M.e.r.-beoordeling diverse bedrijven

Gedeputeerde Staten van Zeeland heeft op:

• 24 oktober 2011 van N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) de mededeling ontvangen dat zij voornemens zijn om de conventionele centrale in Borssele om te bouwen tot een centrale die ook 100% schone biomassa als brandstof kan inzetten.

• 30 maart 2012 van Vopak Terminal Vlissingen B.V. de mededeling ontvangen dat zij voornemens zijn de drukopslag te vergroten.

Ingevolge het bepaalde in de Wet milieubeheer en het Besluit milieu-effectrapportage zijn deze voorgenomen activiteit m.e.r.-beoordelingsplichtig. Dit houdt in dat beoordeeld dient te worden of voor de voorgenomen activiteit een milieueffectrapport (M.E.R.) moet worden opgesteld. Na toetsing van de voorgenomen activiteit hebben wij op 6 december 2011 voor EPZ en op 7 mei 2012 voor Vopak besloten dat voor deze activiteiten geen M.E.R. behoeft te worden opgesteld, omdat er geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn.

Het besluit en de aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordelingsplicht liggen gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage bij de Directie ruimte, milieu en water, Het Groene Woud 1 te Middelburg op werkdagen van 8.00-17.00 uur en desgevraagd buiten kantooruren.

Op grond van artikel 6.3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt deze beoordeling beschouwd als een voorbereidingsbeslissing, waartegen geen bezwaar of beroep open staat, tenzij deze beslissing de belanghebbende los van het voor te bereiden besluit rechtsreeks in zijn belang treft.

U kunt uw reactie omtrent dit beoordelingsbesluit te zijner tijd kenbaar maken in het kader van de vergunningen procedures.

Voor het inzien, mondelinge toelichting en/of kopieën van de betreffende stukken kunt u zich wenden tot:

• mevr. A. Pavic, tel. (0118) 631958, voor het voornemen van EPZ of

• dhr. E de Smidt, tel (0118) 631986 voor het voornemen van Vopak.