De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 20, tweede lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 1, eerste lid, van het Werktijdenbesluit ambtenaren BES wordt ‘ten hoogste 40 uur per week’ vervangen door: ten hoogste 39,5 uur per week.
ARTIKEL II
Aan artikel 2 van het Bezoldigingsbesluit ambtenaren BES wordt een lid toegevoegd, luidende:
ARTIKEL III
Het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandraadsleden BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste, tweede en derde lid, wordt ‘van USD’ telkens vervangen door: van ten hoogste USD.
B
In artikel 1, eerste, tweede en derde lid, wordt ‘een schadeloosstelling’ telkens door: een vergoeding voor hun werkzaamheden.
C
In artikel 1, vierde en vijfde lid, wordt ‘de schadeloosstelling’ telkens vervangen door: de vergoeding voor de werkzaamheden.
D
In artikel 1a wordt ‘artikel 1, eerste of tweede lid’ vervangen door: eerste, tweede of derde lid.
E
In artikel 2, vierde lid, wordt ‘de schadeloosstelling’ vervangen door: de bezoldiging.
F
In artikel 5 wordt ‘120, tweede lid, en 121’ vervangen door: 120, vierde lid, 121 en 233, derde lid, onder b.
ARTIKEL IV
In artikel 24 van het Besluit rechtspositie korps politie BES wordt ‘Het Besluit functioneringsgesprekken BES’ vervangen door: Het bepaalde bij of krachtens artikel 15, zesde lid, van
de Wet materieel ambtenarenrecht BES.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt, behoudens artikel III, onderdeel A, in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 oktober 2010. Artikel III, onderdeel A, treedt in werking met ingang
van 10 maart 2011.
ARTIKEL VI
Deze regeling wordt aangehaald als: Tweede aanpassingsregeling BES-besluiten BZK.
TOELICHTING
Algemeen
In de onderhavige regeling worden enkele algemene maatregelen van bestuur van Nederlands-Antilliaanse oorsprong gewijzigd.
Tot algemene maatregel van bestuur omgevormde regelingen van Antilliaanse oorsprong kunnen op grond van artikel 20, tweede
lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij ministeriële regeling algemene maatregelen
van bestuur worden gewijzigd voor zover dit noodzakelijk is voor de toepassing van die regelingen of ter voorkoming van onaanvaardbare
gevolgen. De aanpassingen in artikel I en II, eerste lid, voldoen aan het urgentiecriterium. De overige onderdelen van de
regeling betreffen technische wijzigingen en correctie van kleine fouten die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de desbetreffende
regelingen.
Artikel I (wijziging van het Werktijdenbesluit ambtenaren BES)
De voormalige Nederlands-Antilliaanse Werktijdenregeling Landsambtenaren is bij de transitie beleidsarm overgenomen en omgevormd
tot het Werktijdenbesluit ambtenaren BES.
In dit besluit is de werktijd voor ambtenaren in dienst van de staat bepaald op ten hoogste 40 uur per week. Naderhand bleek
dat landsambtenaren met een voltijdse aanstelling in de praktijk slechts 39,5 uur hoefden te werken. Deze praktijk, die is
ingegaan op 1 mei 1990, was gebaseerd op een besluit van de Raad van Ministers, dat echter nooit in regelgeving is vastgelegd.
Artikel II van het onderhavige besluit strekt ertoe deze praktijk te verankeren in de regelgeving.
Artikel II (wijziging van het Bezoldigingsbesluit ambtenaren BES)
In het Bezoldigingsbesluit ambtenaren BES was (in tegenstelling tot het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984
(BBRA)) niet bepaald op welke wijze de bezoldiging per uur moet worden berekend. In de praktijk is er wel behoefte aan een
formeel vastgesteld uurloon. Op grond van het BBRA bedraagt het salaris per uur 1/156 deel van het salaris. Rekening houdend
met het verschil in werktijden (in Europees Nederland 36 uur per week tegenover 39,5 uur per week op de BES-eilanden) en het
verschil in het aantal officiële feestdagen (op de BES-eilanden 2 meer dan in het Europees deel van Nederland) bedraagt het
uurloon in de openbare lichamen 1/170 deel van de bezoldiging bij een voltijdse dienstbetrekking.
Artikel III (wijziging van Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandraadsleden BES)
De in artikel 1 van het rechtspositiebesluit voor de eilandraadsleden genoemde vergoeding is in onderdeel A vervangen door
een maximumvergoeding. Voor de tot de verkiezingen in maart 2011 zittende eilandraadsleden blijft de vaste vergoeding van
toepassing. Ingevolge artikel V treedt dit onderdeel eerst in werking op 10 maart 2011. Dit is het moment van aftreden, bedoeld
in artikel 233, tweede lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De wijzigingen op grond van de onderdelen B, C en E betreffen aanpassingen van de terminologie aan die in de Wet openbare
lichamen Bonaire. Sint Eustatius en Saba.
Onderdeel D herstelt een fout in artikel 1a. Dat artikel bepaalde dat artikel 1 van overeenkomstige toepassing is op het lid
van de eilandsraad aan wie tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat
de tegemoetkoming in de kosten die dit lid ontvangt op grond van artikel 1, eerste of tweede lid, de helft bedraagt van het
bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is. Abusievelijk was er geen verwijzing opgenomen naar artikel 1, derde
lid, dat de vergoeding voor het eilandsraadslid van Saba regelt. Deze omissie is thans hersteld.
Onderdeel F betreft een correctie van het artikel dat de grondslagen voor het besluit noemt.
Artikel IV (wijziging van het Besluit rechtspositie korps politie BES)
Abusievelijk werd verwezen naar het Besluit functioneringsgesprekken. Het betreft hier de Regeling functioneringsgesprekken
BES. In overeenstemming met artikel 78, derde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt in artikel 24 niet verwezen
naar deze regeling, maar naar de wettelijke grondslag van deze regeling.
Artikel V
Artikel III, onderdeel A, treedt, zoals reeds uiteengezet in de toelichting op dat artikelonderdeel, pas in werking op 10 maart
2011. Op 2 maart 2011 vinden verkiezingen voor de eilandsraden plaats, waarna de nieuwe raadsleden op 10 maart zullen aantreden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.P.H. Donner.