Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
De Nederlandsche Bank | Staatscourant 2011, 772 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
De Nederlandsche Bank | Staatscourant 2011, 772 | Besluiten van algemene strekking |
Beleidsregel inzake de betrouwbaarheidstoetsing van (kandidaat)(mede)beleidsbepalers van verzekeraars
Beleidsregel van De Nederlandsche Bank N.V. (hieronder te noemen: ‘de toezichtautoriteit’) voor het beoordelen van de betrouwbaarheid van personen ingevolge de Wet toezicht verzekeringsbedrijf BES (Wtv BES), hieronder te noemen: ‘de toezichtswet’.
Gelet op de artikelen 17, tweede lid, en 23, zesde lid, van de Wtv BES besluit de toezichtautoriteit als volgt:
1. Onder betrouwbaarheid wordt voor de toepassing van de toezichtswet verstaan het zich onthouden van gedragingen die naar het oordeel van de toezichtautoriteit in de weg staan aan het vervullen van de functie van (mede)beleidsbepaler.
2. Tot de in het eerste lid bedoelde gedragingen behoren in ieder geval gedragingen die blijk geven van het niet hebben van eigenschappen als waarheidslievendheid, verantwoordelijkheidszin, wetsgetrouwheid, openheid, oprechtheid, prudentie, punctualiteit, onkreukbaarheid, discretie en rechtschapenheid.
1. De beoordeling van de betrouwbaarheid geschiedt door op basis van voornemens, handelingen en antecedenten te toetsen of betrokkene blijk geeft of heeft gegeven van zodanige gedragingen dat daardoor naar het oordeel van de toezichtautoriteit diens betrouwbaarheid niet (meer) buiten twijfel staat.
2. De toezichtautoriteit neemt bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval in aanmerking de antecedenten bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Regeling integriteit financiële markten BES. Inzicht in die antecedenten wordt verkregen op de wijze bedoeld in artikel 5 van de Regeling integriteit financiële markten BES.
1. De toezichtautoriteit concludeert dat de betrouwbaarheid niet (meer) buiten twijfel staat indien naar haar oordeel uit de voornemens, handelingen en antecedenten van betrokkene blijkt dat deze één of meer van de in artikel 1 bedoelde gedragingen heeft vertoond.
2. De artikelen 6 en 7 van de Regeling integriteit financiële markten BES zijn van overeenkomstige toepassing.
In het geval dat de toezichtautoriteit heeft geconcludeerd dat de betrouwbaarheid niet (meer) buiten twijfel staat en uit de toezichtswet zelf geen directe consequenties voortvloeien, kan de toezichtautoriteit gebruik maken van de haar ingevolge de toezichtswet toekomende bevoegdheden (bijvoorbeeld het geven van een aanwijzing of het niet verlenen c.q. intrekken van een vergunning).
Deze beleidsregel strekt tot invulling van het begrip betrouwbaarheid in de Wet toezicht verzekeringsbedrijf BES (Wtv BES) en de toetsing van de betrouwbaarheid op grond van die wet. Daarbij is inhoudelijk aangesloten bij de Regeling integriteit financiële markten BES (Rifm BES – Stcrt 2010, nr. 14617) waarin deze materie is geregeld voor de andere financiële toezichtswetten voor Caribisch Nederland. De Wtv BES kent geen grondslag voor een ministeriële regeling ter zake, zodat is gekozen voor uitwerking in een beleidsregel van de toezichtautoriteit. De structuur van de beleidsregel is ontleend aan de (Europees Nederlandse) Beleidsregel inzake de betrouwbaarheidstoetsing van (kandidaat)(mede)beleidsbepalers van en houders van gekwalificeerde deelnemingen in onder toezicht staande instellingen (Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing – Stcrt 2005, nr. 20).
Dit artikel geeft een uitleg van het begrip betrouwbaarheid. De inhoud is ontleend aan het eerste artikel van de Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing.
Het eerste lid van artikel 2 verduidelijkt dat betrouwbaarheid wordt beoordeeld door toetsing aan de hand van voornemens, handelingen en antecedenten van betrokkene. De tekst stemt overeen met artikel 2, eerste lid, van de Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing.
In het tweede lid is voorzien dat bij die beoordeling in elk geval de antecedenten in aanmerking worden genomen die in de Rifm BES zijn aangewezen voor de betrouwbaarheidsbeoordeling ingevolge de overige financiële toezichtswetten voor Caribisch Nederland. Ook voor de wijze waarop inzicht in die antecedenten wordt verkregen is verwezen naar de Rifm BES.
In artikel 3 is een richtsnoer geformuleerd voor de afweging van belangen bij de beoordeling van de betrouwbaarheid. Het eerste lid stemt inhoudelijk overeen met artikel 3, eerste lid, van de Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing. De verwijzing in het tweede lid naar de Rifm BES betreft twee onderwerpen:
– de aanwijzing van misdrijven waarvoor een veroordeling in beginsel met zich brengt dat de betrouwbaarheid van betrokkene niet buiten twijfel staat;
– de regeling dat de toezichtautoriteit bij de beoordeling rekening houdt met het onderlinge verband tussen relevante gedragingen en de omstandigheden van het geval alsmede de belangen die de wet beoogt te beschermen en de overige belangen van de verzekeraar en betrokkene.
De desbetreffende bepalingen in de Rifm BES sluiten op hun beurt aan bij de artikelen van het Besluit prudentiële regels Wft, waarin deze materie voor het Europese deel van Nederland is geregeld.
De mogelijke toezichtmaatregelen in geval van een negatieve beoordeling zijn genoemd in artikel 4. Dit artikel komt inhoudelijk overeen met artikel 4 van de Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing. In de opsomming van de bevoegdheden van de toezichtautoriteit is het weigeren, wijzigen of intrekken van een verklaring van geen bezwaar (vvgb) buiten beschouwing gelaten, nu de regeling van de vvgb in de Wtv BES reeds is uitgewerkt in de Rifm BES.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze beleidsregel.
De Nederlandsche Bank NV,
A.J. Kellermann,
directeur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-772.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.