De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 12.31, vierde lid, van de Wet milieubeheer, en artikel 3, vierde
en zesde lid, onderdeel a, van het Besluit hernieuwbare energie vervoer;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling hernieuwbare energie vervoer wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift van artikel 2 vervalt: [artikel 3, vierde lid, besluit].
B
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4
De geregistreerde dient voor 1 maart bij het bestuur van de emissieautoriteit langs
elektronische weg een biobrandstoffenbalans in over het voorafgaande kalenderjaar.
C
In artikel 8, eerste lid, aanhef, wordt ‘beginvoorraad 2011’ vervangen door ‘beginvoorraad
van het betreffende kalenderjaar’ en wordt ‘eindvoorraad 2010’ vervangen door: eindvoorraad
van het voorafgaande kalenderjaar.
D
In het opschrift van artikel 17 vervalt: [artikel 3, zesde lid, onderdeel a, besluit].
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.
TOELICHTING
Deze regeling wijzigt de Regeling hernieuwbare energie vervoer op een aantal punten.
Die wijzigingen betreffen de frequentie van de biobrandstoffenbalansen (artikel I,
onderdeel B), het voor onbepaalde tijd toepasbaar maken van een bepaling (artikel
I, onderdeel C) en enkele verbeteringen van formuleringen (artikel I, onderdelen A
en D).
Doordat de biobrandstoffenbalans nog maar één keer per jaar hoeft te worden ingediend
zal het aantal uren dat gemoeid is met die verplichting dalen. Deze regeling heeft
daarmee een beperkt positief effect op de administratieve lasten. Dit effect is geschat
op (aantal bedrijven x aantal biobrandstoffenbalansen minder x bestede uren x uurtarief)
89 x 1 x 4 x € 50 = 17.800,– per jaar.
Deze regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk voor burgers en brengt geen inhoudelijke
nalevingskosten met zich mee.
Artikel I
Onderdelen A en D
Met deze wijzigingen zijn twee vermeldingen geschrapt, die ten onrechte waren blijven
staan in de tekst van de Regeling hernieuwbare energie vervoer.
Onderdeel B
Met deze wijziging is de verplichting om ieder half jaar een biobrandstoffenbalans
in te dienen vervallen. De biobrandstoffenbalans over enig kalenderjaar moet in het
vervolg voor 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar worden ingediend bij de Nederlandse
emissieautoriteit.
Deze wijziging was reeds aangekondigd in de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Milieu van 16 november 2011 aan voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
(Kamerstukken II 2011/2012, 32 357, nr. 32).
Onderdeel C
Artikel 8, eerste lid, van de Regeling hernieuwbare energie vervoer was specifiek
geformuleerd voor toepassing in het jaar 2011. Als gevolg van deze wijziging is deze
bepaling ook toepasbaar in 2012 en latere jaren.
Artikel II
De vaste verandermomenten zijn in acht genomen. De invoeringstermijnen zijn niet in
acht genomen; omdat de betrokken bedrijven sinds maart 2012 op de hoogte zijn van
deze voorgenomen wijziging en de wijzigingen leiden tot vermindering van de lasten
voor die bedrijven is de uitzondering hoge private kosten van toepassing.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J.J. Atsma.