Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 19 april 2011, nr. DDS5691198, houdende toekenning van een vaste vergoeding aan de leden van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie (Besluit vergoedingen Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 2011)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder de Commissie: de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie.

Artikel 2

  • 1. De voorzitter en de overige leden van de Commissie ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste vergoeding per maand.

  • 2. De vergoeding van de voorzitter van de Commissie wordt gebaseerd op het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en op een arbeidsduurfactor van 0,1416.

  • 3. De vergoeding van de overige leden van de Commissie wordt gebaseerd op het maximum van salarisschaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en op een arbeidsduurfactor van:

    • a. 0,0412 voor leden die werkzaamheden die behoren tot de beoordelingstaak van de Commissie verrichten;

    • b. 0,0547 voor leden die, naast de beoordelingstaak, werkzaamheden die behoren tot de communicatietaak van de Commissie verrichten;

    • c. 0,0617 voor leden die, naast de beoordelingstaak, werkzaamheden die behoren tot de adviestaak van de Commissie verrichten;

    • d. 0,0752 voor leden die, naast de beoordelingstaak, werkzaamheden die behoren tot de communicatietaak en tot de adviestaak van de Commissie verrichten.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergoedingen Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

TOELICHTING

De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie is op 1 september 2005 ingesteld.

De Commissie heeft op grond van artikel 3 van het Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie tot taak om te beoordelen of gedragsinterventies (kunnen) leiden tot het verminderen of het voorkomen van recidive van de deelnemers, te adviseren aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de effectiviteit van gedragsinterventies en te communiceren over haar activiteiten.

De vergoeding aan de voorzitter en de overige leden van de Commissie is op grond van artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988 vastgesteld in het Besluit Vergoedingen Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie van 2 november 2005. De op 13 februari 2009 in werking getreden Wet vergoedingen adviescolleges en commissies voorziet in een overgangsregeling op grond waarvan dit besluit tot nu toe van kracht was.

Via het onderhavige besluit wordt de vergoeding voor de leden aangepast aan de praktijk en in overeenstemming gebracht met de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies. Een aanpassing van de vergoeding is nodig omdat is gebleken dat de werkzaamheden in verband met de beoordelingstaak van de Commissie meer tijd vergen en bij de vaststelling van de vergoeding onvoldoende rekening is gehouden met de werkzaamheden die de leden verrichten in verband met de communicatie- en adviestaak van de Commissie. De laatstgenoemde werkzaamheden zijn in de praktijk een essentieel onderdeel van de taken van de Commissie geworden.

Gelet op de omvang, de complexiteit en de zwaarte van de te verrichten werkzaamheden is besloten aan de voorzitter en de overige leden van de Commissie een vaste vergoeding per maand toe te kennen. De vergoeding van de voorzitter wordt gebaseerd op het maximum van salarisschaal 18 en die van de overige leden op het maximum van salarisschaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Door deze differentiatie is het verschil in zwaarte van de functie en de daarbij behorende verantwoordelijkheid tot uitdrukking gebracht. De arbeidsduurfactor van de voorzitter en overige leden is berekend op basis van tijdsregistratiegegevens die de Commissie in het najaar van 2010 heeft overgelegd. Om flexibiliteit in de vergoedingssystematiek aan te brengen is de arbeidsduurfactor van de overige leden gedifferentieerd naar de werkzaamheden die deze leden verrichten. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen leden die uitsluitend werkzaamheden die behoren tot de beoordelingstaak van de Commissie verrichten, leden die naast deze werkzaamheden, werkzaamheden die behoren tot de communicatietaak of adviestaak van de Commissie verrichten en leden die alle bovengenoemde werkzaamheden verrichten.

Onder werkzaamheden die behoren tot de beoordelingstaak van de Commissie wordt in ieder geval verstaan het beoordelen van gedragsinterventies (waaronder het bijwonen van commissievergaderingen), het borgen van het toetsingskader, het geven van een mondelinge toelichting op de beoordeling aan de indieners van gedragsinterventies en het afleggen van werkbezoeken. Onder werkzaamheden die behoren tot de communicatietaak van de Commissie worden in ieder geval begrepen het vertegenwoordigen van de Commissie tijdens overleggen en het bijdragen aan de werving en selectie van kandidaat-leden. Werkzaamheden die behoren tot de adviestaak aan de Commissie betreffen alle werkzaamheden ten behoeve van de advisering aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de effectiviteit van gedragsinterventies. De advisering kan gevraagd en ongevraagd geschieden en heeft bijvoorbeeld betrekking op uitvoerings- en toepassingsaspecten van de toetsingscriteria.

Naast de maandelijkse vergoeding hebben de voorzitter en de overige leden van de Commissie op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies recht op vergoeding van reis- en verblijfskosten overeenkomstig het Reisbesluit Binnenland en het Reisbesluit Buitenland.

Aangezien de nieuwe vergoeding per 1 januari 2011 aan de voorzitter en de overige leden van de Commissie wordt toegekend, werkt het besluit terug tot en met 1 januari 2011. Het Besluit Vergoedingen Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie wordt separaat bij koninklijk besluit ingetrokken.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

Naar boven