Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 23 mei 2011, nr. WJZ / 11039773, tot implementatie van het besluit nr. 2011/130/EU van de Commissie van 25 februari 2011 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de grensoverschrijdende verwerking van documenten die door de bevoegde autoriteiten elektronisch zijn ondertekend krachtens Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (PbEU L 53) (Regeling elektronische handtekening bevoegde instanties)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op besluit nr. 2011/130/EU van de Commissie van 25 februari 2011 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de grensoverschrijdende verwerking van documenten die door de bevoegde autoriteiten elektronisch zijn ondertekend krachtens Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (PbEU L 53) en artikel 14, vierde lid, Dienstenwet;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Een bevoegde instantie die gebruik maakt van een elektronische handtekening die afwijkt van de in artikel 20b van de Dienstenregeling centraal loket en interne markt informatiesysteem bedoelde formats, informeert de Europese Commissie over een beschikbare valideringsmogelijkheid waarmee deze elektronische handtekening online, kosteloos en in de Engelse taal kan worden gevalideerd.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de in dat lid bedoelde valideringsmogelijkheid al in het document of in de elektronische handtekening of elektronische documentdrager is opgenomen.

Artikel 2

Na artikel 20a van de Dienstenregeling centraal loket en interne markt informatiesysteem wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20b

Het centraal loket is zodanig ingericht dat het ten behoeve van de bevoegde instanties documenten kan verwerken die elektronisch ondertekend zijn met een geavanceerde elektronische XML-, CMS- of PDF-handtekening in het BES- of EPES-formaat en die voldoet aan de technische specificaties uit de bijlage van besluit nr. 2011/130/EU van de Commissie van 25 februari 2011 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de grensoverschrijdende verwerking van documenten die door de bevoegde autoriteiten elektronisch zijn ondertekend krachtens Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (PbEU L 53).

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2011.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling elektronische handtekening bevoegde instanties.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 mei 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

Deze regeling strekt tot de implementatie van besluit nr. 2011/130/EU van de Commissie van 25 februari 2011 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de grensoverschrijdende verwerking van documenten die door de bevoegde autoriteiten elektronisch zijn ondertekend krachtens Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (PbEU L 53) (hierna: besluit). De Europese Commissie heeft dit besluit genomen ter bevordering van de valideringsmogelijkheden van elektronische handtekeningen bij grensoverschrijdende elektronische procedures die onder het toepassingsbereik van de dienstenrichtlijn vallen. Het besluit moet op 1 augustus 2011 zijn geïmplementeerd.

Het besluit vormt een aanvulling op beschikking nr. 2009/767/EG van de Europese Commissie van 16 oktober 2009 inzake maatregelen voor een gemakkelijker gebruik van elektronische procedures via het ‘één-loket’ in het kader van Richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (PBEU L 274/36) (hierna: de beschikking). De beschikking is in Nederland geïmplementeerd door middel van de Regeling vertrouwenslijst. De beschikking heeft betrekking op het gebruik en de aanvaarding van elektronische handtekeningen. Ook verplicht deze beschikking iedere lidstaat om een zogenoemde vertrouwenslijst op te stellen en bij te houden.

De beschikking stelt geen regels voor de formats voor elektronische handtekeningen in door de bevoegde instanties afgegeven documenten die door de dienstverrichters ter afwikkeling van de desbetreffende procedures en formaliteiten moeten worden ingediend. Het besluit doet dit wel. Dit besluit voorziet daarmee op technisch vlak in het slechten van enkele belemmeringen voor het grensoverschrijdend gebruik van elektronische handtekeningen. Het doel van het besluit is om ervoor te zorgen dat een bevoegde instantie in een bepaalde lidstaat technisch kan omgaan met documenten die door een bevoegde instantie van een andere lidstaat digitaal zijn ondertekend en vice versa.

Concreet verplicht het besluit Nederlandse bevoegde instanties om bepaalde elektronische handtekeningen technisch te kunnen verwerken (de inkomende stroom elektronische handtekeningen). Daarnaast onderwerpt het besluit het gebruik van elektronische handtekeningen door bevoegde instanties aan een aantal voorwaarden (de uitgaande stroom elektronische handtekeningen).

Het besluit beoogt uitsluitend de validatie van elektronische handtekeningen te vergemakkelijken en heeft niet als doel om nadere voorzieningen te treffen voor de juridische acceptatie van elektronische handtekeningen. De Wet elektronische handtekeningen en artikel 2.16 van de Algemene wet bestuursrecht voorzien hier reeds in.

2. De inkomende stroom elektronische handtekeningen

Artikel 1, eerste lid, van het besluit heeft betrekking op de situatie waarbij buitenlandse dienstverrichters in het kader van de afwikkeling van procedures en formaliteiten via het centraal loket, formulieren en documenten verstrekken aan Nederlandse bevoegde instanties, die zijn voorzien van een elektronische handtekening door een bevoegde instantie van een andere lidstaat. Een bevoegde instantie uit Nederland moet straks eenvoudiger om kunnen gaan met documenten die door een bevoegde instantie van een andere lidstaat digitaal zijn ondertekend. Om dit te realiseren stelt het besluit een drietal standaarden vast voor formats voor elektronische handtekeningen (gestandaardiseerde elektronische handtekeningen) die bevoegde instanties moeten kunnen valideren.

In Nederland wordt ervoor gekozen een centrale voorziening ten behoeve van het valideren van door buitenlandse bevoegde instanties gebruikte gestandaardiseerde elektronische handtekeningen onder te brengen bij Antwoord voor Bedrijven. Nederlandse bevoegde instanties kunnen dus gebruik maken van deze voorziening om gestandaardiseerde elektronische handtekeningen te verwerken (artikel 2 van deze regeling). Deze voorziening is overigens ook geschikt voor het verwerken van gestandaardiseerde elektronische handtekeningen van Nederlandse bevoegde instanties.

3. De uitgaande stroom elektronische handtekeningen

In principe zijn straks alle Europese bevoegde instanties op grond van dit besluit verplicht om gestandaardiseerde elektronische handtekeningen te kunnen verwerken. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze mogelijkheid is het dan ook wenselijk dat zoveel mogelijk bevoegde instanties zich aansluiten bij de standaarden die krachtens dit besluit worden gefaciliteerd. Echter, het besluit laat afwijkingen van de gewenste formats toe indien de Commissie op de hoogte wordt gesteld van een beschikbare valideringsmogelijkheid waarmee andere lidstaten de ontvangen elektronische handtekeningen online, kosteloos en op een voor niet-moedertaalsprekers te begrijpen wijze kunnen valideren. Ook indien de in de vorige zin genoemde informatie al in het document of in de elektronische handtekening of elektronische documentdrager is opgenomen is het mogelijk voor een bevoegde instantie om een afwijkende standaard voor de elektronische handtekening te handhaven.

Nederlandse bevoegde instanties, die momenteel een afwijkend format handtekening hanteren, krijgen de keuze tussen overgang naar een gestandaardiseerde elektronische handtekening of het blijven gebruiken van een niet-gestandaardiseerd format handtekening. Bij keuze voor handhaving van het niet-gestandaardiseerde format handtekening moet de bevoegde instantie er zelf voor zorgen dat aan het Europese besluit wordt voldaan.

4. Administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten

Deze regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten of inhoudelijke nalevingskosten voor ondernemers met zich mee. Het is aan bevoegde instanties om elektronische handtekeningen te valideren met behulp van de centrale voorziening bij Antwoord voor Bedrijven of, ingeval de handtekening op een afwijkend format is gebaseerd, met behulp van de beschikbare informatie verstrekt door de instantie die de handtekening heeft gezet.

5. Afwijking vaste verandermomenten

De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het kabinetsstandpunt inzake de vaste verandermomenten. Het betreft hier implementatie van Europese regelgeving waarvoor afwijking in dat kabinetsstandpunt wegens uitzonderingsgrond 4 in dit geval is toegestaan. Het besluit moet op 1 augustus zijn geïmplementeerd en laat te weinig ruimte om zowel aan de noodzakelijke invoeringstermijn van twee maanden als aan het vaste verandermoment (1 juli 2011) te voldoen. In dit geval is ervoor gekozen om de invoeringstermijn van minimaal twee maanden aan te houden en niet vast te houden aan het vaste verandermoment.

6. Dynamische verwijzing

Deze regeling bevat een dynamische verwijzing naar het besluit. Als het besluit wordt gewijzigd zal dit kenbaar worden gemaakt door middel van een mededeling in de Staatscourant.

II Transponeringstabel

Bepaling Besluit nr. 2011/130/EU d.d. 25 februari 2011

Bepaling in implementatie-regeling of in bestaande regelgeving; toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van beleidsruimte

Artikel 1, eerste lid,

Artikel 2 van deze regeling

Het staat Nederland vrij om op een andere manier te verzekeren dat bevoegde instanties in staat zijn om de genoemde formats elektronische handtekeningen te valideren.

In Nederland is gekozen voor de in Algemeen onder 2 beschreven oplossing.

Artikel 1, tweede lid,

Artikel 1 van deze regeling

N.v.t.

Artikel 2

Artikel 3 van deze regeling

N.v.t.

Artikel 3

Behoeft naar zijn aard geen implementatie

N.v.t.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven