Regeling aanwijzing bovenmaatse schepen 2011

28 april 2011

Nr. IENM/BSK-2011/7372

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4, eerste en derde lid, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement en op de artikelen 1.01, onderdeel A, onder 8°, en artikel 10.02, eerste lid, van het Binnenvaartpolitiereglement;

Besluit:

Artikel 1

Een bovenmaats schip, is een schip dat zich bevindt:

  • a. op de vaarweg tussen de zee en Harlingen, varend via het Stortemelk, de Vliestroom, de Blauwe Slenk en het vaarwater langs de Pollendam, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 5 meter of meer, dan wel een lengte van 85 meter of meer;

  • b. in een betonde vaarweg tussen de zee en de haven van Den Helder, en een diepgang heeft van 5 meter of meer;

  • c. in de haven van Scheveningen, en een diepgang heeft van 5 meter of meer, dan wel een lengte van 80 meter of meer;

  • d. in de Maasmond, het Beerkanaal en het Calandkanaal, daaronder begrepen de havens aan deze vaarwegen, en een diepgang heeft van 14,30 meter of meer (zout water), dan wel een lengte heeft van 300 meter of meer;

  • e. de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas, daaronder begrepen de havens aan deze vaarwegen, en een diepgang heeft van 9 meter of meer, dan wel een lengte van 200 meter of meer;

  • f. in de Oude Maas, daaronder begrepen de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 7 meter of meer, dan wel een lengte van 135 meter of meer;

  • g. in de Dordtsche Kil of de daarop aansluitende vaarweg naar de havens van het Industrie- en Havenschap Moerdijk, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 5,5 meter of meer, dan wel een lengte van 135 meter of meer;

  • h. in de Sloehaven, en een diepgang heeft van 10 meter of meer, dan wel een lengte van 200 meter of meer;

  • i. in het Zeehavenkanaal of de Handelshaven te Delfzijl, en een diepgang heeft van 8 meter of meer, dan wel een lengte van 150 meter of meer;

  • j. in de Eemshaven, en een diepgang heeft van 10 meter of meer, dan wel een lengte van 200 meter of meer;

  • k. in de vaarwegen ten westen van de Noordzeesluizen te IJmuiden, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 10 meter of meer, dan wel een lengte heeft van 180 meter of meer, met uitzondering van een schip dat zich bevindt in het Zuiderbuitenkanaal, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, waar een bovenmaats schip een lengte heeft van 150 meter of meer;

  • l. dat zich bevindt in het Noordzeekanaal of in één van de zijkanalen daarvan, met inbegrip van de daaraan gelegen havens en het Afgesloten IJ tot en met de oostzijde van de ingang van de Mercuriushaven, en met uitzondering van de Voorzaan noordwaarts tot aan de Den Uylbrug, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 10 meter of meer, dan wel een lengte heeft van 180 meter of meer;

  • m. dat zich bevindt in de Voorzaan noordwaarts tot aan de Den Uylbrug, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 8 meter of meer, dan wel een lengte heeft van 150 meter of meer, of

  • n. dat zich bevindt in het Afgesloten IJ vanaf de oostzijde van de ingang van de Mercuriushaven in oostelijke richting, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 6 meter of meer, dan wel een lengte heeft van 150 meter of meer.

Artikel 2

Het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 18 mei 1993, nr. DGSM/J 30.876/93 houdende vaststelling diepgang of scheepslengte verbonden aan gedeelte van vaarweg (Stcrt. 98) en het Besluit aanwijzing bovenmaatse schepen worden ingetrokken.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit van 20 september 2010, houdende vaststelling van een aantal wijzigingen van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995, het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990, het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen, het Scheepvaartreglement territoriale zee, het Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, het Besluit houdende het van toepassing verklaren van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, het Scheepvaartreglement Eemsmonding en het Besluit statistische gegevens scheepvaartverkeer (Stb. 748) in werking treedt.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bovenmaatse schepen 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

In de artikelen 4, derde lid, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement en 1.01, onderdeel A 8°, van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) wordt geregeld dat een bovenmaats schip een schip is dat behoort tot een daartoe door de bevoegde autoriteit aangewezen categorie van schepen, dat in zijn manoeuvreerbaarheid is beperkt doordat het ten gevolge van zijn diepgang of zijn lengte gebonden is aan een bepaald gedeelte van de vaarweg. Het onderhavige besluit voorziet in deze aanwijzing, welke thans een actualisatie is van de aanwijzing zoals deze voortvloeide uit het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 18 mei 1993, nr. DGSM/J 30.876/93 houdende vaststelling diepgang of scheepslengte verbonden aan gedeelte van vaarweg (Stcrt. 98) en het Besluit aanwijzing bovenmaatse schepen. Daarmee komen tevens deze twee laatste besluiten te vervallen.

Aan deze regeling zijn geen administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven verbonden. Derhalve is het concept van deze regeling niet aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd.

Gezien de samenhang van de onderhavige regeling met wijzigingen die bewerkstelligd worden middels het Besluit van 20 september 2010, houdende vaststelling van een aantal wijzigingen van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995, het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990, het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen, het Scheepvaartreglement territoriale zee, het Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, het Besluit houdende het van toepassing verklaren van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, het Scheepvaartreglement Eemsmonding en het Besluit statistische gegevens scheepvaartverkeer (Stb. 748), is de inwerkingtreding van de onderhavige regeling gekoppeld aan de inwerkingtreding van het hiervoor genoemde besluit.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven