Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 13 juni 2012, nr. IENM/BSK-2012/101212, houdende vaststelling van tijdelijke regels met betrekking tot de keuring van Nederlands gekentekende motorrijtuigen en aanhangwagens en de afgifte van een keuringsbewijs door buitenlandse keuringsinstanties (Tijdelijke regeling buitenlandse APK)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 23h, tweede lid, van het Besluit Voertuigen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

Besluit Voertuigen.

Artikel 2

  • 1. Er is bij de buitenlandse keuringsinstantie een voorziening aanwezig, geschikt voor het gebruik van datacommunicatie. Deze voorziening bestaat uit een computer of terminal met een modem, geschikt voor de toegangsstructuur van netwerken van de Dienst Wegverkeer. Tevens is een voorziening aanwezig geschikt voor aansluiting op de datacommunicatie ten behoeve van het afdrukken van keuringsrapporten.

  • 2. Ten behoeve van het afmelden van een voertuig als bedoeld in artikel 53d van het besluit door middel van datacommunicatie, verstrekt de Dienst Wegverkeer aan de buitenlandse keuringsinstantie een of meerdere op naam gestelde bevoegdheidspassen met pincode.

  • 3. De buitenlandse keuringsinstantie draagt er zorg voor dat de door de Dienst wegverkeer aan hem ten behoeve van datacommunicatie verstrekte bevoegdheidspassen en pincodes niet toegankelijk zijn voor onbevoegden.

  • 4. De keuring wordt uitgevoerd door het door de buitenlandse keuringsinstantie aangewezen personeel.

Artikel 3

  • 1. Er wordt geen keuring verricht dan nadat het kentekenregister is geraadpleegd ten aanzien van:

    • a. het voor het voertuig opgegeven kenteken;

    • b. het identificatienummer van het ter keuring aangeboden voertuig, en

    • c. de datum eerste toelating van het voertuig.

  • 2. Indien in het kentekenregister of op het kentekenbewijs bij bijzonderheden is vermeld ‘Taxi, zie bijlage’ of ‘OV-auto, zie bijlage’ wordt geen keuring verricht dan nadat door de aanvrager van een keuringsrapport de bijlage bij het deel I A dan wel deel I van het kentekenbewijs is overgelegd.

  • 3. Er wordt geen keuring verricht en de aanvrager van een keuringsrapport wordt naar de Dienst Wegverkeer doorverwezen indien:

    • a. het raadplegen van het kentekenregister niet mogelijk is door een onjuiste combinatie van het kenteken en de laatste vier posities van het voertuigidentificatienummer of indien de laatste vier posities van het voertuigidentificatienummer niet bekend zijn;

    • b. het voertuigidentificatienummer van het voertuig niet in overeenstemming is met het kentekenregister;

    • c. blijkens het kentekenregister de beperkte geldigheidsduur van het kentekenbewijs verstreken is, waardoor het kentekenbewijs ingevolge artikel 57, eerste lid, van de wet, zijn geldigheid heeft verloren.

Artikel 4

Het resultaat van een keuring wordt door de buitenlandse keuringsinstantie schriftelijk vastgelegd op het keuringsrapport, waarvan het model door de Dienst Wegverkeer bekend is gemaakt in de Staatscourant.

Artikel 5

  • 1. Na afloop van de keuring meldt de buitenlandse keuringsinstantie het voertuig af bij de Dienst Wegverkeer door middel van datacommunicatie onder verstrekking van de volgende gegevens:

    • a. het pasnummer van de bevoegdheidspas van het betrokken personeelslid en de pincode;

    • b. het kenteken van het voertuig;

    • c. de meldcode, gevormd door de laatste vier cijfers van het voertuigidentificatienummer;

    • d. indien het een voertuig betreft dat is voorzien van een kilometerteller, de afgelezen kilometerstand van het voertuig;

    • e. indien het voertuig is goedgekeurd: de goedkeuring, en

    • f. indien het voertuig is afgekeurd, de afkeurpunten.

  • 2. Na acceptatie van de afmelding wordt door de Dienst Wegverkeer elektronisch aan de buitenlandse keuringsinstantie medegedeeld:

    • 1°. de transactiecode en het tijdstip van de afmelding;

    • 2°. indien het voertuig is goedgekeurd: tevens een nieuwe vervaldatum.

Artikel 6

  • 1. Op het keuringsrapport moet schriftelijk worden vermeld:

    • a. het pasnummer bedoeld in het artikel 5, eerste lid, onderdeel a, het kenteken en de meldcode;

    • b. de afgelezen kilometerstand indien het voertuig is voorzien van een kilometerteller;

    • c. indien het voertuig aan de keuringseisen blijkt te voldoen: dat het voertuig is goedgekeurd;

    • d. indien een voertuig niet aan de keuringseisen blijkt te voldoen dat het voertuig is afgekeurd en de afkeurpunten;

    • e. de door de Dienst Wegverkeer na afmelding weergegeven transactiecode;

    • f. indien het voertuig is goedgekeurd: de door de Dienst Wegverkeer bij de afmelding weergegeven vervaldatum, waarbij de maand van de vervaldatum voluit in letters is geschreven, en

    • g. de naam en de adresgegevens van de buitenlandse keuringsinstantie.

  • 2. Alvorens het keuringsrapport wordt ondertekend en afgegeven aan de aanvrager, wordt door de buitenlandse keuringsinstantie nagegaan of het rapport volledig is ingevuld.

  • 3. Door een buitenlandse keuringsinstantie worden per bevoegdheidspas niet meer dan vier voertuigen, waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg, per zestig minuten afgemeld.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit houdende wijziging van het Besluit Voertuigen in verband met tijdelijke regels ten behoeve van een experiment met het accepteren van in andere lidstaten van de Europese Unie uitgevoerde algemene periodieke keuringen in werking treedt en vervalt zes jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling buitenlandse APK.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling geeft uitvoeringsregels ten aanzien van het experiment om in andere lidstaten van de Europese Unie uitgevoerde algemene periodieke keuringen te accepteren. Dit experiment vindt zijn grondslag in artikel 186 van de Wegenverkeerswet 1994 jo. hoofdstuk 3a van het Besluit Voertuigen. Voor een algemene uiteenzetting over dit experiment kan worden verwezen naar de Nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit waarmee genoemd hoofdstuk 3a is opgenomen in het Besluit Voertuigen.

In deze regeling zijn de condities neergelegd die ervoor zorg dragen dat de Nederlandse voertuigen, die in het buitenland bij een door de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) daartoe aangewezen keurder worden gekeurd, in het Nederlandse kentekenregister worden afgemeld als zijnde gekeurd op de gebruikelijke wijze, zodat de kentekenhouder verschoond blijft van boetes in het kader van de handhaving op de Nederlandse APK plicht. De buitenlandse keurder kan vervolgens hetzelfde Nederlandse keuringsbewijs printen en aan degene die de keuring heeft aangevraagd overhandigen. Er is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de reeds voor Nederlands gekentekende voertuigen bestaande processen die voor de APK gelden.

Administratieve lasten

In deze regeling worden regels gesteld die gelden voor de buitenlandse keuringsinstanties die Nederlandse auto’s keuren. Deze regeling heeft dus geen gevolgen voor de administratieve lasten van de Nederlandse burgers en bedrijven. Het feit dat Nederlandse voertuigeigenaren niet meer met enige regelmaat naar Nederland moeten terug rijden om hun voertuig te laten keuren, levert uiteraard een vermindering van administratieve lasten op. Een schatting van het aantal voertuigen dat in het buitenland gekeurd zal worden is opgenomen in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel1 waarin de basis voor dit experiment is opgenomen door middel van de uitbreiding van artikel 186 van de Wegenverkeerswet 1994, de zogenoemde experimenteerbepaling.2

Artikelsgewijs

Artikel 2

In artikel 2 is geregeld dat een buitenlandse keuringsinstantie moet beschikken over datacommunicatieapparatuur om toegang te kunnen krijgen tot het Nederlandse kentekenregister. Dit betreft een computer en internetaansluiting. Ten behoeve van een goede, adequaat beveiligde verbinding wordt door de RDW een certificaat (met gebruikershandleiding) en toegangscode verstrekt aan de betreffende buitenlandse keuringsinstantie. Eveneens worden voor dit doel bevoegdheidspassen en pincodes verstrekt aan de buitenlandse keuringsinstantie.

De bevoegdheidspassen en pincodes moeten door het door de buitenlandse keuringsinstantie aangewezen personeel worden gebruikt bij de afmelding. Deze personen moeten vooraf aan de RDW worden gemeld, zodat de bevoegdheidspassen van de noodzakelijke personalia van het aangewezen personeel kunnen worden voorzien en de pincode in persoon kan uitgereikt.

Door slechts een paar personen aan te laten wijzen door de buitenlandse keuringsinstantie wordt er tevens in voorzien dat de administratieve lasten van de buitenlandse keuringsinstantie beperkt blijven: niet iedere medewerker behoeft in detail op de hoogte zijn van de keuring van buitenlandse voertuigen.

Voor het afdrukken van keuringsrapporten moet tevens een printer aanwezig zijn.

Artikel 3

In artikel 3, eerste en tweede lid, is de administratieve voorbereidingsprocedure van de APK geregeld, het zogenaamde raadplegen APK in het kentekenregister, overeenkomstig artikel 27 van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK. In deze procedure moet de identiteit van het voertuig en het daarvoor opgegeven kenteken worden vastgesteld alsmede de datum eerste toelating van het voertuig. Doel is om enerzijds zekerheid te verschaffen aan de buitenlandse keuringsinstantie over de identiteit en het kenteken van het ter keuring aangeboden voertuig en anderzijds de datum eerste toelating vast te stellen in het kader van de geldigheid van de toepasselijke technische eisen. Aangezien deze technische eisen op Europese richtlijnen zijn gebaseerd is dit voor iedere buitenlandse keuringsinstantie relevant.

In het derde lid is opgenomen onder welke omstandigheden een Nederlands gekentekend voertuig niet door de buitenlandse keuringsinstantie mag worden gekeurd. De voertuigeigenaar zal zich in die gevallen tot de RDW moeten wenden en zo nodig alsnog met het voertuig naar Nederland moeten komen om het te laten onderzoeken.

Artikel 4

Net als in artikel 29, eerste en tweede lid, van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK moet het resultaat van de keuring op een keuringsrapport worden vastgelegd. Het model dat hiervoor wordt gebruikt

is hetzelfde model als het door Nederlandse erkenninghouders voorgeschreven model. Dit is vooral voor de handhaving van groot belang en zorgt er tevens voor dat een door een buitenlandse keurder afgegeven keuringsrapport in het buitenland geen vraagtekens oproept bij de lokale handhavers, indien om het keuringsrapport wordt gevraagd.

Artikel 5

Artikel 5 bepaalt dat het voertuig na keuring bij de RDW moet worden afgemeld: hiermee wordt voorzien in de opname van de keuring door de buitenlandse keuringsinstantie in het kentekenregister. De gegevens die gemeld moeten worden door het aangewezen personeel van de buitenlandse keuringsinstantie komen grotendeels overeen met artikel 30, derde lid van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK. Het verschil betreft de identificatie van de keurder als buitenlandse keuringsinstantie.

Artikel 6

Tot slot moet na de keuring een keuringsrapport worden opgemaakt, zo is geregeld in artikel 6. Dit geschiedt via digitale weg: na de melding, bedoeld in artikel 5, wordt door de RDW langs digitale weg een model keuringsrapport aangeleverd aan de buitenlandse keuringsinstantie. Dit rapport moet uitgeprint en na controle op de juistheid en volledige invulling door het aangewezen personeel worden ondertekend. Hoewel strikt genomen de ondertekening van een keuringsrapport achterwege zou kunnen worden gelaten, is de ervaring dat juist buiten Nederland de handhavingsinstanties grote waarde hechten aan deze vorm van formalisering van het keuringsrapport. Ten einde voorzienbare problemen hierover voor de voertuigeigenaar te voorkomen, is derhalve de ondertekening van het keuringsrapport opgenomen.

De beperking van vier afgemelde keuringen per uur per aan de buitenlandse keuringsinstantie uitgereikte bevoegdheidspas, vloeit ook hier voort uit de in Nederland gehanteerde vuistregel dat een totale APK (administratieve voorbereiding - technische controle voertuig - administratieve afhandeling) ten minste 15 minuten in beslag neemt.

Artikel 7

Het experiment met betrekking tot de erkenning van buitenlandse APKs was reeds vóór 1 januari 2009 in voorbereiding. Het is aldus niet noodzakelijk vast te houden aan de vaste-verandermomenten van 1 januari en 1 juli.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.


X Noot
1

Verzamelwet Verkeer en Waterstaat 2010.

X Noot
2

Kamerstukken II 2009/10, 32 403, nr. 3, p. 7.

Naar boven