TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige regeling geeft uitvoeringsregels ten aanzien van het experiment om
in andere lidstaten van de Europese Unie uitgevoerde algemene periodieke keuringen
te accepteren. Dit experiment vindt zijn grondslag in artikel 186 van de Wegenverkeerswet
1994 jo. hoofdstuk 3a van het Besluit Voertuigen. Voor een algemene uiteenzetting
over dit experiment kan worden verwezen naar de Nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit
waarmee genoemd hoofdstuk 3a is opgenomen in het Besluit Voertuigen.
In deze regeling zijn de condities neergelegd die ervoor zorg dragen dat de Nederlandse
voertuigen, die in het buitenland bij een door de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW)
daartoe aangewezen keurder worden gekeurd, in het Nederlandse kentekenregister worden
afgemeld als zijnde gekeurd op de gebruikelijke wijze, zodat de kentekenhouder verschoond
blijft van boetes in het kader van de handhaving op de Nederlandse APK plicht. De
buitenlandse keurder kan vervolgens hetzelfde Nederlandse keuringsbewijs printen en
aan degene die de keuring heeft aangevraagd overhandigen. Er is zoveel mogelijk aansluiting
gezocht bij de reeds voor Nederlands gekentekende voertuigen bestaande processen die
voor de APK gelden.
Administratieve lasten
In deze regeling worden regels gesteld die gelden voor de buitenlandse keuringsinstanties
die Nederlandse auto’s keuren. Deze regeling heeft dus geen gevolgen voor de administratieve
lasten van de Nederlandse burgers en bedrijven. Het feit dat Nederlandse voertuigeigenaren
niet meer met enige regelmaat naar Nederland moeten terug rijden om hun voertuig te
laten keuren, levert uiteraard een vermindering van administratieve lasten op. Een
schatting van het aantal voertuigen dat in het buitenland gekeurd zal worden is opgenomen
in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel1 waarin de basis voor dit experiment is opgenomen door middel van de uitbreiding van
artikel 186 van de Wegenverkeerswet 1994, de zogenoemde experimenteerbepaling.2
Artikelsgewijs
Artikel 2
In artikel 2 is geregeld dat een buitenlandse keuringsinstantie moet beschikken over
datacommunicatieapparatuur om toegang te kunnen krijgen tot het Nederlandse kentekenregister.
Dit betreft een computer en internetaansluiting. Ten behoeve van een goede, adequaat
beveiligde verbinding wordt door de RDW een certificaat (met gebruikershandleiding)
en toegangscode verstrekt aan de betreffende buitenlandse keuringsinstantie. Eveneens
worden voor dit doel bevoegdheidspassen en pincodes verstrekt aan de buitenlandse
keuringsinstantie.
De bevoegdheidspassen en pincodes moeten door het door de buitenlandse keuringsinstantie
aangewezen personeel worden gebruikt bij de afmelding. Deze personen moeten vooraf
aan de RDW worden gemeld, zodat de bevoegdheidspassen van de noodzakelijke personalia
van het aangewezen personeel kunnen worden voorzien en de pincode in persoon kan uitgereikt.
Door slechts een paar personen aan te laten wijzen door de buitenlandse keuringsinstantie
wordt er tevens in voorzien dat de administratieve lasten van de buitenlandse keuringsinstantie
beperkt blijven: niet iedere medewerker behoeft in detail op de hoogte zijn van de
keuring van buitenlandse voertuigen.
Voor het afdrukken van keuringsrapporten moet tevens een printer aanwezig zijn.
Artikel 3
In artikel 3, eerste en tweede lid, is de administratieve voorbereidingsprocedure
van de APK geregeld, het zogenaamde raadplegen APK in het kentekenregister, overeenkomstig
artikel 27 van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK. In deze procedure
moet de identiteit van het voertuig en het daarvoor opgegeven kenteken worden vastgesteld
alsmede de datum eerste toelating van het voertuig. Doel is om enerzijds zekerheid
te verschaffen aan de buitenlandse keuringsinstantie over de identiteit en het kenteken
van het ter keuring aangeboden voertuig en anderzijds de datum eerste toelating vast
te stellen in het kader van de geldigheid van de toepasselijke technische eisen. Aangezien
deze technische eisen op Europese richtlijnen zijn gebaseerd is dit voor iedere buitenlandse
keuringsinstantie relevant.
In het derde lid is opgenomen onder welke omstandigheden een Nederlands gekentekend
voertuig niet door de buitenlandse keuringsinstantie mag worden gekeurd. De voertuigeigenaar
zal zich in die gevallen tot de RDW moeten wenden en zo nodig alsnog met het voertuig
naar Nederland moeten komen om het te laten onderzoeken.
Artikel 4
Net als in artikel 29, eerste en tweede lid, van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid
APK moet het resultaat van de keuring op een keuringsrapport worden vastgelegd. Het
model dat hiervoor wordt gebruikt
is hetzelfde model als het door Nederlandse erkenninghouders voorgeschreven model.
Dit is vooral voor de handhaving van groot belang en zorgt er tevens voor dat een
door een buitenlandse keurder afgegeven keuringsrapport in het buitenland geen vraagtekens
oproept bij de lokale handhavers, indien om het keuringsrapport wordt gevraagd.
Artikel 5
Artikel 5 bepaalt dat het voertuig na keuring bij de RDW moet worden afgemeld: hiermee
wordt voorzien in de opname van de keuring door de buitenlandse keuringsinstantie
in het kentekenregister. De gegevens die gemeld moeten worden door het aangewezen
personeel van de buitenlandse keuringsinstantie komen grotendeels overeen met artikel
30, derde lid van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK. Het verschil betreft
de identificatie van de keurder als buitenlandse keuringsinstantie.
Artikel 6
Tot slot moet na de keuring een keuringsrapport worden opgemaakt, zo is geregeld in
artikel 6. Dit geschiedt via digitale weg: na de melding, bedoeld in artikel 5, wordt
door de RDW langs digitale weg een model keuringsrapport aangeleverd aan de buitenlandse
keuringsinstantie. Dit rapport moet uitgeprint en na controle op de juistheid en volledige
invulling door het aangewezen personeel worden ondertekend. Hoewel strikt genomen
de ondertekening van een keuringsrapport achterwege zou kunnen worden gelaten, is
de ervaring dat juist buiten Nederland de handhavingsinstanties grote waarde hechten
aan deze vorm van formalisering van het keuringsrapport. Ten einde voorzienbare problemen
hierover voor de voertuigeigenaar te voorkomen, is derhalve de ondertekening van het
keuringsrapport opgenomen.
De beperking van vier afgemelde keuringen per uur per aan de buitenlandse keuringsinstantie
uitgereikte bevoegdheidspas, vloeit ook hier voort uit de in Nederland gehanteerde
vuistregel dat een totale APK (administratieve voorbereiding - technische controle
voertuig - administratieve afhandeling) ten minste 15 minuten in beslag neemt.
Artikel 7
Het experiment met betrekking tot de erkenning van buitenlandse APKs was reeds vóór
1 januari 2009 in voorbereiding. Het is aldus niet noodzakelijk vast te houden aan
de vaste-verandermomenten van 1 januari en 1 juli.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.