Regeling van 24 mei 2012 tot instelling en benoeming van de Evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing

De Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges en artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder

  • a. commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2;

  • b. de minister: de Minister van Veiligheid en Justitie.

Artikel 2

  • 1. Er is een Evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing.

  • 2. De commissie heeft tot taak een integraal advies uit te brengen over de werking van de Wet veiligheidsregio’s en over het brede Nederlandse stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het eindrapport van de commissie omvat in ieder geval een advies over de eisen waaraan de Wet veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing nu en in de nabije toekomst moeten voldoen en voorstellen voor de verbetering van het huidige stelsel.

Artikel 3

Tot leden van de commissie worden benoemd:

  • Mr. R.J. Hoekstra, tevens voorzitter;

  • Generaal b.d. D.L. Berlijn;

  • Prof. dr. J. de Ridder;

  • Prof. dr. J. de Vries;

  • Ir. drs. H. Smits.

Artikel 4

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie, voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, ontvangen per vergadering een vergoeding.

  • 2. De vergoeding per vergadering van de leden van de commissie bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van de bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

  • 3. De vergoeding per vergadering van de voorzitter van de commissie bedraagt 130% van de hoogte van de vergoeding per vergadering die aan de andere leden van de commissie is toegekend.

Artikel 5

  • 1. De commissie streeft er naar haar eindrapport vóór 1 juli 2013 aan de minister aan te bieden.

  • 2. Na het uitbrengen van het advies is de commissie opgeheven.

Artikel 6

  • 1. De commissie draagt zo spoedig mogelijk na de beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid.

  • 2. Een ieder die betrokken is of is geweest bij de werkzaamheden van de commissie en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instelling Evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies.

TOELICHTING

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft in zijn reactie naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor veiligheid over de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk op 5 januari 2011 (TK 2011–2012, 26 956, nr. 116) aangekondigd de aanbeveling om een onafhankelijke commissie in te stellen, over te nemen. De commissie heeft als opdracht een integraal advies uit te brengen over de Wet veiligheidsregio’s en het brede Nederlandse stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing. De commissie zal hierbij de gehele veiligheidsketen in ogenschouw nemen, van proactie tot en met nazorg. Zij zal zich bij de totstandkoming van haar advies onder meer baseren op het evaluatierapport van de Wet veiligheidsregio’s van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum, de Staat van de rampenbestrijding van de Inspectie Veiligheid en Justitie, evaluaties van rampen en crises, waaronder het rapport van de Onderzoeksraad voor veiligheid over de brand bij Chemie-Pack, evaluaties van nationale oefeningen en overige relevante adviezen. Het advies van de commissie zal de afzonderlijke deelrapporten overstijgen. Met dit instellingsbesluit wordt de commissie, belast met de totstandkoming van dit advies, formeel ingesteld.

De taak van de commissie is omschreven in artikel 2 van de regeling. Haar taak omvat het stellen van eisen waaraan de Wet veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing nu en in de nabije toekomst moet voldoen, mede gegeven de maatschappelijke, technologische, politieke, economische en internationale ontwikkelingen. Vervolgens behoort het tot de taak van de commissie om op basis van die eisen een sterkte-zwakte analyse uit te voeren omtrent het huidige stelsel. De commissie zal voorstellen doen voor de verbetering van het stelsel, waarbij de voor- en nadelen van de verschillende oplossingsrichtingen worden geschetst.

Onderdeel van de opdracht van de commissie is het uitvoeren van een (deel)onderzoek naar het stelsel van de crisisbeheersing. De commissie zal daarbij ingaan op de door de Onderzoeksraad gestelde vragen hoe het gezag van de burgemeester en voorzitter veiligheidsregio zich verhoudt tot:

  • de taken en bevoegdheden van ministers (zowel de algemeen-bestuurlijke, als functionele kolom) die betrokken zijn bij het incident en

  • de operationele aansturing van landelijke adviesorganen en meetdiensten zoals het Beleidsondersteunend Team milieu-incidenten (BOT-mi) en de Milieuongevallendienst.

Bij de samenstelling is gezocht naar personen die elkaar aanvullen in hun professionele achtergrond, kennis en ervaring en een autoriteit zijn binnen hun vakgebied. De commissie kan in aanvulling op de binnen de commissie beschikbare kennis, specialistische kennis op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing aanwenden, indien dat voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is.

De commissie wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door een secretariaat. Voor haar werkzaamheden voor de commissie is zij uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de commissie. Tot de taken van het secretariaat behoren onder andere; het onder verantwoordelijkheid van de commissie opstellen van voorstellen, nota’s en verslagen en het in overleg met de voorzitter voorbereiden van de vergaderingen van de commissie. De desbetreffende informatie wordt uitsluitend aan de minister verstrekt.

De commissie zal bij de totstandkoming van haar advies de verschillende betrokkenen op het gebied van de Wet veiligheidsregio, de rampenbestrijding en crisisbeheersing op enigerlei wijze in de gelegenheid stellen hun inbreng in het advies te leveren.

De regeling treedt zo spoedig mogelijk inwerking. De commissie streeft er naar haar eindrapport vóór 1 juli 2013 aan de minister aan te bieden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies.

Naar boven