Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 28 april 2011, houdende wijziging van de Kledingregeling voor de politie in verband met nadere regels over de reiniging van kleding

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 56, eerste en tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Kledingregeling voor de politie wordt gewijzigd als volgt:

Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De ambtenaar is verantwoordelijk voor de reiniging van overhemden/blouses, poloshirts, sokken en onderkleding. De aan de reiniging verbonden kosten zijn voor rekening van de ambtenaar.

ARTIKEL II

Ten aanzien van kleding die door de beheerder vóór de inwerkingtreding van deze regeling is ingenomen met als doel de kleding te reinigen of die door de ambtenaar daartoe bij een stomerij is afgegeven, blijft het recht bestaan zoals dat gold vóór de inwerkingtreding van deze regeling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant en werkt terug tot 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

TOELICHTING

1. Algemeen

In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden Politie (2005–2007) is de afspraak opgenomen om arbeidsvoorwaarden in het vervolg alleen nog centraal vast te stellen en regionale verschillen af te bouwen. Om de regionale verschillen af te bouwen is het project Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie (HAP) gestart. De tweede tranche van de harmonisatie arbeidsvoorwaarden heeft geleid tot een circulaire waarin de afspraken met de politievakorganisaties zijn weergegeven. Deze circulaire Afspraken tweede tranche van harmonisatie van arbeidsvoorwaarden politie is in de Staatscourant van 8 december 2010, nummer 19782, gepubliceerd. Met de politievakorganisaties is overeengekomen dat de reiniging van bepaalde kledingstukken met ingang van 1 januari 2011 door de ambtenaar zal plaatsvinden voor rekening van de ambtenaar.

2. Artikelgewijs

Artikel I

In de tweede tranche van het project zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de reiniging van kledingstukken. In artikel 2, tweede lid is vastgelegd welke kledingstukken door de ambtenaar dienen te worden gereinigd. De reiniging dient plaats te vinden conform de reinigingsvoorschriften van betreffende kledingstukken.

Artikel II

In artikel II is buiten twijfel gesteld dat vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling toegekende vergoedingen intact blijven. De reiniging die vóór dat tijdstip door de beheerder wordt verzorgd, wordt niet doorbelast aan de ambtenaar en de kosten van de stomerij worden door of namens de beheerder betaald.

Artikel III

Aangezien bij de wijziging van artikel 2, tweede lid, sprake is van vastlegging van slechts één van een groot aantal afspraken met de politievakorganisaties van de harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie waarbij tevens een ingangsdatum is overeengekomen, is afgeweken van de zgn. vaste verandermomenten en treedt de regeling op de kortst mogelijke termijn in werking. De regeling heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2011 zoals afgesproken met de politievakorganisaties. Vanaf die datum worden betreffende kledingstukken door de ambtenaar voor eigen rekening gereinigd. De afspraken zijn bekendgemaakt door deze bij circulaire Afspraken tweede tranche van harmonisatie van arbeidsvoorwaarden politie in de Staatscourant van 8 december 2010, nummer 19782, te publiceren.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven