Vennootschapsbelasting. Functionele valuta

11 mei 2011

Nr. BLKB2011/392M

Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een herziene versie van het besluit van 2 augustus 2006, nr. CPP2006/1094M, IFZ 2006/531. Vervallen zijn:

  • de versoepelingen met betrekking tot – kort gezegd – de vereiste commerciële jaarrekening en de toegestane valuta, voor zover deze met ingang van 1 januari 2011 zijn gecodificeerd in de Regeling functionele valuta;

  • de goedkeuring dat bij een vaste inrichting in een buitenland waar ook gebruik wordt gemaakt van een functionele valuta de vrij te stellen winst van de vaste inrichting mag worden berekend uitgaande van deze functionele valuta. Het moeten volgen van de feitelijk gebruikte buitenlandse functionele valuta vloeit namelijk ook voort uit het arrest van de Hoge Raad van 5 december 2003, nr. 37 743. De overige wijzigingen ten opzichte van het vorige besluit zijn redactioneel.

1. Inleiding

De inspecteur kan op verzoek van belastingplichtige toestaan het belastbare bedrag te berekenen in een andere geldeenheid dan de euro, in een zogenoemde functionele valuta (artikel 7, vijfde lid, van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969, hierna: Wet Vpb 1969). De voorwaarden waaronder aan het verzoek wordt tegemoetgekomen zijn gepubliceerd in de Regeling functionele valuta (regeling van 21 augustus 1997, nr. WDB97/48M, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling van 23 december 2010, nr. DB2010/281M, hierna: RFV). In dit besluit geef ik de door mij gestelde beleidskaders weer voor toepassing van de RFV.

2. De voorwaarde dat de werkzaamheid of internationale vertakking een functionele valuta rechtvaardigt

De RFV eist onder andere dat de belastingplichtige in het eerste jaar waarin de regeling functionele valuta wordt toegepast ook de commerciële jaarrekening opstelt in de functionele valuta en dit wordt gerechtvaardigd door de werkzaamheid van de rechtspersoon of de internationale vertakking van zijn groep. De inspecteur zal deze rechtvaardiging slechts marginaal toetsen. Alleen als de rechtvaardiging evident afwezig is, zal hij het standpunt innemen dat niet wordt voldaan aan de eisen die de RFV stelt aan de commerciële jaarrekening.

3. Functionele valuta voor alle rechtspersonen binnen fiscale eenheid

Een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15 van de Wet Vpb 1969 is niet mogelijk in een situatie waarbij de ene rechtspersoon gebruik maakt van de regeling functionele valuta en de andere niet. Door toepassing van de regeling functionele valuta wordt de winst in afwijking van de normale regels berekend. Als de ene rechtspersoon wel en de andere rechtspersoon geen gebruik maakt van de regeling functionele valuta, wordt niet voldaan aan de eis dat bij beide rechtspersonen dezelfde bepalingen van toepassing zijn.

4. Toe te passen buitenlandse valuta

Met ingang van 1 januari 2011 is de RFV (onder andere) gewijzigd op het punt van de toegelaten valuta. Toegelaten worden nu alleen nog – kort gezegd – valuta’s met een door de Europese Centrale Bank vastgestelde wisselkoers (‘euro foreign exchange rates’). In verband met deze wijziging van het RFV is ingetrokken de in mijn vorige besluit opgenomen goedkeuring met betrekking tot de toegelaten valuta. Op 1 januari 2011 werkzame beschikkingen, afgegeven voor met ingang van die datum niet langer toegelaten valuta, zullen worden geëerbiedigd tot aan het eerste moment waarop de belastingplichtige de beschikking zou kunnen opzeggen krachtens de wederopzeggingsregeling van artikel 3 van de RFV.

5. Gemiddelde koers en liquidatie

Voor de berekening van de verschuldigde vennootschapsbelasting moet het belastbare bedrag van het (boek)jaar worden omgerekend van de functionele valuta naar de euro, tegen de gemiddelde koers van het (boek)jaar (artikel 4 van de RFV). In geval van liquidatie houdt een rechtspersoon op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt (artikel 2:19, zesde lid, BW) en eindigt op dat tijdstip tevens haar laatste boekjaar. De toe te passen gemiddelde koers wordt dan berekend als gemiddelde van de koersen van het begin tot het einde van dit laatste boekjaar.

6. Voorkoming dubbele belasting

a. Vaste inrichting en voorkomingsbreuk

Als een lichaam winst geniet uit een in het buitenland gelegen vaste inrichting wordt de vrij te stellen winst van de vaste inrichting berekend naar Nederlandse maatstaven en op de grondslag van dezelfde valuta, of van een andere eenheid, als waarop de belastbare winst wordt berekend in het land waar de vaste inrichting is gevestigd. Vervolgens wordt deze winst omgerekend in euro’s. Indien gebruik wordt gemaakt van de regeling functionele valuta wordt het belastbare bedrag, waaronder de wereldwinst, berekend in de functionele valuta in plaats van in euro’s. In het verlengde daarvan wordt de voorkomingsbreuk eveneens in functionele valuta berekend. Een bedrag dat op grond van artikel 34 (doorschuifregeling) of artikel 35 (inhaalregeling) van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna Bvdb) naar het volgende jaar wordt overgebracht, wordt ook vastgesteld in de functionele valuta.

b. Verrekening buitenlandse bronbelasting

De te verrekenen buitenlandse bronbelasting dient in beginsel in euro’s te worden omgerekend op basis van de wisselkoers van de buitenlandse valuta op het tijdstip waarop die buitenlandse belasting wordt ingehouden.

Goedkeuringen

Ik keur goed dat in afwijking van bovenstaande, de te verrekenen bronbelasting wordt vastgelegd in de functionele valuta. Daartoe wordt de bronbelasting welke in andere valuta luidt dan de functionele valuta, omgerekend in de functionele valuta tegen de wisselkoers op het inhoudingstijdstip. Voor de verrekening van de bronbelasting wordt de in functionele valuta luidende bronbelasting vervolgens omgerekend in euro’s tegen de gemiddelde jaarkoers. Een aan het einde van enig boekjaar (in euro’s luidend) nog te verrekenen bedrag wordt tegen de gemiddelde koers van dat jaar weer omgerekend in functionele valuta en schuift op de voet van artikel 37 Bvdb door naar een volgend boekjaar.

Ook keur ik goed dat indien een lichaam op het overgangstijdstip (als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, RFV), nog te verrekenen bronbelasting uit voorgaande jaren heeft, de nog te verrekenen bronbelasting wordt omgerekend in functionele valuta. Ook hier wordt voor de verrekening van de bronbelasting de in functionele valuta luidende bronbelasting vervolgens omgerekend in euro’s tegen de gemiddelde jaarkoers en vindt doorschuiving van een eventueel resterend te verrekenen bedrag plaats zoals hiervoor is beschreven. Voorwaarde voor toepassing van deze goedkeuringen is dat het lichaam voor ingang van de regeling functionele valuta schriftelijk aan de bevoegde inspecteur verklaart welke goedkeuring(en) hij zal toepassen, dat hij deze zal toepassen in alle jaren waarin de regeling functionele valuta geldt en dat hij accepteert dat de voorwaarden zoals genoemd in de RFV (10-jaarstermijn, overgangskoers, teruggangskoers e.d.) van overeenkomstige toepassing zijn.

7. Ingetrokken regeling

Het besluit van 2 augustus 2006, nr. CPP2006/1094M, IFZ 2006/531, wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.

8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met de dagtekening van dit besluit.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 mei 2011

De staatssecretaris van Financiën,

F.H.H. Weekers.

Naar boven