Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 26 april 2011, nummer WBV 2011/6, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister voor Immigratie en Asiel,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C24/16 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

(16) Het asielbeleid ten aanzien van Libië

1 Achtergrond

Deze landenparagraaf bevat het landgebonden asielbeleid voor Libië. Het landgebonden asielbeleid is een uitwerking van het algemene beleid van C1 tot en met C22 en kan niet worden gezien als een uitzonderingsregeling. De algemene wet- en regelgeving blijft steeds de basis voor de individuele beoordeling van een asielaanvraag.

2 Besluitmoratorium

Ten aanzien van asielaanvragen van vreemdelingen afkomstig uit Libië geldt een besluit in de zin van artikel 43 Vw. Het besluit tot het instellen hiervan is gepubliceerd op dezelfde datum als onderhavig Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire. Het besluitmoratorium heeft een geldigheidsduur van zes maanden. Dit betekent dat tot en met het einde van deze termijn de individuele beslistermijn van aanvragen waarvan die termijn nog niet is volgelopen, wordt verlengd met ten hoogste één jaar. Voorts kan het voorkomen dat (ook) de (verlengde) beslistermijn reeds is verstreken. Echter, het ligt voor de hand dat het ook niet mogelijk is zorgvuldig te beslissen op deze aanvragen. Zie C19/5 voor de gevallen waarin nog wel kan worden beslist. Onder de werking van het besluitmoratorium zullen de individuele vreemdelingen wel in de gelegenheid worden gesteld zich omtrent de asielaanvraag te doen horen. Een uitzondering daarop vormen de aanvragen waarvoor een ander land verantwoordelijk is.

3 Vertrekmoratorium
3.1 Inleiding

Ten aanzien van asielzoekers uit Libië geldt een besluit in de zin van artikel 45, vierde lid, Vw. Het besluit tot het instellen hiervan is gepubliceerd op dezelfde datum als onderhavig Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire. Het vertrekmoratorium heeft een geldigheidsduur van zes maanden. C22/6 is van toepassing.

3.2 Voortgezet recht op opvang

Het vertrekmoratorium heeft tot gevolg dat de opvang van de asielzoeker die het betreft en van wie de vertrektermijn reeds is verstreken, niet wordt beëindigd. Dit voortgezet recht op opvang volgt van rechtswege uit het besluit zoals gepubliceerd in de Staatscourant. Het voortgezet recht op opvang eindigt tevens van rechtswege wanneer het vertrekmoratorium eindigt.

Gedurende het vertrekmoratorium wordt de vreemdeling geacht, conform artikel 45, vijfde lid, Vw, rechtmatig verblijf te hebben als bedoeld in artikel 8, onder j, Vw. Het is niet noodzakelijk dat door deze personen een nieuwe asielaanvraag wordt ingediend. Voor zover betrokkene niet (meer) in het bezit is van een document, dient een document te worden verstrekt (zie artikel 3.5 VV). Asielzoekers die een asielaanvraag hebben ingediend waarop nog niet onherroepelijk is beslist, maar die geen rechtmatig verblijf in Nederland hebben, worden daarmee tevens geacht rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8 onder j Vw te hebben, indien zij onder de reikwijdte van het vertrekmoratorium vallen. Dit betekent dat asielzoekers die onder het vertrekmoratorium vallen, niet langer belang hebben bij een eerder ingediend verzoek om een voorlopige voorziening voor zover dit verzoek is gericht op het voorkomen van de verwijdering of de beëindiging van de voorzieningen.

3.3 Verkrijgen van opvang wanneer de opvang reeds was beëindigd

Om opnieuw voor opvang in aanmerking te komen, is geen nieuwe asielaanvraag noodzakelijk. Wel moet men eerder een asielaanvraag hebben ingediend en moet men zich melden bij het AC Ter Apel om voor opvang in aanmerking te komen. Om logistieke redenen kan na de aanmelding worden besloten betrokkene door te verwijzen naar de Centrale Ontvangstlocatie van het COA, alvorens te beoordelen of betrokkene conform het geldende vertrekmoratorium in aanmerking komt voor opvang.

Vreemdelingen die niet reeds in de opvang verblijven en die reeds voorafgaand aan de instelling van het vertrekmoratorium een tweede of volgende aanvraag hebben ingediend, welke nog niet heeft geleid tot een onherroepelijke afwijzing, kunnen zich ter verkrijging van opvang eveneens melden bij het AC Ter Apel.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 april 2011

De Minister voor Immigratie en Asiel,

namens deze:

de waarnemend directeur-generaal Vreemdelingenzaken,

L. Mulder.

TOELICHTING

ALGEMEEN

Vanwege de recente ontwikkelingen in Libië die hebben geleid tot een instabiele en onduidelijke politieke situatie en veiligheidssituatie, heeft de Minister voor Immigratie en Asiel aanleiding gezien tot het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium. Omdat naar verwachting voorlopig onzekerheid zal blijven bestaan over de situatie in Libië en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist of aanvragen op een van de gronden van artikel 29, Vreemdelingenwet 2000, kunnen worden toegewezen, heeft de Minister besloten tot het instellen van een besluitmoratorium voor de duur van een half jaar. Tevens heeft de Minister hierin aanleiding gezien om een vertrekmoratorium in te stellen. Hiermee worden uitgeprocedeerde asielzoekers afkomstig uit Libië thans niet verplicht Nederland te verlaten en wordt aan hen opvang geboden.

De Minister voor Immigratie en Asiel,

namens deze:

de waarnemend directeur-generaal Vreemdelingenzaken,

L. Mulder.

Naar boven