Regeling van de directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 25 juni 2012, nr. 2012-193551 houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de korpschef van het politiekorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en aan de algemeen commandant van het brandweerkorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Regeling mandaatverlening aan korpschef KPBES en algemeen commandant brandweer BES 2012)

De directeur-generaal Politie,

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 5, tweede lid, van de Regeling verlening ondermandaat korpsbeheer politie en brandweer BES 2012;

Besluit:

Paragraaf 1 Bevoegdheden korpschef politie

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van de Regeling verlening ondermandaat korpsbeheer politie en brandweer BES 2012 aan de directeur-generaal Politie verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de korpschef met dien verstande dat aan de directeur-generaal Politie blijft voorbehouden:

    • a. de besluitvorming tot het schorsen en het om disciplinaire redenen ontslaan van ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het politiekorps;

    • b. de beëdiging van de korpschef;

    • c. het uitreiken, registreren en innemen van het politielegitimatiebewijs van de korpschef;

    • d. de besluitvorming inzake de bezoldiging, beloning en het toekennen van toelagen aan de korpsleiding;

    • e. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof van de korpschef;

    • f. het goedkeuren van dienstreizen en werkbezoeken buiten het Caribisch deel van het Koninkrijk door de korpschef;

    • g. het voeren van functioneringsgesprekken met de korpschef en de vastlegging van de daarop gebaseerde beoordelingen;

    • h. het voeren van het overleg, bedoeld in artikel 48, vijfde lid, van de Rijkswet politie met de procureur-generaal, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en de korpschef over het beheer van de politie;

    • i. het ten behoeve van de uitvoering van activiteiten voor de instandhouding van het politiekorps, met uitzondering van het verrichten van investeringen, namens de Minister voor de Staat verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen boven een bedrag van USD 35.000,– exclusief ABB, met uitzondering van het afsluiten van leasecontracten.

  • 2. Het mandaat van de korpschef van het politiekorps strekt zich naast de in artikel 2, eerste lid, onderdelen b tot en met h en j, van de Regeling verlening ondermandaat korpsbeheer politie en brandweer BES 2012 genoemde gevallen in ieder geval ook uit tot het doen van voorstellen aan de directeur-generaal Politie voor de benoeming, bevordering, schorsing, het opleggen van disciplinaire maatregelen en ontslag van ambtenaren die zijn geplaatst bij het korps politie.

Artikel 2

  • 1. De korpschef wordt toegestaan ten aanzien van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 1, ondermandaat te verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen van het politiekorps, met uitzondering van de bevoegdheid tot:

    • a. het benoemen van personeel;

    • b. de besluitvorming inzake de bezoldiging, beloning en het toekennen van toelagen;

    • c. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof en

    • d. het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, anders dan uitgaven voor reis- en verblijfkosten van ambtenaren van politie of derden in het kader van de werkzaamheden van de politie.

  • 2. Door de korpschef verleend ondermandaat kan niet verder worden doorgegeven.

Artikel 3

  • 1. Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het ondermandaat aan de korpschef, bedoeld in artikel 1, met betrekking tot het beheer van het politiekorps vindt plaats op de volgende wijze:

    De beheerder van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Korpschef van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba

  • 2. Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het ondermandaat aan de korpschef, bedoeld in artikel 1, met betrekking tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag van de ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het korps politie vindt plaats op de volgende wijze:

    De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Korpschef van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel 4

  • 1. Bij afwezigheid of ontstentenis van de korpschef wordt diens mandaat volledig uitgeoefend door de waarnemend korpschef.

  • 2. Bij afwezigheid of ontstentenis van zowel de korpschef als de waarnemend korpschef worden hun bevoegdheden uitgeoefend door de gemandateerd korpsbeheerder.

Paragraaf 2 Bevoegdheden algemeen commandant brandweer

Artikel 5

  • 1. Van het ingevolge artikel 4 van de Regeling verlening ondermandaat korpsbeheer politie en brandweer BES 2012 aan de directeur-generaal Politie verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de algemeen commandant met dien verstande dat aan de directeur-generaal Politie blijft voorbehouden:

    • a. de besluitvorming inzake het schorsen en het om disciplinaire redenen ontslaan van ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij van het brandweerkorps;

    • b. de besluitvorming inzake de bezoldiging, beloning en het toekennen van toelagen aan de korpsleiding;

    • c. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof van de algemeen commandant;

    • d. het goedkeuren van dienstreizen en werkbezoeken buiten het Caribisch deel van het Koninkrijk door de algemeen commandant;

    • e. het voeren van functioneringsgesprekken met de algemeen commandant en de vastlegging van de daarop gebaseerde beoordelingen;

    • f. de beëdiging van de algemeen commandant;

    • g. het ten behoeve van de uitvoering van activiteiten voor de instandhouding van het brandweerkorps, met uitzondering van het verrichten van investeringen, namens de Minister voor de Staat verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen boven een bedrag van USD 35.000,– exclusief ABB, met uitzondering van het afsluiten van leasecontracten.

  • 2. Het mandaat van de algemeen commandant van het brandweerkorps strekt zich naast de in artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van de Regeling verlening ondermandaat korpsbeheer politie en brandweer BES 2012 genoemde gevallen in ieder geval uit tot het doen van voorstellen aan de directeur-generaal Politie voor de benoeming, bevordering, schorsing, het opleggen van disciplinaire maatregelen en ontslag van personeel van het brandweerkorps.

Artikel 6

  • 1. De algemeen commandant wordt toegestaan ten aanzien van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 5, ondermandaat te verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen van het brandweerkorps, met uitzondering van de bevoegdheid tot:

    • a. het benoemen van personeel;

    • b. de besluitvorming inzake de bezoldiging, beloning en het toekennen van toelagen;

    • c. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof van de eilandelijke commandanten en

    • d. het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ten bedrage van USD 500,– per maand of hoger ten behoeve van het brandweerkorps, dan wel voertuigen of materieel van het brandweerkorps.

  • 2. Door de algemeen commandant verleend ondermandaat kan niet verder worden doorgegeven.

Artikel 7

  • 1. Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het mandaat van de algemeen commandant bedoeld in artikel 5 vindt plaats op de volgende wijze:

    De beheerder van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Algemeen commandant van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba

  • 2. Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het ondermandaat aan de algemeen commandant, bedoeld in artikel 1, met betrekking tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag van de ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het brandweerkorps vindt plaats op de volgende wijze:

    De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Algemeen commandant van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel 8

  • 1. Bij afwezigheid of ontstentenis van de algemeen commandant wordt diens mandaat volledig uitgeoefend door de waarnemend algemeen commandant.

  • 2. Bij afwezigheid of ontstentenis van zowel de algemeen commandant als de waarnemend algemeen commandant worden diens bevoegdheden uitgeoefend door de gemandateerd korpsbeheerder.

Paragraaf 3 Overige bepalingen

Artikel 9

  • 1. De directeur-generaal Politie is bevoegd de gemandateerde bevoegdheden uit te oefenen en kan het mandaat te allen tijde intrekken.

  • 2. De korpschef en de algemeen commandant verschaffen de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 3. De directeur-generaal Politie kan de korpschef of de algemeen commandant per geval of in het algemeen instructies geven inzake de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 10

Uiterlijk drie jaar na inwerkingtreding van dit besluit zenden de korpschef en de algemeen commandant een verslag aan de gemandateerd korpsbeheerder, door tussenkomst van de directeur-generaal Politie over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.

Artikel 11

Het besluit ondermandaat gemandateerd korpsbeheerder BES wordt ingetrokken.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaatverlening aan korpschef KPBES en algemeen commandant brandweer BES 2012

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, H.W.M. Schoof.

TOELICHTING

Deze regeling behelst het doormandateren van bevoegdheden aan de korpschef van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en aan de algemeen commandant van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Om praktisch redenen is het wenselijk een aantal bevoegdheden ten aanzien van het korpsbeheer uit te oefenen in de openbare lichamen zelf. Daartoe wordt op grond van de onderhavige regeling een aantal bevoegdheden doorgemandateerd aan de korpschef en de algemeen commandant.

Met uitzondering van een aantal specifiek benoemde bevoegdheden, kunnen de korpschef en de algemeen commandant een aantal bevoegdheden doormandateren aan de onder hen ressorterende functionarissen. Voor de algemeen commandant kan daarbij worden gedacht aan het doormandateren van bevoegdheden aan eilandelijk commandanten op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De korpschef en de algemeen commandant leggen aan de directeur-generaal Politie op zijn verzoek verantwoording af over de door hen op grond van deze regeling uitgeoefende bevoegdheden. Dit is analoog aan artikel 10:6, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht, die ten aanzien van wet- en regelgeving met betrekking tot Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet van toepassing is. Op diezelfde wijze kan overeenkomstig artikel 10:8 van de Algemene wet bestuursrecht de gemandateerd korpsbeheerder het mandaat altijd beëindigen.

Artikelgewijs

Artikelen 1 en 5

Deze artikelen regelen een aantal bevoegdheden van de korpschef, onderscheidenlijk de algemeen commandant die op hun verschillende werkterreinen betrekking hebben. Voor een aantal specifieke bevoegdheden bevat het tweede lid van de artikelen 1 en 5 een expliciete regeling. Daarmee wordt tevens beoogd een heldere afbakening te scheppen tussen de bevoegdheden van enerzijds de directeur-generaal Politie en anderzijds de korpschef, onderscheidenlijk algemeen commandant.

Uit de artikelen 1, eerste lid, onder c, en 5, eerste lid, onder b, volgt dat de korpschef van het politiekorps en de algemeen commandant van het brandweerkorps onder meer bevoegd zijn ten behoeve van de uitvoering van activiteiten voor de instandhouding van het desbetreffende korps, met uitzondering van het verrichten van investeringen, (de reguliere exploitatie) namens de Minister voor de Staat privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, elk tot een bedrag van USD 35.000,– exclusief ABB. Onder dergelijke activiteiten wordt verstaan de zaken en werkzaamheden, niet zijnde investeringen, die het mogelijk maken dat activiteiten die voor de instandhouding van het korps nodig zijn, uitgevoerd kunnen worden. Van deze bevoegdheid is uitgezonderd de bevoegdheid tot het afsluiten van leasecontracten. Activiteiten boven voornoemd bedrag, alsmede het afsluiten van leasecontracten, ongeacht de hoogte van het daarmee gemoeid zijnde bedrag, zijn voorbehouden aan de directeur-generaal Politie.

Artikelen 2 en 6

Deze artikelen regelen dat de korpschef en de algemeen commandant bevoegdheden kunnen doormandateren aan onder hen ressorterende functionarissen. Bij de algemeen commandant brandweer kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het doormandateren van enkele beheersmatige bevoegdheden aan de eilandelijk brandweercommandanten van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Een aantal specifiek genoemde bevoegdheden is uitgesloten van doormandatering. Deze bevoegdheden kunnen slechts door de korpschef en de algemeen commandant worden uitgeoefend. Specifiek ten aanzien van privaatrechtelijke rechtshandelingen op politiegebied biedt artikel 2, eerste lid, de mogelijkheid aan de korpschef aan de hoofden basispolitiezorg op Saba en Sint Eustatius de bevoegdheid te verlenen, zonodig onder specifieke voorwaarden, om ten behoeve van noodzakelijk reis- en verblijfkosten van politieambtenaren of derden uitgaven te verrichten. Deze bevoegdheid kan noodzakelijk zijn indien buiten normale kantooruren onvoorziene dienstreizen noodzakelijk zijn. De algemeen commandant van de brandweer kan de lokaal commandanten de bevoegdheid verlenen voor het verrichten van uitgaven tot een bedrag van USD 500,– per maand. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn indien in spoedgevallen kleine reparaties aan materieel of voertuigen moeten plaatsvinden.

Artikelen 3 en 7

Deze artikelen bevatten voorschriften inzake de ondertekening van besluiten en andere stukken op grond van het ondermandaat.

Artikelen 4 en 8

Deze artikelen bevatten een vervangingsregeling in geval van afwezigheid van de korpschef, onderscheidenlijk de algemeen commandant. In die gevallen is hun plaatsvervanger bevoegd tot uitoefening van het mandaat. In het geval zowel de korpschef en diens plaatsvervanger afwezig zijn, dan wel de algemeen commandant en diens plaatsvervanger afwezig zijn worden de bevoegdheden uitgeoefend door de gemandateerd korpsbeheerder. Het spreekt voor zich dat het hier gaat om de bevoegdheden op het gebied van het beheer van het korps en niet om de functionele aansturing van het korps en binnen het korps.

De directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, H.W.M. Schoof.

Naar boven