Regeling tot wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen in verband met het definitief invoeren van het elektronisch vervoerbewijs in het openbaar vervoer dat wordt verricht op grond van concessies die zijn verleend door het Stadgewest Haaglanden en de provincie Zuid-Holland

13 mei 2011

Nr. IENM/BSK-2011/64542

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 41, tweede lid, van het Besluit personenvervoer 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan bijlage 3, onderdeel C. Gebieden als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer wordt een onderdeel III toegevoegd, luidende:

  • III. Het gebied waar openbaar vervoer op grond van een door de provincie Zuid-Holland of door het Stadsgewest Haaglanden verleende concessie wordt verricht.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 19 mei 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Mededeling

Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit door binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een bezwaarschrift in te dienen bij de Minister van Infrastructuur en Milieu, per adres Hoofddirectie Juridische Zaken, Postbus20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer biedt de mogelijkheid om, vooruitlopend op de opheffing van de landelijke verplichting om reizigers met nationale vervoerbewijzen te accepteren, deze verplichting in bepaalde gebieden op te heffen indien het elektronisch vervoerbewijs, hier verder te noemen de OV-chipkaart, daar is ingevoerd. Dit is mogelijk op basis van een ingediend verzoek door voor het openbaar vervoer verantwoordelijke overheden.

Zodra in een gebied de OV-chipkaart in nagenoeg alle voertuigen kan worden gebruikt, kan de verplichting om reizigers met een geldige nationaal vervoerbewijs, hierna te noemen het NVB (strippenkaarten, abonnementen e.d.), te vervoeren, worden opgeheven. De verplichting om reizigers met geldige nationale vervoerbewijzen te vervoeren is destijds in het leven geroepen om de kaartintegratie (dat wil zeggen dat de reiziger met één kaart door de keten van het regionale openbaar vervoer kan reizen) te waarborgen. De OV-chipkaart zal de kaartintegratie van de nationale vervoerbewijzen overnemen en uitbreiden. De OV-chipkaart wordt door decentrale overheden, hun vervoerders en de Nederlandse Spoorwegen ingevoerd, en kan in het gehele openbaar vervoer in Nederland worden gebruikt voor betaling en als vervoerbewijs. Tijdens de overgangsperiode naar de OV-chipkaart zullen tijdelijk twee kaartsystemen beschikbaar zijn. Het operationeel houden van een systeem voor de OV-chipkaart en het bestaande systeem van de nationale vervoerbewijzen kost extra geld. Daarom is het streven deze periode zo kort mogelijk te houden.

Het Stadsgewest Haaglanden en de provincie Zuid-Holland hebben bij mij het verzoek gedaan om het NVB in al het openbaar vervoer dat op basis van door hen verleende concessies wordt verricht, af te schaffen per 19 mei 2011.

De procedure om het NVB in een bepaald gebied af te schaffen is al in 2006 besproken met vertegenwoordigers van de decentrale overheden, de vervoerders en de consumentenorganisaties en is opgenomen in de toelichting op de wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen waarbij artikel 6, vierde lid, werd toegevoegd. Daarbij is afgesproken dat de desbetreffende decentrale overheid een onderbouwd verzoek indient, dat ingaat op een aantal toetspunten. Bij het besluit op het verzoek zal op die onderwerpen worden ingegaan. De belangrijkste toetspunten zijn of het OV-chipkaartsysteem operationeel en stabiel is, de distributie van OV-chipkaarten geregeld is, de studenten een OV-chipkaart hebben, de abonnementhouders over zijn gegaan op een vervangende propositie of de mogelijkheid hebben om hun bestaande abonnement op de OV-chipkaart te laten plaatsen en of er tijdig wordt gecommuniceerd, zodat de strippenkaarten kunnen worden opgebruikt.

In het volgende wordt op deze en andere onderwerpen nader ingegaan.

Toetspunten

Het OV-chipkaartsysteem is operationeel en stabiel

Op basis van informatie van de provincie Zuid-Holland, het Stadsgewest Haaglanden en hun vervoerders kan worden vastgesteld dat sinds het uitrollen van het systeem vanaf medio 2009 de stabiliteit van het systeem goed is uitgebouwd.

De percentages incomplete transacties ten opzichte van het aantal ritten op reissaldo in Zuid-Holland en het StadsgewestHaaglanden zijn vergelijkbaar met de percentages ten tijde van het besluit om het NVB in de stadsregio's Rotterdam en Amsterdam uit te zetten. Uit de aanvragen van beide decentrale overheden blijkt dat het percentage incomplete transacties ten opzichte van het aantal ritten op saldo in de afgelopen periode over het algemeen een dalende trend vertoont. In de zomerperiode is er sprake van lichte fluctuaties. Naar alle waarschijnlijkheid wordt dit veroorzaakt doordat veel nieuwe reizigers gebruik maken van de OV-chipkaart. De ervaring in andere regio's leert dat het uitzetten van het NVB bijdraagt aan een vermindering van het vergeten uit te checken. De vervoerders hebben aangegeven dat ze de provincie Zuid-Holland en het Stadsgewest Haaglanden steunen in het verzoek tot beëindiging van het NVB.

Distributie van de regio is op peil

Het distributienetwerk van de provincie Zuid-Holland en het Stadsgewest Haaglanden is volgens de desbetreffende overheden op peil.

Decentrale overheid

Wederverkopers derdennetwerk

Verkooppunten vervoerders

Bus/tram afhaalpunt

Bus oplaadpunt

Zuid-Holland

78

3

 

250

Haaglanden

80+15

4

130

 

In de provincie Zuid-Holland worden 300 bussen voorzien van afhaalmachines, waarmee via internet bestelde producten kunnen worden opgehaald. De inbouw is volgens planning van de vervoerder per 1 februari 2011 gereed. In het Stadsgewest Haaglanden zijn naar verwachting medio januari 2011 60 (aardgas)bussen van HTM voorzien van afhaalmachines. Hierna zullen ook de overige (aardgas)bussen van HTM worden voorzien van afhaalmachines. Voorts zullen vijf afhaalmachines op drukke RandstadRail-haltes beschikbaar zijn. In de loop van 2011 zullen in totaal 50 afhaalmachines op drukke tram- en RandstadRail-haltes geplaatst worden. De 75 wederverkopers die niet beschikken over een afhaalmachine wordt aangeboden om voorgeladen anonieme kaarten te gaan verkopen. Daarnaast is bij de NS-stations OV-chipkaart apparatuur aanwezig om de OV-chipkaart op te laden. Ook kunnen reizigers kiezen voor het 'automatisch opladen' van saldo van hun persoonlijke OV-chipkaart.

1. Aantoonbaar soepele overgang van NVB naar OV-chipkaart voor reizigers

In alle aangrenzende concessiegebieden van de twee decentrale overheden kunnen reizigers met de OV-chipkaart op saldo reizen. Ook met NS kan in alle omringende concessiegebieden met de OV-chipkaart gereisd worden. Het streven van de vervoerder in de provincie Zuid-Holland is erop gericht om per 19 mei 2011 de OV-chipkaart op het regionaal spoor operationeel te hebben.

2. Studenten kunnen beschikken over een OV-chipkaart

Studenten beschikken over een OV-chipkaart.

3. (Jaar)abonnementhouders zijn over op een vervangende propositie of hun bestaande abonnement wordt op de OV-chipkaart geplaatst

De provincie Zuid-Holland en het Stadsgewest Haaglanden hebben ervoor gekozen om de huidige papieren NVB-abonnementen te handhaven. Daartoe zijn deze abonnementen als regionaal abonnement vastgesteld. De abonnementen zullen gehandhaafd blijven tot en met 31 december 2011. In de loop van 2011 komen er vervangende producten beschikbaar voor de OV-chipkaart, die vanaf 1 januari 2012 de papieren abonnementen zullen vervangen.

4. ‘Het uitzetten’ van het NVB

In de afgelopen maanden is veelvuldig overleg gevoerd met de vervoerders en met de omliggende overheden om alle relevante zaken goed op elkaar af te stemmen. De omliggende overheden hebben positief gereageerd op het voornemen van de beide decentrale overheden om het NVB te laten beëindigen. Daarbij zijn onderling afspraken gemaakt.

Daarnaast is intensief overleg gevoerd met de regionale consumenten-organisaties. Het Regionaal overlegorgaan consumentenorganisaties openbaar vervoer Haaglanden (ROCOV-Haaglanden), en het reizigersoverleg Drechtsteden-Alblasserwaard-Vijfheerenlanden hebben positief geadviseerd. Het ReizigersOverleg Midden Holland, de Reizigersadviesraad OV Holland Rijnland en het Reizigersoverleg Hoeksche Waard Goeree Overflakkee hebben onder voorwaarden positief geadviseerd.

De decentrale overheden hebben gereageerd op deze adviezen. In het licht van de criteria, en gelet op de adviezen van de regionale consumentenorganisaties en de reactie hierop van de decentrale overheden, is er geen beletsel om het NVB uit te zetten.

5. Voor de begeleiderskaart voor gehandicapten, de opsporingsambtenaren en alle andere speciale vervoerbewijzen zijn er oplossingen om met het openbaar vervoer te kunnen reizen

De reisrechten van deze groepen zijn verkrijgbaar op de OV-chipkaart, in verband met de RandstadRail. In de bus en de tram is er geen sprake van een gesloten systeem, waardoor deze groepen kunnen reizen op zichtkaarten.

Voor de groep mensen met een visuele beperking wordt door de decentrale overheden en hun vervoerders gewerkt aan een (tijdelijke) landelijke kaart om het reizen met de OV-chipkaart toegankelijker te maken voor deze doelgroep. De verwachting is dat dit in de loop van 2011 operationeel zal zijn. Mocht de kaart vanaf 19 mei 2011 nog niet beschikbaar zijn, dan kunnen zelfstandige reizigers uit deze groep in de beide regio's, op vertoon van de begeleiderskaart, gratis gebruikmaken van het openbaar vervoer.

6. Beveiliging moet op orde zijn

Trans Link System en de vervoerders hebben een migratieplan ontwikkeld, dat getoetst is door het Royal Holloway University of London. Dit plan wordt geïmplementeerd.

7. Opbrengstneutraliteit

De Commissie Kist heeft een onderzoek uitgevoerd naar de opbrengstneutraliteit van de OV-chipkaarttarieven bij de twee decentrale overheden. Voor beide overheden geldt dat de bevindingen van de Commissie Kist positief zijn: er is sprake van een kostenneutrale overgang naar de OV-chipkaart. De Commissie heeft de overheden drie aanbevelingen meegegeven: het benadrukken van het belang van kostenbewust reizen, monitoring van het (koop)gedrag van reizigers en het in overweging nemen van compenserende maatregelen als dit uit de monitoring blijkt. De aanbevelingen van de Commissie Kist zijn door de overheden overgenomen.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Het afschaffen van de strippenkaart als (geldig) vervoerbewijs en de volledige invoering van de OV-chipkaart voor het bus- en tramvervoer in het StadsgewestHaaglanden en de provincie Zuid-Holland valt buiten de reikwijdte van de administratieve lasten. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen het op verzoek van decentrale overheden door de Minister van Infrastructuur en Milieu afschaffen van de strippenkaart op bepaalde lijnen en het invoeren van de OV-chipkaart zelf. Het besluit tot invoering van de OV-chipkaart als vervoerbewijs wordt genomen door decentrale overheden op grond van de regionale vervoerconcessies en betreft geen rijksregelgeving.

De vraag is of het op verzoek (moeten) tonen van een geldig vervoerbewijs, strippenkaart of OV-chipkaart, een administratieve last is. Het niet kunnen tonen van een geldig vervoerbewijs is strafbaar ingevolge artikelen 70, 74, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000 en artikel 48 van het Besluit personenvervoer 2000. Boete- en strafbepalingen worden niet als een informatieverplichting opgevat. Er is hier geen sprake van een administratieve last, maar van een inhoudelijke verplichting. De wijziging van de regeling is daarom niet ter toetsing voorgelegd aan het adviescollege toetsing administratieve lasten.

De (volledige) afschaffing van de strippenkaart heeft gevolgen voor de verdeling van de vervoeropbrengsten die plaats vindt op basis van periodiek reizigersonderzoek (WROOV). Een ontmanteling op termijn van het huidige systeem van opbrengstenverdeling tussen vervoerders heeft mogelijk gevolgen voor de bedrijfseffecten. Na het afschaffen van (het gebruik van) de strippenkaart in het laatste concessiegebied (planning: 2011) kan WROOV naar verwachting worden opgeheven. De eventuele bedrijfseffecten zullen dan ook na intrekking van de Regeling nationale vervoerbewijzen worden beoordeeld en in kaart worden gebracht. De opbrengstenverdeling volgens WROOV is gebaseerd op een overeenkomst tussen vervoerders, verkooppunten van nationale vervoerbewijzen en de Minister van Infrastructuur en Milieu.

Inspraak

Deze wijziging, houdende het afschaffen van het NVB in al het openbaar vervoer dat wordt verricht op basis van door het Stadsgewest Haaglanden en de provincie Zuid-Holland verleende concessies, is aan de consumentenorganisaties in het Landelijk Consumentenoverleg (LCO) en het Overlegorgaan Personenvervoer (OPV) voorgelegd. Beide partijen hebben hierover advies uitgebracht.

De ANWB is van mening dat er niet moet worden overgegaan tot het afschaffen van het NVB, totdat er overeenstemming is tussen de partijen vertegenwoordigd in de regiegroep en de consumentenorganisaties over het gezamenlijke eindbeeld voor de OV-chipkaart, de realisatie daarvan, en over de conclusies en aanbevelingen van de Commissie Meijdam.

Het uitzetten van het NVB in een bepaalde regio vindt plaats zodra een overheid en betrokken vervoerders voldoen aan de daarvoor vastgestelde criteria. Op dat moment is het chipkaartsysteem in voldoende mate gereed om in te voeren. De resultaten van het gezamenlijke eindbeeld en de Commissie Meijdam kunnen aanleiding zijn om nog wijzigingen in het systeem door te voeren. Waar nodig zal dit ook gebeuren.

De CG-raad vraagt om het NVB pas uit te zetten als er een goede regeling is voor mensen met een verstandelijke beperking en/of een stoornis in het autistische spectrum.

In het kader van het eindbeeld voor de OV-chipkaart wordt ondermeer onderzoek gedaan naar het toekomstig landschap voor mensen met een beperking. De genoemde groepen worden hierin meegenomen en de uitkomsten van dit onderzoek zullen bepalen op welke manier het OV-chipkaartsysteem zal worden aangepast, om te voldoen aan de eisen voor deze groep.

Unie KBO en PCOB zijn van mening dat er geen sprake is van een dalende trend bij het vergeten uit te checken, ten opzichte van het aantal ritten op saldo. Uit de verstrekte cijfers blijkt dat er wel sprake is van een dalende tendens.

Unie KBO, PCOB en Rover geven aan dat naar hun mening het onzeker is of voor de reizigers per saldo de kostenneutraliteit wordt bereikt, omdat voor een aantal mensen dit pas wordt bereikt indien er sprake is van een gedragsverandering. Het rapport van de Commissie Kist constateert dat er bij de tarieven die de overheid hanteert sprake is van een opbrengstneutrale overgang voor de reizigers. Daarnaast doet de Commissie aan de verantwoordelijke overheid aanbevelingen om de reiziger er op te wijzen hoe zij kostenbewust kunnen reizen en om te monitoren of dit ook gebeurt. De Commissie adviseert om aanvullende (kosten)compenserende maatregelen te nemen indien dit niet het geval is. Zowel de provincie Zuid-Holland als het Stadsgewest Haaglanden hebben aangegeven deze aanbevelingen over te zullen nemen.

De ANBO, Connexxion, NS en TLS hebben aangegeven in te stemmen met de voorgestelde wijziging.

Vanwege de uitvoerige, logistieke en bestuurlijke voorbereiding van het verzoek van het StadsgewestHaaglanden en de provincie Zuid-Holland om het nationaal vervoerbewijs op te heffen in het concessiegebied en de daarvoor gekozen datum van 19 mei 2011, kan deze wijzigingsregeling niet van kracht worden op één van de vaste verandermomenten van wet- en regelgeving. Afwijking van de vaste verandermomenten is gerechtvaardigd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven