Vastgesteld bestemmingsplan ‘Noordbroek 15’

Voor de gronden gelegen aan de Noordbroek 15 is door de Raad een bestemmingsplan vastgesteld. Op dit perceel is Rubro bv gevestigd waar consumentenvuurwerk wordt opgeslagen. Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid voor een fysieke uitbreiding van de bestaande opslagmogelijkheden, waaronder een extra compartiment en een extra ontvangstruimte voor de aanlevering van goederen en kantoor en bergruimte. Het ontwerpbestemmingsplan Noordbroek 15 heeft vanaf 25 augustus 2010 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is door de VROM-inspectie een zienswijze ingediend.

Aan de zienswijze is tegemoet gekomen, zie hiervoor de zienswijzenreactienota. Daarnaast is het bestemmingsplan door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangepast. In de raadsvergadering van d.d. 14 december 2010 is het bestemmingsplan ‘Noordbroek 15’ gewijzigd door de Raad vastgesteld.

Het bestemmingsplan ‘Noordbroek 15’ is op de volgende punten gewijzigd vastgesteld:

Wijzigingen in de regels

  • 1. Artikel 3.4 gaat als volgt luiden:

    3.4 Afwijken van de bouwregels

    3.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

    Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken:

    • a. van het bepaalde in lid 3.2.1 onder a. voor de oprichting van bebouwing buiten het aangegeven bouwvlak;

    • b. van het bepaalde in lid 3.2.2 onder b. voor de oprichting van andere bouwwerken, buiten het aangegeven bouwvlak tot een bouwhoogte van 3 meter.

  • 2. Artikel 3.4.2 eerste zin gaat als volgt luiden:

    Afwijken bij een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1. is slechts mogelijk indien:

  • 3. Artikel 3.4.2, onder d gaat als volgt luiden:

    de afwijking vanuit milieuhygiënisch oogpunt aanvaardbaar is;

  • 4. Artikel 3.4.3. is verwijderd.

  • 5. Artikel 3.5 gaat als volgt luiden:

    Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 9.

  • 6. Artikel 3.6 gaat als volgt luiden:

    3.6 Afwijken van de gebruiksregels

    Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken:

    • a. van het bepaalde in lid 3.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;

    • b. van het bepaalde in lid 3.1 en toestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten of die volgens de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten van een hogere categorie zijn, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren of tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat:

      • Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;

      • Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;

      • inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit M.E.R. 1994 niet zijn toegestaan.

  • 7. Artikel 3.6.2 is verwijderd.

  • 8. Artikel 4.4 gaat als volgt luiden:

    Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming als bedoeld in Artikel 9.

  • 9. Artikel 9 is toegevoegd en luidt als volgt:

    Artikel 9 Algemene gebruiksregels

    • a. Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met dit bestemmingsplan;

    • b. Onder een verboden gebruik als bedoeld in a wordt in ieder geval verstaan:

      • 1. het gebruik van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van een seksinrichting, behoudens in het geval dat gebruik uitdrukkelijk is toegestaan;

      • 2. het gebruik van onbebouwde gronden als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;

      • 3. het gebruik van onbebouwde gronden als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.

    • c. Overtreding van een verbod als bedoeld in a en b is een strafbaar feit;

    • d. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a tot en met c indien strikte toepassing van deze regel leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

  • 10. Artikel 10 aanhef komt als volgt te luiden:

    Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:

  • 11. Artikel 10 onder g komt als volgt te luiden:

    de bestemmingsbepalingen ten aanzien van ondergeschikte punten met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen in het terrein en aan het beloop van de bepaalde gegevenheden, met dien verstande dat de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan.

  • 12. Artikel 10.2 is verwijderd.

  • 13. Artikel 11 aanhef komt als volgt te luiden:

    Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis dienen daar de navolgende procedureregels in acht te worden genomen:

  • 14. Artikel 12 is aangepast naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en luidt overeenkomstig artikel 3.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening.

Wijzigingen op de verbeelding

  • 1. De aanduiding ‘opslag’ op de plankaart is verkleind en geeft nu exact de locatie weer waar de opslag van vuurwerk plaatsvindt.

  • 2. De ‘Veiligheidszone – vuurwerk’ is aangepast in die zin dat rondom de gehele opslagplaats een veiligheidszone van 20 meter wordt aangehouden.

Wijzigingen in de toelichting

  • 1. Paragraaf 4.8.1.2., 5e alinea is aangevuld met de volgende toelichtende tekst:

    Deze veiligheidsafstand van 20 meter hangt samen met het feit of het een bewaarplaats of een bufferbewaarplaats betreft en de grootte van de deuropening. In het voorliggende geval betreft het enkel een bewaarplaats waar verpakt consumentenvuurwerk wordt opgeslagen. Dit vuurwerk wordt niet uit de transportverpakking genomen of onverpakt bewaard.. De deuropening is kleiner dan 4m2. Derhalve dient, zoals blijkt uit Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit, in voorwaartse richting een veiligheidsafstand van 20 meter aangehouden te worden.

  • 2. Hoofdstuk 6, 1e alinea is aangevuld met de volgende tekst: Het betreft in het voorliggende geval een bewaarplaats waar uitsluitend verpakt consumentenvuurwerk wordt opgeslagen. Dit ook conform de verleende milieuvergunning.

  • 3. Figuur 6.1. is vervangen.

  • 4. Paragraaf 7.3 is aangevuld met de volgende tekst: Conform het Vuurwerkbesluit dient in voorwaartse richting een veiligheidszone van 20 meter te worden aangehouden. Deze veiligheidszone is rondom de opslagplaats gelegd. De opslagplaats is weergegeven met de aanduiding ‘opslag’ op de verbeelding. Gemeten vanuit de buitenzijde van de muren van de opslagplaats bedraagt de veiligheidszone aan alle zijden 20 meter.

Ingevolge artikel 3.8 lid 4 Wet ruimtelijke ordening dient te worden gewacht met de publicatie van het raadsbesluit indien een bestemmingsplan gewijzigd is vastgesteld. De VROM-inspectie en de Provincie Overijssel hebben, op verzoek, voortijdig aangegeven, dat versneld kan worden overgegaan tot publicatie van het raadsbesluit.

Het bestemmingsplan, het raadsbesluit en de bijbehorende stukken liggen met ingang van 19 januari 2011 gedurende zes weken ter inzage (derhalve tot en met 1 maart 2011) bij de afdeling publiekszaken. Het bestemmingsplan is tevens digitaal raadpleegbaar via www.almelo.nl/bestemmingsplannen, als ook op www.ruimtelijkeplannen.nl

Belanghebbenden die kunnen aantonen redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest tijdig een zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan bij de gemeenteraad kenbaar te maken, kunnen binnen bovengenoemde termijn van terinzagelegging beroep instellen bij de Raad van State, sector bestuursrecht. Daarnaast kunnen belanghebbenden tegen hetgeen gewijzigd is vastgesteld beroep instellen bij de Raad van State, sector bestuursrecht. Het bestemmingsplan treedt in werking daags na afloop van de beroepstermijn. Indien binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

Naar boven