Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 juni 2012, nr. AV/SDA/2012/8970 tot aanwijzing van de bewerker in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens en tot vaststelling van de inhoud van het verslag overtreding Waadi (Regeling Waadi)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op de artikelen 14b, vierde lid, en 15, derde lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

wet:

de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs.

Artikel 2

De Stichting Normering Arbeid wordt aangewezen als bewerker in de zin van artikel 14b, vierde lid, van de wet.

Artikel 3

De inhoud van het verslag, bedoeld in artikel 15 van de wet, bevat in ieder geval de volgende elementen:

• a. datum verslag;

• b. periode van onderzoek;

• c. onderneming die overtreding heeft begaan;

• d. overtreden wettelijke bepaling;

• e. aanleiding onderzoek;

• f. bevindingen;

• g. reactie onderneming die overtreding heeft begaan.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Waadi.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 juni 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

Door inwerkingtreding van de Wet registratieplicht intermediairs die arbeidskrachten ter beschikking stellen is in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) een bepaling over verslaglegging bij overtreding van kracht geworden. Indien uit onderzoek naar de naleving van de hoofdstukken 2 of 3 van Waadi blijkt dat niet aan de daar genoemde artikelen is voldaan, verstrekt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verslag aan de betrokken arbeidskracht of werkzoekende voor zover het diens aanspraken betreft, aan de betrokken werkgever, aan degene die de arbeidsbemiddeling heeft verricht, aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging en aan de daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende organisaties van werkgevers en werknemers. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het vereiste dat geen gegevens mogen worden verstrekt waaruit de identiteit van de in het onderzoek betrokken werknemers of werkzoekenden kunnen worden afgeleid.

Daarnaast is in de Wet registratieplicht intermediairs die arbeidskrachten ter beschikking stellen een derde lid aan artikel 15 van de Waadi toegevoegd waarin is bepaald dat bij ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld met betrekking tot het in het eerste lid van dat artikel genoemde verslag.

De onderhavige regeling bevat deze regels. Er is voor gekozen de vereisten waaraan bedoeld verslag dient te voldoen een globaal karakter te geven. Hierdoor is het mogelijk bij de verslaglegging rekening te houden met de specifieke situatie van de geconstateerde overtreding, de context waarbinnen deze zich heeft voorgedaan en de mogelijkheid aan betrokkenen díe informatie te verstrekken die gelet op de aard van de overtreding en de omschrijving van de omstandigheden waaronder deze heeft plaatsgevonden kunnen schetsen. Tegelijkertijd wordt gegarandeerd dat degene aan wie het verslag wordt toegezonden over voldoende informatie beschikt om indien deze dit wenst langs civielrechtelijke weg stappen te ondernemen.

Tot slot is in de Wet registratieplicht intermediairs die arbeidskrachten ter beschikking stellen geregeld dat de Inspectie SZW en de rijksbelastingdienst gegevens over NEN-gecertificeerde bedrijven gaan doorgeven aan de in artikel 7:692 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde certificerende instellingen.

Voor de rijksbelastingdienst en de Inspectie SZW is het van belang dat een instantie wordt aangewezen waaraan de gegevens worden verstrekt. De gegevens worden niet rechtstreeks doorgegeven aan de inspecterende instellingen maar aan een als bewerker in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens aan te wijzen stichting. In artikel 14b van de Waadi is bepaald dat de gegevens worden verstrekt door tussenkomst van een bij ministeriële regeling in overeenstemming met onze minister van Financiën aan te wijzen stichting. Het ligt voor de hand dat de Stichting Normering Arbeid (SNA) deze taak op zich neemt omdat deze instantie exact weet door welke certificerende instelling een bedrijf is geïnspecteerd. Met deze ministeriële regeling wordt de SNA aangewezen als bewerker.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.