Mandaatbesluit Voorzitter Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden

16 mei 2012

Nr. 2012-0000289467

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 9, derde lid, van het Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden, de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

Artikel 1

  • 1. Aan de voorzitter van de Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor de P&O-aangelegenheden ten aanzien van het personeel dat de minister aan de Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden ter beschikking stelt. Onder P&O-aangelegenheden wordt verstaan: aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie en het daarmee samenhangende budget.

  • 2. In uitzondering op het eerste lid geldt het mandaat, de volmacht en de machtiging niet voor de volgende aangelegenheden:

    • a. beslissingen op bezwaarschriften inzake personeelsaangelegenheden;

    • b. besluiten ten aanzien van ambtenaren voor wie salarisschaal 14 of hoger van bijlage B van het BBRA geldt, respectievelijk kandidaten voor functies, waarvoor die salarisschalen gelden, inhoudende:

      • 1°. het opdragen van een andere functie buiten het werkterrein van de Commissie op basis van artikel 57 van het ARAR;

      • 2°. het opdragen van tijdelijke andere werkzaamheden buiten het werkterrein van de Commissie op basis van artikel 58 van het ARAR;

      • 3°. het opleggen van disciplinaire straffen op grond van artikel 81 van het ARAR;

      • 4°. het schorsen van een ambtenaar op basis van artikel 91 van het ARAR;

      • 5°. het verminderen van de bezoldiging tijdens schorsing op basis van artikel 92 van het ARAR.

  • 3. Aan de voorzitter wordt op het werkterrein van de Commissie volmacht en machtiging verleend voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en voor de daarmee samenhangende handelingen binnen het daartoe beschikbaar gestelde budget.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2012.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies.

Naar boven