Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 13 mei 2011, nr. 207680, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten in verband met herstel omissies in de maatregelen voor laagpathogene Aviaire Influenza in Kootwijkerbroek

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEU L10);

Gelet op de artikelen 17, 18, eerste en tweede lid, 30, eerste en derde lid, 31 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.1.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘gebruikt strooisel of mest;’ vervangen door: gebruikt strooisel, rauwe melk of mest afkomstig van of bestemd voor een bedrijf waar tevens gevogelte aanwezig is, of.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 2.1.3, derde en vijfde lid, of artikel 2.1.4’ vervangen door: artikel 2.1.3, zesde lid en voor het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren van of naar een bedrijf waar hobbypluimvee of duiven worden gehouden.

B

Artikel 2.1.9, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op dieren van een soort behorende tot de orde van de eendvogels (Anseriformes), de families van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae).

ARTIKEL II

Deze regeling wordt aan de media bekendgemaakt en treedt op 13 mei 2011, om 20:00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 mei 2011

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

overeenkomstig het door de Staatssecretaris genomen besluit,

De Directeur-Generaal,

J.P. Hoogeveen MPA.

TOELICHTING

In verband met de uitbraak van laagpathogene Aviaire Influenza (LPAI) in Kootwijkerbroek (Gelderland) is op 12 mei 2011, om 17:30 uur, de Regeling houdende wijziging van de

Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten in verband met een uitbraak van laagpathogene Aviaire Influenza in Kootwijkerbroek van kracht geworden. Op grond van deze regeling is een beperkingsgebied ingesteld waarin maatregelen van kracht zijn die de verspreiding van het LPAI-virus dienen te voorkomen.

In de regeling van het verplaatsingsverbod voor risicovolle voertuigen is sprake van enkele omissies. Deze worden bij onderhavige regeling hersteld. De eerste correctie betreft het verbod om vervoermiddelen die gebruikt zijn of kennelijk zijn bestemd voor het vervoer van voeder, gebruikt strooisel of mest te verplaatsen binnen het gebied. Hieraan wordt toegevoegd een verbod om vervoermiddelen die gebruikt zijn of kennelijk zijn bestemd voor het vervoer van rauwe melk binnen het gebied te verplaatsen. Het betreffende verbod wordt beperkt tot voertuigen bestemd voor het vervoer van deze producten bestemd voor of afkomstig van bedrijven waar gevogelte wordt gehouden. Voorts is de afwijking van het verplaatsingsverbod voor risicovolle voertuigen bedoeld in artikel 2.1.6, tweede lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten gewijzigd. De afwijking geldt voor vervoermiddelen die zijn gebruikt voor de afvoer, het vervoer en de aanwending van mest afkomstig van bedrijven waar gevogelte niet bedrijfsmatig gehouden wordt en voor het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren van of naar een bedrijf waar geen ander gevogelte dan hobbypluimvee en duiven worden gehouden. Deze vervoermiddelen moeten wel volgens het hygiëneprotocol van de VWA gereinigd worden.

Voorts wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de afschermplicht ten aanzien eendvogels en loopvogels aan te passen. De houder van deze vogels dient op grond van onderhavige regeling wel passende maatregelen te nemen om zo veel mogelijk te voorkomen dat de door hem gehouden vogels in contact komen met buiten het verblijf levende wilde dieren of hun uitwerpselen. De verplichting om de al dan niet beperkte uitloop ondoorlaatbaar af te dichten en de zijkanten van de uitloop met netten af te schermen, komt te vervallen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

overeenkomstig het door de Staatssecretaris genomen besluit,

De Directeur-Generaal,

J.P. Hoogeveen MPA.

Naar boven