Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 april 2011, nr. VO/287640, houdende wijziging van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs in verband met het vernieuwen van het examenprogramma economie vwo

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA’S VOORTGEZET ONDERWIJS

De Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

A

Bijlage 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het opschrift komt te luiden: Bijlage 1 behorende bij artikel 1 van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs.

2. Het examenprogramma economie vwo en het examenprogramma economie havo vervallen.

3. Na het examenprogramma geschiedenis havo/vwo wordt een nieuw examenprogramma economie havo/vwo ingevoegd luidende overeenkomstig de bij deze regeling horende bijlage.

B

Het opschrift van bijlage 2 komt te luiden: Bijlage 2 behorende bij artikel 2 van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs.

ARTIKEL II. OVERGANGSBEPALINGEN

1. De wijziging die deze regeling aanbrengt in bijlage 1 van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs, is niet van toepassing op leerlingen die op 1 augustus 2011 zijn toegelaten tot het vijfde of zesde leerjaar vwo.

2. In het schooljaar 2013–2014 wordt voor de eerste maal de gelegenheid geboden tot het afleggen van een centraal examen economie vwo op basis van het examenprogramma zoals beschreven in de bij deze regeling behorende bijlage, en wordt voor de laatste maal de gelegenheid geboden tot het afleggen van een centraal examen economie vwo op basis van het examenprogramma zoals dat luidde vóór inwerkingtreding van deze regeling.

ARTIKEL III

Artikel II van de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 april 2010, nr. VO/OK/2010/187093, houdende wijziging van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs in verband met het vernieuwen van het examenprogramma economie havo (Stcrt. 2010, 6656) vervalt met ingang van 1 augustus 2013.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2011 en vervalt met ingang van 1 augustus 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

BIJLAGE EXAMENPROGRAMMA ECONOMIE HAVO/VWO

Het eindexamen

Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.

Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:

Domein A

Vaardigheden

Domein B

Concept Schaarste

Domein C

Concept Ruil

Domein D

Concept Markt

Domein E

Concept Ruilen over de tijd

Domein F

Concept Samenwerken en onderhandelen

Domein G

Concept Risico en informatie

Domein H

Concept Welvaart en groei

Domein I

Concept Goede tijden, slechte tijden

Domein J

Onderzoek en experiment

Domein K

Keuzeonderwerpen

Het centraal examen:

Het centraal examen heeft betrekking op de domeinen D, E, F, G, H, I, in combinatie met domein A.

Het schoolexamen:

Het schoolexamen heeft betrekking op domein B, C, J en K, in combinatie met domein A en:

  • indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: een of meer domeinen of subdomeinen waarop het centraal examen betrekking heeft;

  • indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen verschillen.

De examenstof

Domein A

Vaardigheden

De kandidaat kan economische concepten herkennen en toepassen in uiteenlopende contexten.

  

Domein B

Concept schaarste

De kandidaat kan in contexten analyseren dat beperkte middelen en ongelimiteerde behoeften dwingen tot het maken van keuzes.

  

Domein C

Concept ruil

De kandidaat kan in contexten analyseren dat het ruilproces de basis vormt voor een optimale inzet van middelen en een optimale benutting van comparatieve voordelen. Voorts kan de kandidaat analyseren dat ruil arbeidsdeling mogelijk maakt en op welke manier geld het ruilproces soepeler laat verlopen.

  

Domein D

Concept markt

De kandidaat kan in contexten analyseren dat keuzes en ruil die plaatsvinden worden gecoördineerd via de markt. Prijsvorming is het coördinatiemechanisme waarmee vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. De manier waarop prijsvorming plaatsvindt is afhankelijk van de marktstructuur (marktvormen) en heeft gevolgen voor toetreding, welvaart en economische politiek.

  

Domein E

Concept ruilen over de tijd

De kandidaat kan, binnen de contexten van gezinshuishoudingen, bedrijfshuishoudingen en overheidshuishoudingen, analyseren dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt, maar ook over de tijd. De prijs die deze intertemporele ruil coördineert is de rente.

  

Domein F

Concept samenwerken en onderhandelen

De kandidaat kan in contexten analyseren dat, wanneer belangen van individuele actoren conflicteren, samenwerken en onderhandelen meer oplevert voor (markt)partijen dan vertrouwen op individuele acties. Centralisatie, waarbij (collectieve) dwang het middel is om acties tot stand te brengen, kan een alternatief coördinatiemechanisme zijn voor keuzes.

  

Domein G

Concept risico en informatie

De kandidaat kan in contexten analyseren dat gezinnen en bedrijven bij het maken van keuzes informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen. Aangezien de informatie vaak een beperkt karakter zal hebben moeten transactiepartijen een inschatting maken van mogelijke gebeurtenissen (risico) en de mate waarin transactiepartners gebeurtenissen beïnvloeden of informatie achterhouden die relevant is voor het tot stand brengen van een transactie (asymmetrische informatie).

  

Domein H

Concept welvaart en groei

De kandidaat kan in contexten analyseren wat op nationaal en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei en van de verdeling van inkomen en welvaart. Keuzes op microniveau werken door op macroniveau in elke economie die gekenmerkt wordt door wederzijds afhankelijke markten.

  

Domein I

Concept goede tijden, slechte tijden

De kandidaat kan in contexten analyseren waarom er sprake is van korte termijn schommelingen in economische activiteiten en welke mogelijkheden en grenzen er zijn voor conjunctuurbeleid. Markten laten zich niet gemakkelijk reguleren mede door toedoen van rigiditeiten.

  

Domein J

Onderzoek en experiment

De kandidaat kan door het deelnemen aan experimenten een conclusie trekken die getuigt van een ‘economische kijk’ op maatschappelijke verschijnselen en van strategisch inzicht. De kandidaat kan analyseren welke grenzen aan de verklaringskracht van theoretische concepten gesteld kunnen worden.

  

Domein K

Keuzeonderwerpen

De kandidaat kan een economisch concept in verschillende contexten vergelijkenderwijs analyseren.

De kandidaat kiest ten minste twee keuzeonderwerpen om deze analyse uit te voeren.

TOELICHTING

In bijlage 1 van de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs zijn de examenprogramma’s economie havo en economie vwo vervangen door één examenprogramma economie havo/vwo.

  • 1. Op basis van de positieve resultaten van de evaluatie van de pilot economie (www.economie.slo.nl), die sinds 2007 wordt uitgevoerd en de evaluaties van het centrale examen vwo 2010 bij de pilot, wordt dit examenprogramma nu ook ingevoerd voor vwo op 1 augustus 2011, te beginnen in 4 vwo. Het eerste examen economie vwo op basis van dit nieuwe examenprogramma vindt plaats aan het eind van schooljaar 2013–2014.

  • 2. De leerlingen die in 2013 zakken voor het examen economie vwo, kunnen in 2014 voor de laatste maal het centraal examen afleggen volgens het oude examenprogramma economie vwo.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven