Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 21 mei, nr. 272508 houdende een tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bestrijding van onkruid in de teelt van vlas en zaaiprei en in de opkweek van prei en asperge (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van vlas, prei, zaaiprei en asperge)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gezien het verzoek van Plantum NL, Productschap Akkerbouw en LTO Nederland van 23 december 2011;

Gelet op artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. wet:

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

b. verordening:

Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309).

Artikel 2

Een tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de wet en artikel 53, eerste lid, van de verordening wordt verleend voor het gebruik van het onkruidbestrijdingsmiddel Bromotril 250 SC op basis van bromoxynil ter bescherming van de teelt van vlas en zaaiprei en de opkweek van prei en asperge tegen diverse onkruiden.

Artikel 3

De vrijstelling bedoeld in artikel 2 is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 juli 2012.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van vlas, prei, zaaiprei en asperge.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA, Directeur-Generaal Agro.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

BIJLAGE

A. Wettelijk gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel:

  • in de teelt van vlas;

  • met maximaal 2 toepassingen per teelt in de opkweek van prei en de teelt van zaaiprei, en

  • in de opkweek van asperge.

Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van driftarme spuitdoppen.

Behandeld lijnzaad niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen en/of in de handel brengen.

B. Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bromotril 250 SC is een contactherbicide dat een groot aantal éénjarige tweezaadlobbigen onkruiden bestrijdt, waaronder triazinen resistente melganzevoet en zwarte nachtschade. Muur kleine brandnetel, varkensgras, akkerviooltje, spurrie en hennepnetel zijn minder gevoelig. Grassen worden niet bestreden.

Toepassingen

Teelt van vlas, ter bestrijding van varkensgras.

  • Bromotril 250 SC na opkomst van de vlas toepassen.

  • Bij aanwezigheid van minder gevoelige onkruiden dient men het middel zo vroeg mogelijk toe te passen, wanneer het onkruid niet meer dan 1–2 echte blaadjes heeft. Als het gewas dan nog maar 2–4 cm is, een lagere dosering gebruiken: 0,25 liter/ha bij 2–4 cm gewasgrootte en 0,75 liter/ha bij 4–8 cm gewas grootte.

  • Bij voorkeur spuiten onder groeizame omstandigheden en op een droog gewas.

Dosering: 0,25–0,75 liter middel per ha, maximaal 2 toepassingen en in totaal maximaal 1 liter middel per teelt.

Teelt van zaaiprei en opkweek van prei, ter bestrijding van onkruid.

  • Bromotril 250 SC toepassen na opkomst, maar niet eerder dan het 1e bladstadium. De onkruiden mogen 2–6 echte blaadjes ontwikkeld hebben.

  • Bij aanwezigheid van minder gevoelige onkruiden dient men het middel zo vroeg mogelijk tot te passen wanneer niet meer dan 1–2 echte blaadjes aanwezig zijn.

  • Bij voorkeur spuiten onder groeizame omstandigheden en op een droog gewas.

  • Aanvankelijk kan enige lichte gewasreactie optreden in de vorm van blad verbranding en verkleuring. Deze reactie verdwijnt weer en heeft als regel geen gevolgen voor de opbrengst.

  • Het middel niet toepassen wanneer de prei zich in een stress toestand bevindt (bijv. koud weer, droogte of insectenschade) of bij kans op nachtvorst.

Dosering: 0,15 liter middel per ha. Maximaal 2 toepassingen van een bromoxynil bevatten middel per teelt.

Opkweek van asperge, ter bestrijding van onkruiden.

  • Bij aanwezigheid van minder gevoelige onkruiden dient men het middel zo vroeg mogelijk toe te passen wanneer niet meer dan 1–2 echte blaadjes aanwezig zijn.

Dosering: 0,15 liter middel per ha. Maximaal 2 toepassingen van een bromoxynil bevatten middel per teelt.

Voor alle toepassingen geldt een hoeveelheid spuitvloeistof van 200 tot 400 l/ha

Opmerking:

  • Geen minerale olie of een uitvloeier toevoegen aan de spuitvloeistof, omdat dit ernstige schade kan geven aan het gewas.

  • Zorg voor een schone tank.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: de wet) en artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: verordening (EG) 1107/2009) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Bijzondere omstandigheid

In 2006 is de toelating van Bromotril 250 SC in de teelt van vlas en zaaiprei en in de opkweek van prei en asperge tot stand gekomen via de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen met financiële steun vanuit het Fonds Kleine Toepassingen. Door het vervallen van de toelating van Bromotril 250 SC kan het middel niet meer toegepast worden na de expiratiedatum van 1 oktober 2011. De toelatinghouder heeft een toelatingsaanvraag bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden lopen voor de vrijgestelde toepassingen. Besluitvorming wordt niet verwacht voor eind 2012, waardoor de toelating in seizoen 2012 niet beschikbaar is.

Alternatieven

Middelen op basis van bromoxynil zijn contactherbiciden die door het blad van de onkruiden worden opgenomen. De middelen worden ingezet aan het begin van de vlas- of preiteelt in het open gewas en in de opkweek van asperge na opkomst van het gewas op kleine onkruiden.

Bromoxynil bestrijdt onkruiden zoals melganzevoet, veelknopigen (perzikkruid en varkensgras), zwarte nachtschade, composieten en kruisbloemigen.

Vlas

Mechanische onkruidbestrijding in vlas is niet mogelijk doordat het gewas heel dicht gezaaid is.

Diverse teelttechnische maatregelen, zoals vruchtwisseling en bedrijfshygiëne, worden ingezet om de onkruiddruk te verlagen, maar deze zijn niet afdoende. Andere toegelaten middelen voor de teelt van vlas kunnen het probleem met varkensgras niet afdoende bestrijden of zijn geen bruikbaar alternatief.

Zaaiprei en prei

Mechanische onkruidbestrijding op het plantenbed is niet mogelijk. In zaaiprei is mechanische onkruidbestrijding gedeeltelijk mogelijk, maar hierdoor treedt zowel kwalitatieve als kwantitatieve schade op. Handmatig wieden van onkruiden is effectief, maar economisch niet rendabel door de hoge arbeidskosten. Diverse teelttechnische maatregelen, zoals vruchtwisseling en bedrijfshygiëne, worden ingezet om de onkruiddruk te verlagen, maar deze zijn niet afdoende. Met andere toegelaten middelen voor de teelt van zaaiprei en prei kunnen onkruiden onvoldoende effectief worden bestreden.

Asperge

Mechanische onkruidbestrijding op de plantenvelden is niet mogelijk, omdat daardoor wortels en loof beschadigd kunnen worden. Ook hier geldt dat het handmatig wieden van onkruiden effectief is, maar economisch niet rendabel door de hoge arbeidskosten. Diverse teelttechnische maatregelen, zoals vruchtwisseling en bedrijfshygiëne, worden ingezet om de onkruiddruk te verlagen, maar deze zijn niet afdoende. Andere toegelaten middelen voor de teelt van asperge kunnen onkruiden onvoldoende effectief worden bestreden.

Gevaar voor de teelt

Vlas

Vlas wordt dicht gezaaid en is een fijn en open gewas met kleine bladeren. Het is een kwetsbaar gewas voor schade door onkruidbestrijdingsmiddelen en mechanische onkruidbestrijding is niet mogelijk. Breed uitgroeiende onkruiden zoals melganzevoet, perzikkruid en varkensgras vormen een probleem in vlas. Het probleemonkruid varkensgras kan met het huidige maatregel en middelenpakket onvoldoende worden bestreden, waardoor een landbouwkundig doelmatige teelt van vlas niet mogelijk is.

Prei en zaaiprei

Bij de opkweek van planten wordt de prei dicht gezaaid op een plantenbed en na 12 weken gerooid en uitgeplant voor de productieteelt op eindafstand. De ter plaatse gezaaide prei wordt direct op eindafstand gezaaid. Prei is in een jong gewasstadium, de eerste zes weken na zaaien, zeer kwetsbaar voor schade door herbiciden. Het gewas is dan nog niet afgehard waardoor bij scherp weer bepaalde herbiciden zoals een middel op basis van ioxynil-octanoaat onacceptabele gewasschade geven. Breed uitgroeiende onkruiden zoals muur, knopkruid en perzikkruid vormen een probleem in een open gewas zoals prei en kunnen zonder bromoxynil onvoldoende bestreden worden. Hierdoor is een landbouwtechnisch doelmatige teelt niet mogelijk.

Asperge

Bij de opkweek van asperge wordt het gewas in drie rijen gezaaid op een plantenbed. Na een klein jaar worden de planten gerooid, afgezet en uitgeplant voor de productieteelt. Asperge is een iel gewas waardoor breed uitgroeiende onkruiden zoals kruiskruid, knopkruid en perzikkruid het gewas kunnen overwoekeren. Hierdoor treedt opbrengstreductie op en worden de omstandigheden gunstiger voor het optreden van ziekten. Onkruiden dienen in het jonge trage groeiende en iele gewas goed bestreden te worden om te voorkomen dat deze later in de teelt tot onacceptabele gewasschade leiden. Het toepassen van onkruidbestrijding in een jong gewas is essentieel. De beschikbare middelen en methoden zijn niet afdoende om de onkruiden in het jonge gewas afdoende te bestrijden wat tot onacceptabele gewasschade leidt.

Conclusie

Onkruid vormt een bedreiging voor de landbouwtechnische doelmatige geïntegreerde teelt van vlas en zaaiprei en de opkweek van prei en asperge door het niet beschikbaar hebben van een effectief herbicide in een zeer jong gewas. Met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen kunnen onkruiden onvoldoende effectief worden bestreden.

De toelating van een middel op basis van bromoxynil is onverwacht vervallen, de toelatinghouder levert inspanningen om te komen tot een reguliere toelating. Dit levert op korte termijn nog geen oplossing, waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

Getoetst aan de criteria van artikel 38 van de wet en artikel 53 van de verordening heb ik tezamen met mijn ambtgenoot van Infrastructuur en Milieu besloten tot vrijstelling van het middel over te gaan. Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 juli 2012.

Naar boven