Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 25 juni 2012, met kenmerk WJZ/12040241, houdende instelling van de besturing van eHerkenning (Instellingsbesluit besturing eHerkenning)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. Afsprakenstelsel eHerkenning:

het geheel van afspraken op het gebied van organisatie, beheer, architectuur, toepassingen, techniek, procedures en regels aangaande het netwerk voor eHerkenning in de laatste vastgestelde versie.

c. de Stelselraad:

de Stelselraad eHerkenning, bedoeld in artikel 2;

d. het Tactisch Overleg:

het Tactisch Overleg eHerkenning, bedoeld in artikel 13;

e. het Operationeel Overleg:

het Operationeel Overleg eHerkenning, bedoeld in artikel 22;

f. de Beheerorganisatie:

de organisatie die het Afsprakenstelsel eHerkenning beheert en de Stelselraad, het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg ondersteunt;

g. deelnemer:

een partij die conform het Afsprakenstelsel eHerkenning één of meer rollen vervult binnen het netwerk voor eHerkenning;

h. dienstverlener:

een overheidsorganisatie, een privaatrechtelijke rechtspersoon of een onderneming niet zijnde een privaatrechtelijke rechterpersoon die conform het Afsprakenstelsel eHerkenning elektronische diensten aanbiedt waarin herkenningsdiensten voorkomen;

i. gebruiker:

een overheidsorganisatie, een privaatrechtelijke rechtspersoon of een onderneming niet zijnde een privaatrechtelijke rechterpersoon die conform het Afsprakenstelsel eHerkenning elektronische diensten afneemt en daarvoor gebruik maakt van een herkenningsdienst;

j. waarnemer:

ambtenaar ressorterend onder de minister.

Paragraaf 2. De Stelselraad eHerkenning

Artikel 2

  • 1. Er is een Stelselraad eHerkenning ten behoeve van het strategisch beheer van het Afsprakenstelsel eHerkenning.

  • 2. De Stelselraad is een afvaardiging van deelnemers, dienstverleners en gebruikers.

Artikel 3

De Stelselraad heeft tot taak de minister te adviseren over het strategisch beheer van het Afsprakenstelsel eHerkenning.

Artikel 4

  • 1. Lid van de Stelselraad zijn:

    • a. een onafhankelijke voorzitter;

    • b. vier afgevaardigden van de deelnemers;

    • c. vier afgevaardigden van de dienstverleners;

    • d. vier afgevaardigden van de gebruikers.

  • 2. De leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.

  • 3. De voorzitter wordt benoemd door de minister. De voorzitter kan door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 4. De afgevaardigden van de deelnemers worden benoemd en ontslagen door de deelnemers.

  • 5. De afgevaardigden van de dienstverleners en de gebruikers worden benoemd en ontslagen door de minister.

Artikel 5

De leden worden benoemd vanwege hun kennis en ervaring met elektronische herkenningsdiensten.

Paragraaf 3. Werkwijze van de Stelselraad

Artikel 6

  • 1. De Stelselraad komt ten minste vier keer per jaar bijeen.

  • 2. Tijdens een bijeenkomst kan een waarnemer aanwezig zijn.

Artikel 7

De voorzitter van de Stelselraad bespreekt voorafgaand aan een bijeenkomst de agenda van een bijeenkomst met een waarnemer.

Artikel 8

  • 1. De Stelselraad kan na iedere bijeenkomst een advies uitbrengen aan de minister. In een advies kan de Stelselraad voorstellen doen voor strategische wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning en ontwikkelingen die daarmee samenhangen.

  • 2. De Stelselraad brengt zijn adviezen schriftelijk uit aan de minister. De adviezen bevatten een deugdelijke financiële onderbouwing en een inschatting van de financiële consequenties voor de deelnemers, dienstverleners, gebruikers en de Beheerorganisatie.

  • 3. Een advies houdende voorstellen voor strategische wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning en ontwikkelingen die daarmee samenhangen neemt de minister over tenzij het publiek belang of het recht zich daartegen verzet. Onder publiek belang wordt onder meer verstaan economische motieven van deelnemers en het uitvoeringsbelang.

  • 4. Indien de minister voornemens is een advies, houdende voorstellen voor strategische wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning en ontwikkelingen die daarmee samenhangen, niet over te nemen, overlegd hij vooraf met de voorzitter.

Artikel 9

  • 1. Het secretariaat van de Stelselraad stelt drie weken voorafgaand aan een bijeenkomst de agenda vast.

  • 2. De agenda en bijhorende de schriftelijke stukken van de Stelselraad worden twee weken voorafgaand aan een bijeenkomst beschikbaar gesteld aan alle deelnemers, dienstverleners en gebruikers.

  • 3. De deelnemers, dienstverleners en gebruikers die geen afgevaardigde hebben in de Stelselraad kunnen tot één week voorafgaand aan een bijeenkomst hun mening bekend maken aan het secretariaat.

Artikel 10

  • 1. De Stelselraad stelt eenmaal per drie jaren een meerjarenplan op ten aanzien van de werkzaamheden van de Stelselraad. In het meerjarenplan doet de Stelselraad voorstellen voor strategische wijzigingen van het Afsprakenstelsel eHerkenning. Het meerjarenplan is voorzien van een deugdelijke financiële onderbouwing. Het meerjarenplan behoeft goedkeuring van de minister.

  • 2. Het Tactisch Overleg stelt jaarlijks een jaarplan op ten aanzien van zijn werkzaamheden. Het jaarplan is voorzien van een deugdelijke financiële onderbouwing. Het jaarplan behoeft goedkeuring van de Stelselraad en de minister.

Artikel 11

  • 1. De Stelselraad beslist over zaken bij meerderheid van stemmen van het aantal uitgebrachte stemmen.

  • 2. De voorzitter en een waarnemer hebben geen stem. De andere leden kunnen ieder één stem uitbrengen.

  • 3. Bij staking van de stemmen is het voorstel verworpen.

Artikel 12

  • 1. De overige werkwijzen van de Stelselraad, het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg worden door de Stelselraad bij reglement vastgesteld.

  • 2. Het reglement bevat in ieder geval een beschrijving van:

    • a. procedures tussen de Stelselraad, het Tactisch Overleg en de Operationeel Overleg onderling voor zover het Afsprakenstelsel eHerkenning daarin niet voorziet;

    • b. hetgeen verstaan wordt onder een operationele en tactische aangelegenheid en operationeel incident die het Afsprakenstelsel eHerkenning als geheel raakt, als bedoeld in artikel 14.

  • 3. Een afschrift van het reglement wordt gezonden aan de minister.

Paragraaf 4. Het Tactisch Overleg eHerkenning

Artikel 13

  • 1. Er is een Tactisch Overleg eHerkenning ten behoeve van het operationeel en tactisch beheer van het Afsprakenstelsel eHerkenning.

  • 2. Het Tactisch Overleg is een afvaardiging van deelnemers, dienstverleners en gebruikers.

Artikel 14

Het Tactisch Overleg heeft tot taak conform het jaarplan:

  • a. de Stelselraad te adviseren over het operationeel en tactisch beheer van het Afsprakenstelsel eHerkenning en voorgestelde strategische wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning;

  • b. operationele wijzigingen door te voeren in het Afsprakenstelsel eHerkenning die vallen binnen het meerjarenplan en de door de minister overgenomen adviezen van de Stelselraad;

  • c. operationele wijzigingen door te voeren in het Afsprakenstelsel eHerkenning die door de minister worden voorgeschreven;

  • d. beslissingen te nemen ten aanzien van alle operationele en tactische aangelegenheden en operationele incidenten die het Afsprakenstelsel eHerkenning als geheel raken.

Artikel 15

  • 1. Lid van het Tactisch Overleg zijn:

    • a. een onafhankelijke voorzitter;

    • b. drie afgevaardigden van de deelnemers;

    • c. drie afgevaardigden van de dienstverleners;

    • d. drie afgevaardigden van de gebruikers.

  • 2. De leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.

  • 3. De voorzitter wordt benoemd door de minister. De voorzitter kan door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 4. De overige leden worden benoemd en ontslagen door de Stelselraad.

Artikel 16

De leden worden benoemd vanwege hun kennis en ervaring met elektronische herkenningsdiensten.

Paragraaf 5. Werkwijze van het Tactisch Overleg

Artikel 17

  • 1. Het Tactisch Overleg komt maandelijks bijeen.

  • 2. Ingeval van een operationeel incident kan het secretariaat een extra bijeenkomst vaststellen.

Artikel 18

  • 1. Het Tactisch Overleg brengt voorafgaand aan elke bijeenkomst van de Stelselraad verslag uit aan de Stelselraad over:

    • a. de voortgang van de werkzaamheden zoals beschreven in het jaarplan;

    • b. de beslissingen over operationele wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning, operationele en tactische aangelegenheden en operationele incidenten die zijn genomen in de bijeenkomsten van het Tactisch Overleg en waarmee invulling wordt gegeven aan het meerjarenplan.

  • 2. Het Tactisch Overleg kan voorafgaand aan elke bijeenkomst van de Stelselraad een advies uitbrengen aan de Stelselraad over het operationeel en tactisch beheer van het Afsprakenstelsel eHerkenning.

  • 3. Het Tactisch Overleg brengt haar adviezen schriftelijk uit aan de Stelselraad. Een advies bevat een deugdelijke financiële onderbouwing en een inschatting van de financiële consequenties voor deelnemers, dienstverleners en gebruikers.

Artikel 19

  • 1. Het secretariaat van het Tactisch Overleg stelt voorafgaand aan een bijeenkomst de agenda vast.

  • 2. De agenda en bijhorende de schriftelijke stukken van het Tactisch Overleg worden een week voorafgaand aan een bijeenkomst beschikbaar gesteld aan alle deelnemers, dienstverleners en gebruikers.

Artikel 20

  • 1. Het Tactisch Overleg beslist over zaken bij meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.

  • 2. De voorzitter heeft geen stem. De andere leden kunnen ieder één stem uitbrengen.

  • 3. Bij staking van de stemmen is het voorstel verworpen.

Paragraaf 6. Het Operationeel Overleg eHerkenning

Artikel 21

  • 1. Er is een Operationeel Overleg eHerkenning ten behoeve van het change en releaseproces van het Afsprakenstelsel eHerkenning.

  • 2. Het Operationeel Overleg is een afvaardiging van deelnemers en staat open voor afvaardiging van dienstverleners en gebruikers.

Artikel 22

Het Operationeel Overleg heeft tot taak het Tactisch Overleg te adviseren over de wijzigingen en releases in het Afsprakenstelsel eHerkenning. Tevens bereidt het Operationeel Overleg de wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning voor.

Artikel 23

  • 1. Lid van het Operationeel Overleg zijn:

    • a. een onafhankelijke voorzitter;

    • b. ten hoogste vier afgevaardigden van deelnemers.

  • 2. Van het Operationeel Overleg kunnen lid zijn:

    • a. ten hoogste drie afgevaardigden van dienstverleners;

    • b. ten hoogste drie afgevaardigden van gebruikers.

  • 3. De leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.

  • 4. De voorzitter is werkzaam bij de Beheerorganisatie. De voorzitter wordt benoemd door de Beheerorganisatie in overleg met een waarnemer. De voorzitter kan door de Beheerorganisatie worden geschorst en ontslagen.

  • 5. De afgevaardigden van de deelnemers, dienstverleners en gebruikers worden benoemd en ontslagen door de respectievelijk afgevaardigden van het Tactische Overleg.

Artikel 24

De leden worden benoemd vanwege hun kennis en ervaring met elektronische herkenningsdiensten.

Paragraaf 7. Werkwijze van het Operationeel Overleg

Artikel 25

Het Operationeel Overleg komt bijeen wanneer de voorzitter dit nodig acht om te adviseren over de implementatie van wijzigingen en releases in het Afsprakenstelsel eHerkenning.

Artikel 26

Het Operationeel Overleg brengt haar adviezen schriftelijk uit aan het Tactisch Overleg.

Artikel 27

  • 1. Het secretariaat van het Operationeel Overleg stelt voorafgaand aan een bijeenkomst de agenda vast.

  • 2. De agenda en bijhorende de schriftelijke stukken van het Operationeel Overleg worden een week voorafgaand aan een bijeenkomst beschikbaar gesteld voor alle deelnemers, dienstverleners en gebruikers.

Artikel 28

  • 1. Het Operationeel Overleg beslist bij meerderheid van stemmen van het aantal uitgebrachte stemmen.

  • 2. De voorzitter heeft geen stem. De andere leden kunnen ieder één stem uitbrengen.

  • 3. Bij staking van de stemmen is het voorstel verworpen.

Paragraaf 8. De Beheerorganisatie

Artikel 29

  • 1. De Beheerorganisatie voert het secretariaat van de Stelselraad, het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg.

  • 2. De Beheerorganisatie beheert de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de Stelselraad, het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg.

Paragraaf 9. Werkgroepen

Artikel 30

  • 1. De Stelselraad is bevoegd werkgroepen in te stellen die de Stelselraad kunnen adviseren ten aanzien van strategische onderwerpen.

  • 2. Bij de instelling van een werkgroep bepaalt de Stelselraad de werkwijze van een werkgroep.

  • 3. De instelling van een werkgroep behoeft goedkeuring van de minister.

  • 4. De minister kan een werkgroep ontbinden.

Artikel 31

  • 1. Het Tactisch Overleg is bevoegd werkgroepen in te stellen die het Tactisch Overleg kunnen adviseren ten aanzien van operationele en tactische onderwerpen.

  • 2. Bij de instelling van een werkgroep bepaalt het Tactisch Overleg de werkwijze van een werkgroep.

  • 3. De instelling van een werkgroep behoeft goedkeuring van de Stelselraad.

  • 4. De minister en de Stelselraad zijn, ieder voor zich, bevoegd een werkgroep te ontbinden.

Paragraaf 10. Vergoeding

Artikel 32

  • 1. Aan de voorzitter van de Stelselraad wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0.1.

  • 2. Aan de voorzitter van het Tactisch Overleg wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0.21.

Paragraaf 11. Slotbepalingen

Artikel 33

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2012.

Artikel 34

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit besturing eHerkenning.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

's-Gravenhage, 25 juni 2012

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit beschrijft de zeggenschap van partijen in het Afsprakenstelsel eHerkenning over de inhoud en ontwikkeling van deze standaard.

1. Inleiding

Bedrijven kunnen steeds meer zaken met de overheid elektronisch afhandelen. Voor betrouwbare dienstverlening is elektronische authenticatie en machtigingen van bedrijven en overheden noodzakelijk. De partijen die zaken met elkaar doen kunnen elkaar immers niet zien. De dienstverlener wil vaak weten dat de partij die zaken wil doen, daadwerkelijk de partij is die ze zegt te zijn en dat de persoon die handelt hier ook toe bevoegd is. De deelnemers van eHerkenning leveren deze zekerheden op verschillende betrouwbaarheidsniveaus en op geüniformeerde wijze.

Het Afsprakenstelsel eHerkenning is een standaard voor authenticatie en machtigingen van bedrijven.1 Deze standaard is vanaf 2009 ontwikkeld door marktpartijen en overheidsorganisaties onder regie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (hierna: EL&I). De Minister van EL&I (hierna: minister) is (politiek) verantwoordelijk voor eHerkenning en borgt het publiek belang. Het publiek belang van eHerkenning bestaat eruit dat de diensten elektronische authenticatie en machtigingen van bedrijven veilig, continu en tegen redelijke prijzen beschikbaar zijn ten behoeve van betrouwbare elektronische communicatie met de overheid en in het handelsverkeer.

Het Afsprakenstelsel eHerkenning wordt in opdracht van de minister beheerd door Logius, een Agentschap van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De diensten van eHerkenning worden in beginsel geleverd door marktpartijen (hierna: deelnemers).2 De afnemers van deze diensten zijn overheidsorganisaties en bedrijven die elektronische diensten aanbieden enerzijds en ondernemers die van deze diensten gebruik willen maken anderzijds. Al deze partijen krijgen zeggenschap over de inhoud en verdere ontwikkeling van de standaard eHerkenning. In dit besluit is op hoofdlijnen geregeld hoe de zeggenschap vorm krijgt.

De ontwikkelingen rondom elektronische identiteiten staan niet stil. Deze ontwikkelingen kunnen in de toekomst leiden tot het onderbrengen van eHerkenning en de publieke identiteitsvoorzieningen in een gezamenlijk Afsprakenstelsel. Mogelijk zullen dan de scope van het Afsprakenstelsel eHerkenning en de samenstelling van de Stelselraad worden verbreed. Het Afsprakenstelsel eHerkenning kan dan zowel private als publieke voorzieningen gaan omvatten. De hierboven geschetste ontwikkelingen kunnen leiden tot wijziging van dit Instellingsbesluit.

2. Privaat stelsel

Het Afsprakenstelsel eHerkenning is nu een privaat stelsel. De diensten worden geleverd door deelnemers. Deelnemers sluiten daartoe een contract met de gebruiker van eHerkenning. De deelnemers hebben een contract met de beheerder van het Afsprakenstelsel eHerkenning. In dit contract is geregeld dat de deelnemers het merk eHerkenning mogen voeren mits ze zich aan het Afsprakenstelsel eHerkenning houden. De Staat is eigenaar van het merk eHerkenning en heeft een contract met de Beheerorganisatie. In dit contract is geregeld dat de Beheerorganisatie het Afsprakenstelsel eHerkenning beheert namens de Staat en de minister.

Bij eHerkenning is zowel sprake van samenwerking als van concurrentie tussen deelnemers. Deelnemers werken samen op het gebied van standaarden zodat een inter-operabel netwerk ontstaat waardoor de gebruiker met één elektronische sleutel overal terecht kan. Er is concurrentie op het gebied van producten en prijzen. Dit is een bekend concept uit de financiële wereld waar banken samenwerken op het gebied van techniek met de bankpas, betaalautomaten en Ideal en concurreren met betaalpakketten en dienstverlening.

3. Publiek belang

Het publiek belang van eHerkenning bestaat eruit dat de diensten elektronische authenticatie en machtigen van bedrijven veilig, continu en tegen redelijke prijzen beschikbaar zijn ten behoeve van betrouwbare elektronische communicatie met de overheid en in het handelsverkeer.

Het publiek belang van eHerkenning is in ieder geval in het geding als:

  • 1. eHerkenning niet (meer) beschikbaar is.

    Wanneer eHerkenning niet meer beschikbaar is wordt de elektronische dienstverlening aan ondernemers onmogelijk omdat deze diensten onbereikbaar zijn. Ook het imago van de elektronische overheid en elektronische dienstverlening in het algemeen staat dan op het spel.

  • 2. eHerkenning niet tegen redelijke prijzen beschikbaar is.

    De toegangsvoorziening eHerkenning moet tegen redelijke prijzen beschikbaar zijn. De afhankelijkheid, die overheidsdienstverleners en ondernemers van eHerkenning hebben, mag niet misbruikt worden door hoge prijzen. Genoemde afhankelijkheid en redelijke prijzen gelden ook voor bedrijven bij het gebruik van eHerkenning voor communicatie met andere bedrijven (het genoemde B2B-domein) en de overheid wanneer zij eHerkenning gebruikt voor communicatie met andere overheden (het zogenoemde G2G-domein). Bij (volledige) uitval van eHerkenning loopt het elektronisch handelsverkeer schade op en het elektronisch interbestuurlijk verkeer ook.

  • 3. De veiligheid niet kan worden gegarandeerd of ter discussie staat.

    Het vertrouwen in eHerkenning is belangrijk. Als de veiligheid van de toegangsvoorziening in het geding is, is de integriteit van de achterliggende processen/keten ook in het geding.

4. Zeggenschap van partijen en de rol van de minister

De partijen in eHerkenning hebben zeggenschap over de inhoud en ontwikkeling van eHerkenning. Deze zeggenschap door partijen binnen het Afsprakenstelsel eHerkenning vindt plaats op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Op drie niveaus zijn drie gremia ingesteld: de Stelselraad, het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg. In deze gremia zitten, via een afvaardiging van deelnemers, dienstverleners en gebruikers, de betrokken partijen bij eHerkenning aan één tafel. Deze gremia adviseren over de inhoud en ontwikkeling van het Afsprakenstelsel eHerkenning. De Stelselraad geeft strategische adviezen ten aanzien van het Afsprakenstelsel eHerkenning aan de minister. Aangezien de minister het merkrecht van het Afsprakenstelsel eHerkenning heeft, moet hij deze adviezen overnemen om daadwerkelijk strategische wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning mogelijk te maken. Het Tactisch Overleg kan, binnen de kaders van een goedgekeurd jaarplan zelfstandig beslissingen nemen over wijzigingen van het Afsprakenstelsel eHerkenning. De bewoordingen van het besluit geven dit weer. Artikel 3 van het besluit bepaalt dat de Stelselraad, het hoogste gremium van zeggenschap, de minister adviseert over wijzigingen en ontwikkelingen van het Afsprakenstelsel eHerkenning. Het besluit bepaalt dat de minister de adviezen van de Stelselraad in principe altijd overneemt, behalve wanneer het publiek belang of het recht zich hiertegen verzet. Dit betekent feitelijk dat de Stelselraad zelfstandig beslist over de strategische wijzigingen en ontwikkelingen en dat de minister enkel toeziet op de vraag of dit niet in strijd is met het recht of het publiek belang. Wanneer dit aan de orde is zal de minister een advies helemaal of op onderdelen niet overnemen en blijft de situatie zoals deze was.

4.1 Overlegstructuur en taken gremia

In beginsel hebben deelnemers, dienstverleners en gebruikers gelijkwaardige zeggenschap in de gremia. De bedoeling van de overlegstructuur is dat ‘vraag’ en ‘aanbod’ er samen uitkomen zodat een goed lopende markt ontstaat. EL&I is opdrachtgever van de Beheerorganisatie, bewaakt het publiek belang en is politiek en beleidsmatig verantwoordelijk voor het Afsprakenstelsel eHerkenning.

4.2 Taken van de Stelselraad

De Stelselraad eHerkenning heeft tot taak te adviseren over onderwerpen van strategische aard zoals financiering(smodellen), (door)ontwikkeling, gebruik van nieuwe voorzieningen, gebruik in nieuwe domeinen, transparantie (prijzen, producten), naleving en veiligheid. Deze adviezen zijn steeds gerelateerd aan het Afsprakenstelsel eHerkenning en worden, behoudens de beschreven uitzonderingsbepalingen, in principe overgenomen.

De Stelselraad stelt een meerjarenplan op dat aan de minister wordt voorgelegd ter goedkeuring. Een door de minister goedgekeurd meerjarenplan vormt het kader voor het jaarplan van het Tactisch Overleg dat tevens moet worden goedgekeurd. Zo nodig kan de Stelselraad werkgroepen instellen om strategische kwesties uit te werken.

Verder staat het de Stelselraad vrij om de minister te adviseren over zaken die met eHerkenning samenhangen zoals; de relatie met andere e-overheidsbouwstenen, verantwoordelijkheidsverdeling in de keten, internationale vraagstukken, zoals het grensoverschrijdend gebruik van eHerkenning binnen de Europese Unie. De minister is niet verplicht om deze adviezen over te nemen.

4.3 Taken van het Tactisch Overleg

Het Tactisch Overleg vormt de verbinding tussen de feitelijke werking van eHerkenning en het Afsprakenstelsel eHerkenning. Het Tactisch Overleg kan zelfstandig beslissingen nemen over wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning mits deze overeenkomstig het vastgestelde jaarplan zijn. Daarnaast beslist het Tactisch Overleg zelfstandig over operationele wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning. Het Tactisch Overleg informeert de Stelselraad over de wijzigingen. Verder kunnen ook overige tactische onderwerpen worden besproken zoals veiligheidsincidenten, communicatie, het beheer van de website, en vraagstukken ten aanzien van het wijzigingsproces. Ook ervaringen van gebruikers kunnen aan de orde komen. Ook het Tactisch Overleg kan zo nodig werkgroepen instellen om operationele kwesties uit te werken.

4.4 Taken van het Operationeel Overleg

De taak van het Operationeel Overleg is om wijzigingen voor te bereiden ten aanzien van het Afsprakenstelsel eHerkenning, waarbij de vraag centraal staat of de voorgestelde wijziging implementeerbaar is. Over die vraag brengt het Operationeel Overleg advies uit aan het Tactisch Overleg.

4.5 De Beheerorganisatie

Het secretariaat van de gremia wordt gevormd voor de Beheerorganisatie. De Beheerorganisatie ondersteunt derhalve de gremia bij hun taken. Daarnaast vervult de Beheerorganisatie een rol in de privaatrechtelijke naleving van de contracten die gesloten zijn met de Staat der Nederlanden. De Beheerorganisatie wordt niet ingesteld, maar een reeds bestaande organisatie wordt daartoe aangewezen.

Artikelsgewijs

Artikel 4 en 15

De voorzitter van de Stelselraad en het Tactisch Overleg zijn onafhankelijk. Onder onafhankelijk wordt verstaan: niet werkzaam voor de minister noch voor een deelnemer, een dienstverlener of een gebruiker en heeft geen belangen in een van de ondernemingen en/of organisaties van de deelnemers, dienstverleners en gebruikers.

Profiel voorzitter Stelselraad

De voorzitter van de Stelselraad leidt de vergaderingen en bevordert door de afgevaardigden gedragen adviezen over de verdere ontwikkeling van eHerkenning. De voorzitter van de Stelselraad heeft affiniteit met elektronische dienstverleningsketens. De voorzitter is onafhankelijk, samenbindend en heeft bewezen ervaring met publiek private samenwerking. Ook heeft de voorzitter ervaring in het politiek-bestuurlijke krachtenveld en weet hij draagvlak te creëren.

Profiel voorzitter Tactisch Overleg

De voorzitter van het Tactisch Overleg leidt de vergaderingen en is deskundig op het gebied van elektronische authenticatie en machtigingen. De voorzitter is onafhankelijk, in staat om uiteenlopende belangen te verenigen en strategische doelen te verbinden aan veranderingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning en concrete dienstverlening. De voorzitter heeft ervaring met publiek private samenwerking en is praktisch ingesteld.

Om een goede afspiegeling te krijgen in de Stelselraad en het Tactisch Overleg mag van een deelnemer, een dienstverlener of een gebruiker slechts één afgevaardigde voor elk gremium benoemd worden. Indien een partij meerdere functies vervult binnen eHerkenning, mag van deze partij ook slechts een afgevaardigde voor elk gremium benoemd worden.

Binnen de Stelselraad doen de deelnemers een voordracht voor twee afgevaardigden die eHerkenning voor B2B doeleinden gebruiken. VNO-NCW doet eveneens een voordracht voor twee afgevaardigden van gebruikers van eHerkenning.

Gelet op de taken van de Stelselraad, zullen de afgevaardigden op het niveau van directeur functioneren en in staat moeten zijn om de strategische ontwikkelingen te relateren aan de primaire processen van organisaties.

Binnen het Tactisch Overleg worden alle afgevaardigden benoemd door de Stelselraad.

Binnen beide gremia worden de leden voor ten hoogste drie jaar benoemd, maar zijn wel herbenoembaar. In beginsel zullen de leden ook voor drie jaar benoemd worden, er kan echter aanleiding zijn om sommige leden voor kortere duur te benoemen bijvoorbeeld als ze zelf hebben aangegeven slechts voor kortere tijd lid te willen zijn.

Artikel 6

Tijdens een bijeenkomst van de Stelselraad is een waarnemer van EL&I aanwezig om EL&I zichtbaar te laten zijn en goed de gevoelens van de Stelselraad voor ogen te hebben. De waarnemer ‘bewaakt’ het publiek belang. Een waarnemer zal een ambtenaar zijn van de directie Regeldruk en ICT-beleid van EL&I.

Artikel 7

In dit artikel is bepaald dat de voorzitter van de Stelselraad voorafgaand aan een bijeenkomst van de Stelselraad overleg heeft met een waarnemer.

Artikel 8

De Stelselraad adviseert de minister ten aanzien van het strategisch beheer van het Afsprakenstelsel eHerkenning. Daarbij kan de Stelselraad uit eigener beweging voorstellen doen voor strategische wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning. Deze voorstellen worden uitgebracht in de vorm van een advies. Dit neemt de minister over, tenzij het publiek belang of het recht zich hiertegen verzet. In het derde lid wordt uitgelegd wat onder meer onder publiek belang wordt verstaan. Economische motieven van deelnemers kunnen een reden zijn om af te zien van de wijziging om te voorkomen dat deelnemers worden verplicht tot het doen van onrendabele investeringen.

Indien de minister voornemens is een advies niet over te nemen, dan overlegt hij vooraf met de voorzitter van de Stelselraad. Het staat de minister echter vrij om naar aanleiding van dit overleg al dan niet het advies inderdaad niet over te nemen.

De Stelselraad kan de minister eveneens adviseren over zaken die met eHerkenning samenhangen, maar die niet tot wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning leiden. De minister is vrij om deze adviezen over te nemen, dan wel naast zich neer te leggen.

Artikel 9, 19 en 27

Op grond van het tweede lid worden de agenda en bijhorende de schriftelijke stukken van de Stelselraad, en het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg twee weken respectievelijk één week voorafgaand aan een bijeenkomst beschikbaar gesteld aan alle deelnemers, dienstverleners en gebruikers. Door middel van deze openbaarheid kan elke partij haar mening vormen de ontwikkeling van eHerkenning over op de agenda en de stukken. Partijen kunnen deze mening overdragen aan afgevaardigden, die dit mee kunnen nemen in de bijeenkomsten.

Bij het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg is in tegenstelling tot bij de Stelselraad niet expliciet de mogelijkheid geboden om opmerkingen bij het secretariaat in te dienen, aangezien het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg (mogelijk) veel vaker bijeenkomen en het organisatorisch mogelijk moeilijk is om nog iets bruikbaars met deze inbreng te kunnen doen. Het wordt derhalve aan de gremia vrij gelaten om dit verder in te vullen.

Artikel 10

Ten aanzien van de werkzaamheden van de Stelselraad en het Tactisch Overleg dient een meerjarenplan respectievelijk een jaarplan te worden vastgesteld. Deze plannen vormen onder meer het kader waarbinnen het Tactisch Overleg zelfstandig operationele wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning kan doorvoeren. Derhalve is het van belang dat ze duidelijk beschrijven welke wijzigingen van het Afsprakenstelsel eHerkenning worden beoogd. Het meerjarenplan en het jaarplan moeten worden goedgekeurd door de minister. Dit goedkeuringsvereiste moet niet te zwaar worden opgevat. De minister kijkt bij de goedkeuring naar de financiën en of de plannen overeenstemmen met het publiek belang en het recht. Met het overige zal hij zich in principe niet inlaten.

Artikel 11, 20 en 28

Alles wat namens de drie gremia als standpunt wordt gebracht, moet bij meerderheid van stemmen gebeuren. Dit betekent dat ze enkel kunnen adviseren dan wel wijzigingen kunnen aanbrengen bij meerderheid van stemmen. Dit geldt ook voor het voorleggen van het meerjarenplan en het jaarplan. In alle drie de gremia heeft de voorzitter geen stem en wordt een voorstel verworpen bij staking van stemmen.

Artikel 12

De Stelselraad stelt o.g.v. dit artikel het reglement van werkwijzen vast voor de Stelselraad, het Tactisch Overleg en het Operationeel Overleg. Dit gebeurt in één document. In dit reglement stelt de Stelselraad ook vast hoe de procedures moeten verlopen tussen deze drie gremia, voor zover het Afsprakenstelsel eHerkenning daarin niet voorziet. Het reglement wordt opgesteld ten behoeve van de transparantie binnen het hele Afsprakenstelsel eHerkenning. Het reglement dient niet in strijd te zijn met het Afsprakenstelsel eHerkenning noch met dit besluit.

Op grond van het tweede lid dient het reglement ook te beschrijven wat onder een operationeel incident wordt verstaan. Dit is van belang aangezien dit de mogelijkheid geeft voor het Tactisch Overleg om in te grijpen en het is ook relevant voor de rapportageplicht uit artikel 18, eerste lid. Bij een incident kan onder meer worden gedacht aan:

  • a. een beveiligingsprobleem wat operationeel opgelost kan worden;

  • b. een technische verstoring van het netwerk;

  • c. een afwijking van hetgeen is vastgelegd in het operationele handboek;

  • d. een afwijking met een operationele aard van hetgeen is afgesproken.

Een afschrift van het reglement kan worden geadresseerd aan de directie Regeldruk en ICT-beleid van EL&I.

Artikel 14

Dit artikel legt vast wat de taken zijn van het Tactisch Overleg. De Stelselraad adviseert de minister ten aanzien van strategische wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning. Binnen de door de minister overgenomen kaders kan het Tactisch Overleg zelfstandig besluiten over wijzigingen die invulling geven aan die kaders en wijzigingen van operationele aard. Deze kaders worden gevormd door het meerjarenplan, het jaarplan en de door de minister overgenomen adviezen van de Stelselraad.

Alle partijen kunnen een wijzigingsverzoek indienen bij de Beheerorganisatie.

Op grond van onderdeel c van dit artikel kan de minister wijzigingen voorschrijven. Deze voorstellen moeten dan doorgevoerd worden in het Afsprakenstelsel eHerkenning. Dergelijke voorstellen zijn gerelateerd aan het publiek belang van het Afsprakenstelsel eHerkenning en het recht. Hiervan zal bijvoorbeeld sprake zijn indien dit noodzakelijk is vanwege internationale verplichtingen3. Deze voorstellen zullen wel in de gremia aan de orde worden gesteld, maar de gremia kunnen niet adviseren deze voorstellen niet over te nemen.

Daarnaast adviseert het Tactisch Overleg de Stelselraad over het operationeel en tactisch beheer van het Afsprakenstelsel eHerkenning en voorgestelde strategische wijzigingen in het Afsprakenstelsel eHerkenning en kan het Tactisch Overleg beslissingen nemen ten aanzien van alle operationele en tactische aangelegenheden en operationele incidenten die het Afsprakenstelsel eHerkenning als geheel raken.

Gelet op de taken van het Tactisch Overleg zullen de afgevaardigden veelal verantwoordelijken voor producten en processen met mandaat zijn en minimaal op het niveau van senior medewerker opereren.

Onder operationele en tactische aangelegenheden vallen bijv. de implementatieplanning van nieuwe releases, wijzigingen in het operationeel handboek, testonderdelen en use cases en wijzigingen van de website van eHerkenning (www.eherkenning.nl). Hieronder vallen niet: toe- en uittreding, naleving, klachten en geschillen en hetgeen waarover de Stelselraad beslist.

Artikel 18

Op grond van dit artikel heeft het Tactisch Overleg een rapportageplicht jegens de Stelselraad en kan het Tactisch Overleg de Stelselraad adviseren over het operationeel en tactisch beheer van het Afsprakenstelsel eHerkenning.

Artikel 21 en 23

Het Operationeel Overleg is er ten behoeve van het change en releaseproces binnen het Afsprakenstelsel eHerkenning. Derhalve moet het Operationeel Overleg minimaal bestaan uit een afvaardiging van deelnemers van eHerkenning. Het Operationeel Overleg staat echter ook open voor afgevaardigden van dienstverleners en gebruikers. Het is echter aan deze partijen om te beslissen of zij een afvaardiging noodzakelijk vinden. Wel is het aantal afgevaardigden zowel van de deelnemers als van de dienstverleners en gebruikers beperkt zodat het gremium niet te groot wordt.

Gelet op de taak van het Operationeel Overleg zullen de leden veelal bestaan uit inhoudelijke experts en op medewerkerniveau opereren.

Ook binnen het Operationeel Overleg worden de leden benoemd voor ten hoogste drie jaar. In tegenstelling tot de Stelselraad en het Tactisch Overleg is de voorzitter van het Operationeel Overleg niet onafhankelijk, maar een persoon werkzaam bij de Beheerorganisatie. Deze voorzitter wordt dan ook benoemd door de Beheerorganisatie in overleg met een waarnemer.

De afgevaardigden van de deelnemers binnen het Operationeel Overleg worden benoemd door de afgevaardigden van de deelnemers binnen het Tactisch Overleg

De afgevaardigden van de dienstverleners binnen het Operationeel Overleg worden benoemd door de afgevaardigden van de dienstverleners binnen het Tactisch Overleg.

De afgevaardigden van de gebruikers binnen het Operationeel Overleg worden benoemd door de afgevaardigden van de gebruikers binnen het Tactisch Overleg.

Artikel 30 en 31

Aan de Stelselraad en het Tactisch Overleg wordt in deze artikelen de mogelijkheid geboden om een werkgroep in te stellen die hen kan adviseren ten aanzien van strategische respectievelijk tactische en operationele onderwerpen. Eventuele vergoedingen aan de voorzitter of leden van deze werkgroepen worden niet betaald door het ministerie. De instelling van een werkgroep door de Stelselraad behoeft de goedkeuring van de minister. De instelling van een werkgroep door het Tactisch Overleg behoeft de goedkeuring van de Stelselraad. Hierbij toetst de minister respectievelijk de Stelselraad aan het recht, het publiek belang, het beleid van EL&I en de noodzakelijkheid van de werkgroep.

Een werkgroep kan altijd weer worden opgeheven door het gremium dat de werkgroep heeft ingesteld. Dit hoeft niet uitdrukkelijk te worden bepaald. In het vierde lid van beide artikelen is echter wel expliciet geregeld dat de minister respectievelijk de minister en de Stelselraad, ieder voor zich, bevoegd is een werkgroep te ontbinden. Daartoe kan aanleiding bestaan indien blijkt dat het bestaan of de werkzaamheden van de werkgroep in strijd zijn met het recht, het publiek belang of het beleid van EL&I of als blijkt dat de noodzaak voor de werkgroep is komen te vervallen.

Artikel 32

In dit artikel is geregeld dat de voorzitters van de Stelselraad en het Tactisch Overleg een vergoeding krijgen voor hun werkzaamheden die zij uitvoeren. De voorzitter van het Operationeel Overleg krijgt geen vergoeding, aangezien deze werkzaam is bij de Beheerorganisatie en reeds in dat verband betaald wordt voor zijn werkzaamheden.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.


X Noot
1

Vooralsnog gaat het alleen om bedrijven. Overheden en andere organisaties, zoals stichtingen die in het Handelsregister staan ingeschreven kunnen ook worden herkend.

X Noot
2

Voor zover de Wet Markt en Overheid dit toestaat kunnen diensten ook worden geleverd door publieke organisaties.

X Noot
3

Bij verplichte voorstellen wordt door de deelnemers een inschatting gemaakt van de kosten die gemaakt moeten worden om daaraan te voldoen. Indien er sprake is van substantiële kosten, vindt overleg plaats met EL&I over mogelijke compensatie hiervan.

Naar boven