Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 29 mei 2012, nr. 275488 houdende wijziging van de Regeling rundersperma, Regeling paardensperma en Regeling varkenssperma in verband met enkele Europese uitvoeringsbesluiten

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op uitvoeringsverordening (EU) nr. 176/2012 van de Commissie van 1 maart 2012 tot wijziging van de bijlagen B, C en D, bij richtlijn 90/429/EEG van de Raad wat betreft veterinairrechtelijke voorschriften voor brucellose en de ziekte van Aujeszky (PbEU L 61);

Gelet op het Uitvoeringsbesluit 2011/629/EU van de Commissie van 20 september 2011 tot wijziging van bijlage D bij richtlijn 88/407/EEG van de Raad wat betreft de handel binnen de Unie in rundersperma dat wordt verzonden uit de spermacentra en spermaopslagcentra (PbEU L 247);

Gelet op het Besluit 2010/470/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 tot vaststelling van modellen van gezondheidscertificaten voor de handel binnen de Unie in sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen, schapen en geiten en in eicellen en embryo’s van varkens (PbEU L 228);

Gelet op de artikelen 3, 10, 13, 15 en 18 van het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling rundersperma wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen b en c komen te luiden:

b. Minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c. NVWA:

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

2. In onderdeel d wordt ‘VWA’ vervangen door: NVWA.

B

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden: Een partij sperma gaat bij afvoer van de kadastrale eenheid, waarop het runderspermawincentrum is gelegen, vergezeld van een geleidebiljet, waarop met betrekking tot de partij de volgende gegevens zijn vermeld:

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid gaat een partij sperma bij afvoer van de kadastrale eenheid, waarop het runderspermawincentrum is gelegen, vergezeld van:

    • a. een nationaal document, overeenkomstig de eisen op grond van artikel 6, eerste lid, van richtlijn 88/407/EEG, indien een partij sperma bestemd is om overeenkomstig de Regeling handel levende dieren en levende producten buiten Nederland te worden gebracht, en voorafgaand daaraan in Nederland vervoerd wordt naar een nationaal spermawincentrum of nationaal spermaopslagcentrum of meerdere spermawincentra of spermaopslagcentra, of

    • b. een document als bedoeld in artikel 9.2, onderdeel a, van de Regeling handel levende dieren en levende producten, indien een partij sperma overeenkomstig die regeling rechtstreeks buiten Nederland wordt gebracht.

C

Artikel 24 komt te luiden:

Artikel 24

Een partij sperma is gedurende het vervoer en de verhandeling voorzien van het document, bedoeld in artikel 21, eerste of tweede lid.

ARTIKEL II

De Regeling paardensperma wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen b en c komen te luiden:

b. Minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c. NVWA:

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

2. In onderdeel d wordt ‘VWA’ vervangen door: NVWA.

B

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden: Een partij sperma gaat bij afvoer van de kadastrale eenheid, waarop het paardenspermawincentrum is gelegen, vergezeld van een geleidebiljet, waarop met betrekking tot de partij de volgende gegevens zijn vermeld:

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid gaat een partij sperma bij afvoer van de kadastrale eenheid, waarop het paardenspermawincentrum is gelegen, vergezeld van:

    • a. een nationaal document, overeenkomstig de eisen op grond van 11, tweede lid, vierde gedachtestreepje, van richtlijn 92/65/EEG, indien een partij sperma bestemd is om overeenkomstig de Regeling handel levende dieren en levende producten buiten Nederland te worden gebracht, en voorafgaand daaraan in Nederland vervoerd wordt naar een nationaal spermawincentrum of nationaal spermaopslagcentrum of meerdere spermawincentra of spermaopslagcentra, of

    • b. een document als bedoeld in artikel 9.2, onderdeel c, van de Regeling handel levende dieren en levende producten, indien een partij sperma overeenkomstig die regeling rechtstreeks buiten Nederland wordt gebracht.

C

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

Een partij sperma is gedurende het vervoer en de verhandeling voorzien van het document, bedoeld in artikel 14, eerste of tweede lid.

ARTIKEL III

De Regeling varkenssperma wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen b en c komen te luiden:

b. Minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c. NVWA:

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

2. In onderdeel d wordt ‘VWA’ vervangen door: NVWA.

B

In artikel 16, onderdeel g, zesde gedachtestreepje, wordt ‘punt 1, onderdeel c en d,’ vervangen door: onderdelen 1.3, 1.4, 1.5.1 en 1.5.2.

ARTIKEL IV

In artikel 14, eerste lid, aanhef, van de Regeling retributies veterinaire en hygiënische aangelegenheden I, wordt ‘een certificaat, een gewaarmerkt afschrift van een certificaat of geleidebiljet’ vervangen door: een certificaat, een gewaarmerkt afschrift van een certificaat, een geleidebiljet of nationaal document.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

TOELICHTING

Met onderhavige regeling worden de Regeling rundersperma, de Regeling paardensperma en de Regeling varkenssperma gewijzigd. Deze wijzigingen zijn nodig ter implementatie van Europese regelgeving.

Wijziging Regeling rundersperma en Regeling paardensperma

Sperma dat intracommunautair verhandeld wordt, moet voorzien zijn van begeleidende documenten. Met ingang van 1 november 2011 zijn met Uitvoeringsbesluit 2011/629/EU van de Commissie van 20 september 2011 tot wijziging van bijlage D bij richtlijn 88/407/EEG van de Raad wat betreft de handel binnen de Unie in rundersperma dat wordt verzonden uit de spermacentra en spermaopslagcentra (PbEU L 247), de documenten aangepast die bij partijen rundersperma aanwezig moeten zijn in het handelsverkeer tussen de Europese lidstaten, zowel bij het verkeer in een lidstaat, als bij verkeer binnen de Europese Unie.

Voor paardensperma is met ingang van 1 september 2010 een zelfde wijziging doorgevoerd met Besluit 2010/470/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 tot vaststelling van modellen van gezondheidscertificaten voor de handel binnen de Unie in sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen, schapen en geiten en in eicellen en embryo’s van varkens (PbEU L 228).

Het hangt af van de uiteindelijke bestemming van het sperma, welke documenten bij vervoer en verhandeling aanwezig moeten zijn. Daarbij zijn er drie mogelijkheden.

Ten eerste is het mogelijk dat het sperma dat in Nederland gewonnen is, in Nederland blijft. Het sperma wordt uitsluitend nationaal gebruikt en verlaat Nederland niet. In dit geval moet het sperma bij elke vervoersbeweging voorzien zijn van een geleidebiljet. De eisen aan dit biljet staan in artikel 21, eerste lid, van de Regeling rundersperma en artikel 14, eerste lid, van de Regeling paardensperma.

Ten tweede is het mogelijk dat sperma vanaf een spermawincentrum of spermaopslagcentrum rechtstreeks naar een andere Europese lidstaat wordt vervoerd. In dat geval moet het sperma vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat. Deze certificaten zijn gewijzigd met bovengenoemde Europese uitvoeringsbesluiten. Door dynamische verwijzing in artikel 9.2 van de Regeling handel levende dieren en levende producten is uitvoering gegeven aan deze besluiten voor deze handel naar een andere lidstaat. In artikel 21, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling rundersperma, en artikel 14, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling paardensperma wordt verwezen naar de Regeling handel levende dieren en levende producten.

De derde mogelijkheid is dat sperma vanaf een spermawincentrum in Nederland wordt vervoerd naar een ander wincentrum of een spermaopslagcentrum of meerdere spermaopslagcentra en pas daarna naar een andere lidstaat wordt vervoerd. Tot nu toe werden voor dit nationale vervoer geleidebiljetten voorgeschreven. Op grond van de genoemde Europese uitvoeringsbesluiten is dit gewijzigd. Het sperma moet tijdens het vervoer en de verhandeling in Nederland vergezeld gaan van nationale documenten, die ten minste even streng zijn als de gezondheidscertificaten. De huidige geleidebiljetten voldeden niet aan deze nieuwe verplichting. Met artikel 21, tweede lid, onderdeel a, en de wijziging van artikel 24 van de Regeling rundersperma (artikel I, onderdelen B en C) en artikel 14, tweede lid, onderdeel a, en de wijziging van artikel 17 van de Regeling paardensperma (artikel II, onderdelen B en C) is uitvoering gegeven aan de nieuwe verplichting. Na deze nationale vervoersbewegingen zal er bij export naar een andere lidstaat ook een gezondheidscertificaat aanwezig moeten zijn.

Vrijwel al het vervoer van rundersperma tussen erkende runderspermawincentra of erkende runderspermaopslagcentra is bestemd voor de intracommunautaire handel. Dit betekent dat vrijwel alle vervoer tussen deze erkende centra voorzien moet zijn van nationale documenten die tenminste even streng zijn als de gezondheidscertificaten en niet langer van de geleidebiljetten. Vervoer van rundersperma naar de eindgebruiker of de opslag van de inseminator binnen Nederland kan nog steeds begeleid worden met de bestaande en eenvoudige huidige geleidebiljetten.

Voor paardensperma is dat anders. Slechts een beperkte hoeveelheid van het vervoer van paardensperma tussen de opslag van erkende paardenspermawincentra is bestemd voor de intracommunautaire handel. Dit betreft dan met name bevroren paardensperma. Voor deze stroom paardensperma zijn nu de nieuwe nationale documenten verplicht, die afgegeven worden door een dierenarts van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA). Vervoer van paardensperma naar de eindgebruiker of vervoer van paardensperma met het oogmerk om uitsluitend nationaal gebruikt te worden, kan begeleid worden met de eenvoudiger huidige geleidebiljetten. Voor de afgifte hiervan is geen dierenarts van de NVWA noodzakelijk. Dit sperma zal echter niet internationaal verhandeld mogen worden.

Wijziging Regeling varkenssperma

Met ingang van 1 juni 2012 is een Uitvoeringsverordening van de Europese Commissie van kracht, uitvoeringsverordening (EU) nr. 176/2012 van de Commissie van 1 maart 2012 tot wijziging van de bijlagen B, C en D, bij richtlijn 90/429/EEG van de Raad wat betreft veterinairrechtelijke voorschriften voor brucellose en de ziekte van Aujeszky.

Onder andere staat deze verordening toe dat voor de opsporing van antilichamen tegen Brucella suis naast de reeds toegestane test, ook een andere test mag worden gebruikt, in het kader van toelating van varkens tot spermawincentra en de verplichte routinetest bij het verblijf in en verlaten van dergelijke spermawincentra. Tevens is in deze verordening het protocol herzien met het oog op weerlegging of de bevestiging van een vermoeden van brucellose bij toelating van dieren tot spermawincentra (hoofdstuk I van bijlage B). Ook is bepaald welke testen gedaan moeten worden op varkens die al dan niet gevaccineerd zijn tegen de ziekte van Aujeszky. Dit betreft een aanpassing aan al geldende Europese regelgeving voor varkens.

Vrijwel alle wijzigingen die deze uitvoeringsverordening aanbrengt in richtlijn 90/429/EEG zijn door dynamische verwijzing naar deze richtlijn geïmplementeerd in de Nederlandse regelgeving. Slechts de verwijzingen naar bijlage B van deze richtlijn zijn niet langer correct. Daartoe is artikel 16 van de Regeling varkenssperma gewijzigd (artikel III, onderdeel B).

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2012. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Deze afwijking is noodzakelijk omdat met deze regeling Europese uitvoeringsbesluiten worden geïmplementeerd.

Regeldruk

Deze regeling leidt tot een toename van de administratieve lasten voor bedrijven met minder dan € 1.000 en tot een toename van de te betalen retributies met € 2.640. Deze regeling leidt niet tot een verandering in de nalevingskosten of toezichtslasten.

Ten aanzien van rundersperma moet bij vervoer naar een ander wincentrum of een spermaopslagcentrum of meerdere spermaopslagcentra, in plaats van een geleidebiljet nu een ingewikkelder nationaal document worden ingevuld. Dit leidt naar schatting tot een verdubbeling van de benodigde tijd. Uitgaande van de in het verleden uitgevoerde nulmetingen naar de administratieve lasten betekent dit een toename met 2 minuten. Bij rundersperma doet de exploitant van een spermawincentrum dit. Het generieke uurtarief voor deze werkzaamheden is voor het bedrijf € 36,30. Per nationaal document kost dit € 1,20 extra ten opzichte van het geleidebiljet. Jaarlijks zal in ongeveer 250 gevallen een nationaal document moeten worden ingevuld, in plaats van een geleidebiljet. Dit betekent een toename van de administratieve lasten met minder dan € 1.000.

Bij paardensperma vult, bij vervoer naar een ander wincentrum of een spermaopslagcentrum of meerdere spermaopslagcentra, een dierenarts van de NVWA het document in. Deze kosten zullen geretribueerd worden aan de exploitant. Strikt genomen zijn dit geen administratieve lasten, maar worden deze kosten gerekend tot de zogenoemde overige bedrijfseffecten. Het starttarief van de NVWA-dierenarts is € 58,17 en het kwartiertarief is € 37,07. Ervan uitgaande dat het invullen van een document een kwartier tot een half uur kost, kost het invullen van het formulier € 95 tot € 132. Jaarlijks zal naar verwachting in maximaal 20 gevallen een nationaal document moeten worden ingevuld, in plaats van een geleidebiljet. Dit leidt tot een negatief bedrijfseffect van maximaal € 2.640. Daar tegenover vervallen de kosten voor het zelf invullen van het geleidebiljet. In de in het verleden uitgevoerde nulmetingen naar de administratieve lasten is hiervoor 2 minuten per geleidebiljet gerekend, waardoor de afname van de administratieve lasten verwaarloosbaar is.

De toezichtlasten wijzigen niet. Bij het vervoer en de verhandeling van runder- en paardensperma moesten al documenten aanwezig zijn en ook nu al toezicht gehouden worden of de juiste documenten bij het vervoer aanwezig zijn. Dat er nu op andere documenten gecontroleerd wordt, leidt niet tot een verandering van de toezichtslasten.

In deze regeling is geen sprake van nationale koppen. Alternatieven zijn niet mogelijk. Het betreft hier implementatie van Europese regelgeving.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

Naar boven