Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 juni 2012, nr. 2012-0000347348, CZW/S&B, houdende wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Caribische landen in verband met een wijziging in de wijze van uitgifte van identificatiekaarten voor het aanvraagstation, het afschaffen van de bijschrijving en enkele andere wijzigingen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 444/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (PbEU 2009, L142) en de artikelen 3, eerste en vierde lid, 27, en 59 van de Paspoortwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Paspoortuitvoeringsregeling Caribische landen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen t en u vervallen onder verlettering van de onderdelen v tot en met z tot de onderdelen t tot en met x en verlettering van de onderdelen bb, ac, ad, ae en af tot de onderdelen y, z, aa, bb en cc.

2. In onderdeel y (nieuw) vervalt ‘, bijschrijvingsstickers’.

B

Aan artikel 3 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 7. Op de houderpagina van de in het eerste lid, onder a, derde lid en vierde lid, genoemde modellen van reisdocumenten wordt, indien de aanvrager Nederlander is en als ingezetene staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, bedoeld in artikel 2 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, het burgerservicenummer van de houder vermeld. In afwijking van de eerste zin wordt geen burgerservicenummer vermeld op een voorlopig reisdocument, dat wordt verstrekt als model laissez-passer.

  • 8. De woonplaats en het adres worden niet opgenomen in de in het eerste tot en met vierde lid genoemde modellen.

C

Artikel 33, vierde lid, vervalt onder vernummering van het vijfde lid tot het vierde lid.

D

Hoofdstuk III, paragraaf 3, vervalt onder vernummering van de paragrafen 4 tot en met 6 tot de paragrafen 3 tot en met 5.

E

In artikel 38, eerste lid, wordt ‘dan wel van de reisdocumenten waarin hij staat bijgeschreven’ vervangen door: dan wel van de buitenlandse reisdocumenten waarin hij staat vermeld.

F

In artikel 50, tweede lid, en artikel 54 vervalt telkens ‘dan wel de gevraagde bijschrijving kan plaatsvinden’.

G

In artikel 54 komt de tweede zin te luiden: Het te verzenden aanvraagbestand wordt met gebruikmaking van de aan hem toegekende identificatiekaart voorzien van een digitale handtekening.

H

In artikel 55, eerste lid, het opschrift van artikel 58, artikel 58, eerste lid, artikel 61, en het opschrift van Hoofdstuk V vervalt ‘, bijschrijvingsstickers’, ‘en bijschrijvingsstickers’, ‘of bijschrijvingsstickers’, dan wel ‘en bijschrijvingssticker’.

I

In artikel 60 vervalt ‘of een bijschrijvingssticker’ en ‘, op de daarin opgenomen bijschrijving of op de bijschrijvingssticker’.

J

Artikel 61, tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1’ voor het eerste lid vervallen.

K

In artikel 62, eerste lid, vervalt de zinsnede ‘en de aanvrager de in het document weergegeven persoonsgegevens op juistheid heeft gecontroleerd’.

L

Artikel 64 vervalt.

M

Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘of de bijschrijving in’.

2. In het tweede lid vervalt ‘of de bijschrijvingssticker’.

3. In het vierde lid vervalt ‘of plaatsing van een geleverde bijschrijvingssticker’.

N

In artikel 67 vervalt ‘dan wel de bijschrijving in een reisdocument’ en ‘dan wel het bijgeschreven kind’.

O

In artikel 75, eerste lid, vervalt ‘of waarin een bijschrijving is opgenomen die van rechtswege is vervallen’ en wordt ‘artikel 47, vierde lid, van de wet’ vervangen door: artikel 47, derde lid, van de wet.

P

In het opschrift van Hoofdstuk VIII vervalt ‘en ongedaan maken van bijschrijvingen’.

Q

Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. het na uitreiking als onbruikbaar is beschouwd ten gevolge van misdruk of verkeerde personalisatie en dientengevolge is ingehouden of ingeleverd.

2. Het achtste lid vervalt.

R

Hoofdstuk VIII, paragraaf 2, vervalt onder vernummering van de paragrafen 3 en 4 tot de paragrafen 2 en 3.

S

Artikel 81, tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1’ voor het eerste lid vervallen.

T

Artikel 83 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘respectievelijk van elke daarin opgenomen bijschrijving’.

2. In het vierde lid vervalt ‘dan wel de opneming van de bijschrijving in een reisdocument’.

U

In artikel 87, eerste lid, vervalt ‘dan wel d. het ongedaan maken van een bijschrijving in een reisdocument,’.

V

In artikel 89, tweede lid, vervalt ‘en deze gegevens doorgeeft aan de leverancier’.

W

Artikel 90 wordt als volgt gewijzigd.

1. Het eerste, tweede en derde lid komen te luiden:

  • 1. Per reisdocumentenstation worden ten minste 2 en ten hoogste 20 identificatiekaarten beschikbaar gesteld aan de autorisatiebevoegde reisdocumentenstation.

  • 2. De autorisatiebevoegde reisdocumentenstation is, met inachtneming van de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, bedoeld in artikel 103, verantwoordelijk voor het autorisatiebeheer, de bewaring van de identificatiekaarten en de registratie van de personen aan wie hij in een bepaald tijdvak een kaart verstrekt. Identificatiekaarten worden slechts verstrekt aan ambtenaren, aangesteld door of vanwege de Gouverneur onderscheidenlijk de aangewezen autoriteit, bedoeld in artikel 7.

  • 3. De autorisatiebevoegde reisdocumentenstation registreert in het reisdocumentenstation met inachtneming van de gebruikershandleiding de intrekking van identificatiekaarten indien deze na verlies, diefstal of defect verloren zijn gegaan of onbruikbaar zijn geworden of anderszins niet langer gebruikt mogen worden. De autorisatiebevoegde draagt zorg voor de vernietiging van ingetrokken identificatiekaarten voor zover deze in zijn bezit zijn en geen nader onderzoek daaraan hoeft plaats te vinden.

2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde lid tot het vierde lid.

X

Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Identificatiekaarten en daarop betrekking hebbende codes worden uitsluitend in ontvangst genomen door een autorisatiebevoegde reisdocumentenstation.

2. In het tweede lid wordt ‘bedoeld in het eerste lid’ vervangen door: bedoeld in de eerste zin van het eerste lid.

Y

In het opschrift van paragraaf 3 en van de artikelen 95 en 96, in artikel 95, eerste en tweede lid, en artikel 96, tweede lid, vervalt telkens ‘en bijschrijvingsstickers’.

Z

In artikel 96, eerste lid, vervalt ‘of bijschrijvingssticker’ en ‘of bijschrijvingsstickers’.

AA

Artikel 104, tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1’ voor het eerste lid vervallen.

BB

In de artikelen 106, 107, eerste, tweede en derde lid, 109, eerste lid, onder a en c, en 111, eerste en tweede lid, onder b, vervalt ‘, bijschrijvingsstickers’, ‘de bijschrijvingsstickers’, dan wel ‘en bijschrijvingsstickers’.

CC

Het opschrift van bijlage C3 komt te luiden:

C3 Kennisgeving uitreiking, onttrekking reisdocument.

DD

Bijlage F wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 1 vervalt telkens ‘/ bijschrijving’, en vervalt ‘- bijschrijven kinderen (aantal kb)’.

2. Onder 2 vervalt telkens ‘/ bijschrijving’.

EE

Bijlage I vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 26 juni 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten worden geplaatst.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies.

TOELICHTING

1. Algemeen

Deze wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Caribische landen (PUCL) voorziet in de eerste plaats in een wijziging met betrekking tot de identificatiekaarten waarmee op elektronische wijze toegang kan worden gekregen tot het aanvraagstation. Per reisdocumentenstation (RAAS) zullen ten minste 2 en ten hoogste 20 identificatiekaarten beschikbaar worden gesteld. Met de toegang tot RAAS moet terughoudendheid worden betracht, gelet op de gevoeligheid van de gegevens die daarin zijn opgeslagen. Uitgevende instanties dienen daarom zeer kritisch te zijn bij het verlenen van autorisaties. De uitgevende instanties dienen als uitgangspunt te hanteren dat zo weinig mogelijk personen toegang tot de persoonsgegevens in het RAAS hebben.

De autorisatiebevoegde reisdocumentenstation van de uitgevende instantie koppelt – anders dan voorheen – een beschikbaar gestelde identificatiekaart aan een persoon die door de betreffende uitgevende instantie als bevoegd is aangewezen om handelingen te verrichten waarvoor toegang tot het RAAS is vereist, en hij draagt zorg voor de veilige bewaring van de kaarten. De koppeling van een kaart aan een persoon kan worden gewijzigd door de autorisatiebevoegde reisdocumentenstation. De uitgevende instantie is hierdoor in staat beter in te spelen op personele wijzigingen. Dit komt de continuïteit van het aanvraag- en uitgifteproces ten goede. In het RAAS wordt geregistreerd aan wie de identificatiekaart is gekoppeld. Nieuw is ook dat identificatiekaarten alleen in ontvangst mogen worden genomen door autorisatiebevoegden.

In de tweede plaats wordt de regeling technisch aangepast aan het niet langer bestaan van de bijschrijving. Deze wijziging vloeit voort uit Verordening (EG) nr. 444/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (PbEU 2009, L142) (hierna: de wijzigingsverordening). Vanaf 26 juni 2012 is het op grond van de wijzigingsverordening niet langer mogelijk kinderen bij te schrijven in reisdocumenten. De bepalingen in de Paspoortwet inzake bijschrijving worden aangepast in de Wijziging van de Paspoortwet in verband met het vervallen van de mogelijkheid tot bijschrijving van kinderen (kamerstukken 32 860). In de verschillende artikelen van de paspoortuitvoeringsregeling zijn de bepalingen inzake de bijschrijving geschrapt. Omdat deze wijziging voortvloeit uit de wijzigingsverordening en de eerdergenoemde wijziging van de Paspoortwet, is de wijziging van de paspoortuitvoeringsregelingen technisch van karakter.

De overige kleinere wijzigingen en herstelde omissies worden toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze toelichting.

2. Artikelgewijs

Artikel I, onderdeel B

Aan artikel 3 wordt een nieuw zevende en achtste lid toegevoegd.

In artikel 3, eerste lid, van de Paspoortwet is bepaald welke persoonsgegevens in elk reisdocument worden vermeld. Tevens kan de minister van BZK bepalen in welke gevallen wordt afgezien van de vermelding van respectievelijk de geboorteplaats, woonplaats, adres en lengte. De woonplaats en het adres worden op dit moment niet in de reisdocumenten vermeld en is uitsluitend geregeld door de aanwijzing van de modellen van de reisdocumenten. Dit wordt duidelijkheidshalve nu ook vermeld in de paspoortuitvoeringsregelingen.

Daarnaast kan de minister op grond van artikel 3, vierde lid, van de wet reisdocumenten aanwijzen waarin het burgerservicenummer (BSN) wordt vermeld indien de houder Nederlander is en als ingezetene in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven. Het BSN wordt vermeld in het nationaal paspoort, het noodpaspoort, het faciliteitenpaspoort, het tweede paspoort, de Nederlandse identiteitskaart en in het voorlopig reisdocument dat wordt verstrekt als model noodpaspoort. Ook daarin wordt alsnog voorzien.

Artikel I, onderdeel G

In artikel 54 wordt bepaald dat de digitale handtekening bij het aanvraagbestand dient te worden aangebracht met gebruikmaking van de toegekende identificatiekaart. Over het aanvraagbestand dat naar de producent van de reisdocumenten wordt gestuurd, wordt met de identificatiekaart een digitale handtekening gezet, die met het aanvraagbestand mee naar de producent wordt gestuurd. De producent controleert of het aanvraagbestand is getekend met een identificatiekaart die in omloop mag zijn. Tevens wordt gecontroleerd of de betreffende identificatiekaart ten tijde van ondertekenen is gekoppeld aan een ambtenaar van de uitgiftelocatie die de aanvraag doet.

Artikel I, onderdeel K

In artikel 62, eerste lid, vervalt de zinsnede ‘en de aanvrager de in het document opgenomen gegevens op juistheid heeft gecontroleerd’. Het is namelijk de uitgevende instantie die verantwoordelijk is voor de controle of het uitgereikte reisdocument de juiste persoonsgegevens bevat. De controle daarvan kan niet bij de aanvrager die het document in ontvangst neemt worden neergelegd.

Artikel I, onderdeel V

De programmatuur van het RAAS is zo gewijzigd dat geautomatiseerd (via het RAAS) wordt bijgehouden welke personen ‘autorisatiebevoegde reisdocumentenstation’ zijn. Gelet daarop is het verplicht doorgeven van de namen van autorisatiebevoegden reisdocumentenstation aan de leverancier niet meer noodzakelijk. Het doorgeven van de namen van autorisatiebevoegden aanvraagstation aan het agentschap BPR dient daarnaast nog te worden geformaliseerd met behulp van standaardformulier B3. Artikel 89, tweede lid, wordt met het oog hierop aangepast.

Artikel I, onderdelen W, X en EE

In het algemene deel van de toelichting is ingegaan op de wijzigingen met betrekking tot de identificatiekaart waarmee op elektronische wijze toegang tot het RAAS kan worden verkregen. Onderhavige wijziging van artikel 90 en 91 geeft daar invulling aan. Als gevolg van die wijziging kan bijlage I vervallen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies.

Naar boven