Categorie: opsporing
Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. art. 130, lid 4 Wet RO
Afzender: College van procureurs-generaal
Adressaat: Hoofden van de parketten
Registratienummer: 2012A012
Datum vaststelling: 27-03-2012
Datum inwerkingtreding: 01-06-2012
Geldigheidsduur: 31-05-2016
Publicatie in Stcrt.: PM
Vervallen: Aanwijzing opsporingsbevoegdheden (2011A002)
Aanwijzing gegevensverstrekking financiële dienstverleners (2004A002)
Relevante beleidsregels: –
Wetsbepalingen: artt. 27, 30, 31, 33, 67 lid 1, 126g t/m 126z, 126za t/m 126zu, 126aa
t/m 126ii, 132a,140a, 141, 142, 152, 153, 187, 187b, 187d, 190, 218,219a, 226a, 293,
315, 552i, 552n,552o, 552oa, 552p Sv;
artt. 130 en 131 Wet RO;
art. V Wet van 27 mei 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband
met de regeling van enige bijzondere bevoegdheden tot opsporing en wijziging van enige
andere bepalingen (Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden), Stb. 1999, 245;
art. X Wet van 27 mei 1999 tot partiële wijziging van het Wetboek van Strafvordering
(herziening van het gerechtelijk vooronderzoek), Stb. 1999, 243;
Wet van 1 juni 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van
Strafvordering en enige andere wetten in verband met nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie
(computercriminaliteit II), Stb. 2006, 300;
Wet van 16 juli 2005 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere
wetten in verband met de regeling van bevoegdheden tot het vorderen van gegeven (bevoegdheden
vorderen gegevens), Stb. 2005, 390;
Wet van 20 november 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek
van Strafrecht en enige andere wetten ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing-
en vervolging van terroristische misdrijven (Wet opsporing terroristische misdrijven),
Stb. 2006, 731.