Overdracht opsporingsvergunning E14, uittreding XTO, Netherlands B.V.

Procesverloop:

  • Tullow Netherlands B.V. (hierna genoemd Tullow), GTO Limited (hierna genoemd GTO) en XTO Netherlands, Ltd. (hierna genoemd XTO) gezamenlijk zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (thans Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) van 14 januari 2008 verleende opsporingsvergunning E14, met kenmerk: ET/EM/ 7132382 (Stcrt. 2008, nr. 12), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 2 juli 2010, met kenmerk: ETM/EM/ 10098565 (Stcrt. 2010, nr. 13614);

  • de vergunninghouder heeft bij brief van 26 april 2012, ontvangen op 3 mei 2012, gevraagd om toestemming op grond van artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) tot overdracht van de opsporingsvergunning E14 aan Tullow en GTO, waarbij Tullow de persoon blijft die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, Mbw.

Overwegingen:

  • de aanvraag wordt als volgt begrepen dat de huidige vergunninghouder vraagt om toestemming tot overdracht van de opsporingsvergunning E14, zodanig dat Tullow en GTO gezamenlijk vergunninghouder worden van de opsporingsvergunning E14, waarbij Tullow de persoon blijft die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleent, zoals bedoeld in artikel 22, vijfde lid, Mbw;

  • de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouder geven geen aanleiding tot het weigeren van de toestemming tot overdracht van de opsporingsvergunning aan deze beoogde vergunninghouder.

    Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, Mbw in samenhang met artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, Mbw;

  • de manier waarop de beoogde vergunninghouder voornemens is de activiteiten te verrichten geeft geen aanleiding de toestemming tot overdracht te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, Mbw in samenhang met artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, Mbw;

  • de beoogde vergunninghouder heeft niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, en artikel 25, eerste lid Mbw blijk gegeven van een gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, Mbw in samenhang met artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c, Mbw.

Gelet op artikel 20, eerste en derde lid Mbw.

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de opsporingsvergunning E14, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (thans Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) van 14 januari 2008 verleende opsporingsvergunning E14, met kenmerk: ET/EM/ 7132382 (Stcrt. 2008, nr. 12), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 2 juli 2010, met kenmerk: ETM/EM/ 10098565 (Stcrt. 2010, nr. 13614), wordt toestemming verleend tot overdracht van de opsporingsvergunning, zodat Tullow Netherlands B.V. en GTO Limited gezamenlijk houder worden van de opsporingsvergunning E14.

Artikel 2

De vergunning dient binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 3

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en aan EBN B.V., Afdeling Legal, Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: Y. Peters, MT-lid directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: X/050), Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven