Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 mei 2012, nr. VO/380542, houdende de wijziging van de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 85a, tweede lid en artikel 108, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De beleidsregel uitzonderingsscholen VO wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Berekening overgangsbudget

  • 1. Voor de scholen die op grond van de versie van 27 september 2010 van deze beleidsregel in aanmerking kwamen voor overgangsbekostiging wordt de overgangsbekostiging met ingang van 1 januari 2012 opnieuw vastgesteld. Deze wordt als volgt berekend:

    Indien er bij de uitkomst van het onder b berekende budget sprake is van een achteruitgang ten opzichte van het onder a vastgestelde budget, is dit negatieve verschil het eenmalig vastgestelde overgangsbudget:

    • a. het personele budget vastgesteld op basis van de formatie direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de beleidsregel Uitzonderingsscholen (gepubliceerd in 2010);

    • b. het personele budget voor het kalenderjaar 2012 inclusief de aanvullende formatieplaatsen ingevolge de met ingang van 1 januari 2012 gewijzigde beleidsregel. Bij de berekening van dit budget wordt uitgegaan van het aantal leerlingen en de gemiddelde personeelslast die golden bij de vaststelling van het onder a genoemde budget.

  • 2. Voor de in het eerste lid bedoelde scholen zal voor het kalenderjaar 2012 90% van het in het eerste lid berekende verschil ter beschikking worden gesteld. De acht daaropvolgende kalenderjaren wordt deze bekostiging vervolgens in stappen van 10% afgebouwd.

  • 3. De som van de in het tweede lid genoemde jaarlijks berekende bedragen, wordt in het kalenderjaar 2012 in één keer ter beschikking gesteld volgens het betaalritme van de reguliere personele bekostiging.

B. De bijlage behorend bij artikel 5 van de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO komt te luiden:

Bijlage behorend bij artikel 5 van de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO

Omvang aanvullend aantal formatieplaatsen

School voor mavo

 

Aantal leerlingen op teldatum

Aantal aanvullende formatieplaatsen leraren

0 tot 50

3

50 tot 80

2

80 tot 100

0,5

100 tot 170

0

170 tot 200

0

200 of meer

0

Scholengemeenschap voor vbo/mavo

 

Aantal leerlingen op teldatum

Aantal aanvullende formatieplaatsen leraren

0 tot 50

2

50 tot 80

2

80 tot 100

2

100 tot 170

1,5

170 tot 200

1

200 of meer

0

Scholengemeenschap voor mavo/havo/vwo

 

Aantal leerlingen op teldatum

Aantal aanvullende formatieplaatsen leraren

0 tot 50

4,2

50 tot 80

4

80 tot 120

3,5

120 tot 170

7,4

170 tot 200

2,5

200 of meer

0

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2012.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze beleidsregel worden twee zaken gewijzigd in de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO: het moment van betalen van de overgangsbekostiging en de hoogte van de aanvullende bekostiging personeelskosten van een scholengemeenschap voor mavo/havo/vwo met een leerlingaantal tussen de 120 en 170. De Beleidsregel uitzonderingsscholen VO is op 7 oktober 2010 in werking getreden en de betrokken uitzonderingsscholen zijn in 2011 voor het eerst bekostigd op basis van de beleidsregel.

Een school in de zin van de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO heeft recht op overgangsbekostiging als bij overgang naar aanvullende bekostiging op basis van de beleidsregel negatieve financiële effecten optreden. Het verschil tussen de hoogte van het personeelsbudget volgens de rekenregels van het voorgaande kalenderjaar en de hoogte van het personeelsbudget op basis van de beleidsregel is de overgangsbekostiging. De beide budgetten worden berekend met hetzelfde aantal leerlingen en met dezelfde gemiddelde personeelslast. De overgangsbekostiging wordt in tien jaar afgebouwd: in het eerste jaar (2011) is dit 100% van de overgangsbekostiging, in het tweede jaar 90%, in het derde jaar 80%, enzovoort. De som van de jaarlijkse bedragen vormt het totale overgangsbudget voor een school die er door de toepassing van de beleidsregel financieel op achteruit gaat.

Met de voorliggende wijziging van de beleidsregel wordt bepaald dat de som van de jaarlijkse bedragen, met uitzondering van het bedrag dat reeds in 2011 beschikbaar is gesteld, in 2012 aan de school ter beschikking wordt gesteld volgens het betaalritme van de reguliere personele bekostiging. Dit is de eerste wijziging.

De tweede wijziging in de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO betreft de bijlage bij de beleidsregel. Hierin zijn de staffels opgenomen met de omvang van het aanvullend aantal formatieplaatsen. De wijziging bestaat eruit dat het aantal aanvullende formatieplaatsen voor een scholengemeenschap voor mavo/havo/vwo met een leerlingaantal tussen de 120 en 170 verhoogd wordt van 3 naar 7,4. Ik heb in november 2011 besloten dat deze verhoging noodzakelijk was om het voortbestaan van een dergelijke scholengemeenschap te garanderen. Met deze wijziging wordt mijn besluit geformaliseerd.

Voor wat betreft de overgangsbekostiging betekent dit dat voor de betrokken scholen de overgangsbekostiging opnieuw wordt berekend met ingang van 1 januari 2012. Vanaf 2012 gaat de in 2011 gestarte aflopende reeks overgangsbekostiging door met de stap van 90% (zie de versie van deze beleidsregel van 27 september 2010). In 2011 is namelijk al de eerste stap van 100% van de overgangsbekostiging verstrekt aan de school. De overgangsbekostiging voor de resterende jaren wordt opnieuw vastgesteld. De som van deze overgangsbekostiging wordt in 2012 in één keer ter beschikking gesteld, volgens het betaalritme van de reguliere personele bekostiging.

Administratieve lasten

Deze beleidsregel legt geen verplichtingen op aan scholen. Er is dan ook geen sprake van een toename van de administratieve lasten.

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De voorgestelde wijzigingen zijn getoetst op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid door de Dienst Uitvoering Onderwijs, de Audit-dienst en de inspectie van het onderwijs. De toets wijst uit dat de voorstellen uitvoerbaar en handhaafbaar zijn.

Artikelsgewijs

Artikel I onderdeel A

In dit artikel wordt vastgelegd hoe de overgangsbekostiging wordt vastgesteld en dat het totale bedrag in 2012 ter beschikking wordt gesteld.

Artikel I, onderdeel B

Met dit artikel wordt de bijlage bij de beleidsregel gewijzigd. Het aantal aanvullende formatieplaatsen voor een scholengemeenschap mavo/havo/vwo met een leerlingaantal tussen de 120 en 170 wordt verhoogd van 3 naar 7,4 fte.

Artikel II

Deze beleidsregel werkt terug tot 1 januari 2012, aangezien de bekostiging van scholen in het voortgezet onderwijs geschiedt per kalenderjaar. Bij die systematiek wordt aangesloten. Inwerkingtreding ná 1 januari 2012 heeft negatieve financiële gevolgen voor betrokken scholen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven