De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu maakt, gelet op artikel 16.30, vierde
lid, van de Wet milieubeheer, het nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten
2013–2020 bekend.
Dit besluit bevat de jaarlijkse kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten
voor de periode 2013–2020 aan inrichtingen die op grond van de EU-richtlijn handel
in broeikasgasemissierechten in deze periode onder dat systeem vallen. Tevens is in
dit besluit bepaald welke inrichtingen op grond van artikel 27 van deze richtlijn
bij de Europese Commissie zijn gemeld voor uitsluiting van dat systeem (opt-out).
Bij het besluit behoort een bijlage 1 die de betreffende inrichtingen en het bijbehorende
aantal emissierechten vermeldt. In de toelichting bij het besluit wordt op hoofdlijnen
uitgelegd op welke wijze de berekening op grond van de EU-uitvoeringsmaatregelen inzake
de kosteloze toewijzing voor de periode 2013–2020 is uitgevoerd. De precieze berekening
is per inrichting weergegeven in een bedrijfsspecifieke bijlage, bijlage 2. Deze bijlage
bevat vertrouwelijk medegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens en zal op grond van
artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur niet ter inzage worden gelegd.
De kennisgeving van het ontwerpbesluit is op 24 januari 2012 gepubliceerd in de Staatscourant
(Stcrt. 2012, 202). Gedurende een periode van zes weken kon een ieder een zienswijze indienen. De reacties
op de zienswijzen zijn verwerkt in het besluit.
Het besluit ligt ter inzage bij de Nederlandse emissieautoriteit te Den Haag. Mocht
u het besluit willen inzien dan kunt u hiervoor telefonisch een afspraak maken: 070 339 09 83.
Het besluit is te raadplegen op de website van de Nederlandse emissieautoriteit: www.emissieautoriteit.nl. Het besluit is tevens toegezonden aan degenen die zienswijzen hebben ingediend.
Het besluit wordt ingevolge artikel 16.30, vierde lid, van de Wet milieubeheer toegezonden
aan de Europese Commissie. De Europese Commissie maakt een beoordeling van het nationaal
toewijzingsbesluit en kan aanwijzingen geven tot aanpassing. Mocht het besluit naar
aanleiding van de beoordeling van de Europese Commissie moeten worden aangepast, dan
wordt het besluit gewijzigd. Hiervan wordt kennisgeving gedaan. Dan begint ook de
termijn voor het instellen van beroep door belanghebbenden. Ook als het besluit niet
gewijzigd wordt, wordt hiervan mededeling gedaan. Op dat moment begint de beroepstermijn.