Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 13 juni 2012, nr. VGP/3119055, houdende plaatsing van het middel 4-methylamfetamine op lijst I van de Opiumwet

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3a, vijfde lid, van de Opiumwet;

Besluit:

Artikel 1

Lijst I, behorende bij de Opiumwet, wordt als volgt gewijzigd:

Voor de tekst die betrekking heeft op het middel 4-methylaminorex wordt ingevoegd:

  • a. in de kolom International Non-proprietary Name: –.

  • b. in de kolom Andere benamingen: 4-methylamfetamine, 4-MA.

  • c. in de kolom Nadere omschrijving: –.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.

TOELICHTING

Naar aanleiding van enkele dodelijke incidenten met amfetamine, waarin naast amfetamine ook het toxische middel 4-methylamfetamine (4-MA) is aangetroffen, heeft het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM) een zogenaamde ‘quick scan’ uitgevoerd naar 4-MA.

Uit de rapportage van 8 juni 2012 van het CAM is gebleken dat in het afgelopen jaar vijf fatale ongevallen plaats hebben gevonden in Nederland, waarbij bij post mortem onderzoek verhoogde concentraties van het middel 4-MA in het bloed werden aangetroffen. Ook in het Verenigd Koninkrijk (VK) en in België zijn recent in totaal acht fatale 4-MA intoxicaties waargenomen.

In deze gevallen is de vermoedelijke doodsoorzaak een ernstige hyperthermie (verhoging van de lichaamstemperatuur) ten gevolge van inname van 4-MA.

Vanwege het op dit moment nog steeds aanwezige hoge gezondheidsrisico heeft het CAM geadviseerd het middel 4-MA met onmiddellijke ingang onder de werking van de Opiumwet te brengen.

Gezien de overeenkomst van 4-MA met amfetamine, zowel in werking als chemische structuur, is plaatsing op lijst I van de Opiumwet gerechtvaardigd.

Gelet op de rapportage en op het advies van het CAM ben ik van oordeel dat handelingen als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet ten aanzien van het middel 4-MA onverwijld moeten worden verboden en de totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste of tweede lid van artikel 3a van de Opiumwet niet kan worden afgewacht.

Op grond van artikel 3a, vijfde lid, van de Opiumwet, wordt het middel 4-methylamfetamine op lijst I van de Opiumwet geplaatst. Een ontwerp van een algemene maatregel van bestuur met dezelfde inhoud zal ter beoordeling aan de ministerraad worden aangeboden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.

Naar boven