Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 mei 2012, nr. KO/2012/7794, tot vaststelling van tijdelijke beleidsregels met betrekking tot het overleggen van een verklaring omtrent gedrag door personen die als stagiair of uitzendkracht werkzaam zijn in de kinderopvang of het peuterspeelzaalwerk (Tijdelijke Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 1.57a, eerste lid, en 2.13, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Besluit:

Artikel 1

Voor een persoon die als stagiair of als uitzendkracht werkzaam is, geldt de verplichting van artikel 1.50, vierde lid, 1.56, derde lid, 1.56b, vierde lid, en 2.6, vierde lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen de eerste maal voordat deze personen de werkzaamheden aanvangen.

Artikel 2

De Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 worden ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen in werking treedt.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 mei 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

In de Beleidregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 (verder: de Beleidsregels) werd in de bepalingen die betrekking hadden op de verklaring omtrent het gedrag (artikelen 10, 13 en 25) afgeweken van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (verder: WKO), in die zin dat voor stagiaires en uitzendkrachten in de Beleidsregels meer ruimte werd geboden dan in de WKO.

In een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 december 2011 (201103651/1/H2) is bepaald dat de Beleidsregels op zich geen grondslag bieden voor het opleggen van een sanctie bij overtreding van een daarin opgenomen norm. Gelet op deze uitspraak is besloten om de kwaliteitseisen uit de Beleidsregels grotendeels vast te leggen in een algemene maatregel van bestuur, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, en een ministeriële regeling, de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. De bepalingen uit de Beleidsregels met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag worden via een nota van wijziging op het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met het aanbrengen van grondslagen die hervorming van en bezuiniging op de kinderopvangtoeslag mogelijk maken en in verband met het incorporeren van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang van de gemeente en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kinderopvangtoeslag (Kamerstukken II 2011/12, 33 212, nr. 6) in de WKO vastgelegd. Daarbij is toegelicht dat vooruitlopend op de inwerkingtreding van deze wetswijziging wordt toegestaan dat in de uitvoeringspraktijk overeenkomstig deze wetswijziging wordt gehandeld.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel wordt geregeld dat de verplichting om een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee maanden aan de houder van een kindercentrum, een gastouderbureau of een peuterspeelzaal te overleggen voordat de werkzaamheden worden aanvangen, voor stagiaires of uitzendkrachten in de kinderopvang of het peuterspeelzaalwerk alleen geldt de eerste maal dat zij hun werkzaamheden aanvangen. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de praktijksituatie waarin stagiaires en uitzendkrachten meerdere keren per jaar van stage- of werkplek kunnen veranderen. Met andere woorden, voor het overleggen van de verklaring omtrent gedrag van stagiaires en uitzendkrachten geldt een ander regime dan voor andere personen die werkzaam zijn in de kinderopvang of peuterspeelzaalwerk. De wettelijke verplichting om te beschikken over een verklaring omtrent het gedrag zoals opgenomen in de artikelen 1.50, 1.56, 1.56b en 2.6 van de WKO ziet overigens niet op de incidentele vrijwilliger of stagiaire die een maatschappelijke stage of snuffelstage loopt en niet is belast met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen (zie ook de definitie van het begrip ‘vrijwilliger’ in artikel 1.1, eerste lid, van de WKO).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen in werking treedt. Tegelijkertijd worden de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 ingetrokken.

De onderhavige Tijdelijke beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 zullen weer worden ingetrokken zodra de bepalingen die met bovengenoemde nota van wijziging in het hiervoor genoemde wetsvoorstel zijn opgenomen, in werking treden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

Naar boven