Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 23 mei 2011, nr. 5696941/Justis/11, strekkende tot aanwijzing van medewerkers verkeershandhaving van de regionale politiekorpsen als buitengewoon opsporingsambtenaren

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelezen het verzoek van het Hoofd team Verkeer van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie van 12 april 2011;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b (en derde lid), van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2°, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van medewerker verwerking, radarwaarnemer of verkeersassistent binnen het team verkeershandhaving in dienst van een regionaal politiekorps, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein Generieke Opsporing, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

De buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam als radarwaarnemer of verkeersassistent kan de in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993 omschreven bevoegdheden uitoefenen en daarbij gebruikmaken van handboeien, korte wapenstok en pepperspray.

Artikel 5

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 30 personen per regionaal politiekorps als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 6

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket waarbinnen de standplaats van de buitengewoon opsporingsambtenaar is gelegen.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van de regiopolitie waarbinnen de standplaats van de buitengewoon opsporingsambtenaar is gelegen.

Artikel 7

  • 1. Het Hoofd team Verkeer van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 6 bedoelde toezichthouders en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, afdeling BTR, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regionale verkeershandhaving van 16 december, nr. 5679797/Justis/10, wordt ingetrokken.

Artikel 9

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 8 genoemde besluit, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2011 en vervalt met ingang van 1 juni 2016.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regionale verkeershandhaving 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 mei 2011

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

namens deze:

P.W.C. Collard,

Teammanager BTR.

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Veiligheid en Justitie. U doet dit door schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Team BTR

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een kopie van het besluit;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

TOELICHTING

Door het Hoofd team Verkeer van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie is mij verzocht het categoriaal besluit Verkeershandhaving 2011 te verlengen.

Ik acht de noodzaak tot verlenging van het categoriaal besluit aanwezig.

Artikel 9 brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven akten.

Naar boven