbeid wegens ziekte zou zijn.
Artikel 8
De artikelen van deze regeling treden in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst, met dien verstande
dat:
-
a. artikel 4, eerste lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2008;
-
b. artikel 4, tweede lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2009;
-
c. artikel 4, derde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2010;
-
d. artikel 4, vierde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2011;
-
e. artikel 4, vijfde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2012.
Artikel 9
Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2012.
Artikel 10
De Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren wordt ingetrokken.
Artikel 11
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling algemene onkostenvergoeding rechterlijke
ambtenaren.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling stelt nadere regels ten aanzien van de hoogte van de algemene onkostenvergoeding,
die op grond van artikel 7 van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt
toegekend aan de rechterlijk ambtenaar, die is aangesteld of aangewezen voor een al
dan niet volledige arbeidsduur, of de rechterlijk ambtenaar in opleiding.
Deze regeling behelst tevens de uitwerking van punt 4 van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst
sector Rechterlijke macht 2007–2010 aangaande de hoogte van de onkostenvergoeding
voor de rechtelijk ambtenaren in het geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte
alsmede bij de toekenning van buitengewoon verlof.
De regeling strekt tevens tot het vaststellen van de indexering van de algemene onkostenvergoeding
voor de rechterlijke ambtenaren vanaf het jaar 2008 . De indexering van de algemene
onkostenvergoeding over de jaren 2008 tot en met 2012 is eerder bij circulaire bekendgemaakt.
Artikelsgewijs
Artikel 1
In artikel 1 is bepaald dat de algemene onkostenvergoeding jaarlijks wordt aangepast
door middel van toepassing van de afgeleide consumentenprijsindex (CPI) over het voorgaande
kalenderjaar, zoals deze is berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Artikel 2
De afgeleide CPI over het voorgaande kalenderjaar wordt door het CBS pas bekendgemaakt
in de loop van het kalenderjaar waarover deze dient te worden toegepast. Dat leidt
ertoe dat de indexering altijd voor een bepaalde periode met terugwerkende kracht
tot en met 1 januari van het betreffende jaar dient plaats te vinden. Dit wordt in
artikel 2 duidelijk gemaakt.
Artikel 3
In artikel 3 is bepaald dat de functies waarvoor de algemene onkostenvergoeding geldt
en de hoogte van de onkostenvergoeding voor de betreffende functies worden vermeld
in een bijlage bij deze regeling.
Artikel 4
In artikel 4 worden de percentages genoemd waarmee de algemene onkostenvergoeding
in ieder jaar wordt verhoogd. De indexering op basis van deze percentages resulteert
in de bedragen zoals deze in de bijlagen bij deze regeling zijn opgenomen.
Artikel 5
In geval van een aanstelling of aanwijzing voor minder dan de helft van de volledige
arbeidsduur wordt een algemene onkostenvergoeding naar rato van de voor betrokkene
geldende arbeidsduur toegekend.
Artikel 6
In geval aan de rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding voor
50% of meer van de arbeidsduur waarvoor hij is aangesteld of aangewezen buitengewoon
verlof (al dan niet bezoldigd) voor ten minste een maand is verleend, wordt een algemene
onkostenvergoeding toegekend naar rato van het aantal uren dat hij geen buitengewoon
verlof geniet.
Artikel 7
In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte van meer dan 50% van een volledige
arbeidsduur wordt, na ommekomst van het kalenderjaar waarin de ongeschiktheid tot
het verrichten van arbeid is aangevangen en het daaropvolgende kalenderjaar, een algemene
onkostenvergoeding toegekend naar rato van de arbeidsduur waarin wel arbeid wordt
verricht.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten.