Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 20 april 2011, nr. Z/VU-3058055, houdende wijziging van de Regeling zorgaanspraken AWBZ in verband met uitbreiding van het vaccinatieprogramma met de vaccinatie tegen hepatitis B en de hielprikscreening met screening op Cystic Fibrosis

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 17, eerste lid, en 18, eerste lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling zorgaanspraken AWBZ wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 5, eerste lid, wordt na ‘Galactosemie’ ingevoerd: Cystic Fibrosis.

B

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, aanhef, en het tweede lid, aanhef, wordt ‘het Nederlandse Vaccin Instituut’ telkens vervangen door: het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

2. In het eerste lid wordt, onder verlettering van de onderdelen a tot en met g tot b tot en met h, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • a. in de leeftijd tot 1 maand het hepatitis B-vaccin indien de moeder van de verzekerde HbsAg-positief is;

3. In het eerste lid, onderdelen b (nieuw), c (nieuw), d (nieuw) en e (nieuw) wordt na ‘type-b-vaccin’, telkens ingevoegd: en hepatitis B-vaccin.

4. Het tweede lid vervalt en het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

5. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘eerste en tweede lid, aan een verzekerde van een andere leeftijd dan daar genoemd’ vervangen door: eerste lid, aan een niet of niet volledig gevaccineerde verzekerde tot de leeftijd van negentien jaar.

C

Artikel 16 komt te luiden:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. In afwijking van artikel 6, eerste lid, wordt het hepatitis B-vaccin voor het eerst toegediend bij verzekerden die op of na 1 augustus 2011 zijn geboren.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. verzekerden met een moeder die HbsAg-positief is;

    • b. verzekerden met een ouder die afkomstig is uit een ander land dan een land, genoemd in bijlage 1;

    • c. verzekerden met het Downsyndroom.

ARTIKEL II

  • 1. Artikel I, onderdeel A, treedt in werking met ingang van 1 mei 2011.

  • 2. Artikel I, onderdelen B en C, treden in werking met ingang van 1 augustus 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

TOELICHTING

1. Algemeen

Met deze regeling is de Regeling zorgaanspraken AWBZ gewijzigd teneinde:

  • a. de op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) geregelde neonatale hielprikscreening per 1 mei 2011 uit te breiden met de screening op Cystic Fibrosis;

  • b. het op grond van de AWBZ geregelde vaccinatieprogramma per 1 augustus 2011 uit te breiden met een algemene vaccinatie tegen hepatitis B;

  • c. expliciet een leeftijdsgrens te vermelden voor de bijzondere gevallen dat van het vaccinatieschema kan worden afgeweken.

Over de uitbreiding van de hielprikscreening heeft de Gezondheidraad op 5 maart 2010 zijn positieve advies ‘Neontale screening op cystic fibrosis’ uitgebracht1.

Op 31 maart 2009 heeft de Gezondheidsraad in zijn advies ‘Algemene vaccinatie tegen hepatitis B herbeoordeeld’ positief geadviseerd over de invoering van een algemene vaccinatie tegen hepatis B bij kinderen2.

De Tweede Kamer der Staten-Generaal is op 26 mei 20103, 22 juli 20104 en op 11 oktober 20105 geïnformeerd over de hiervoor genoemde maatregelen.

2. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Door toevoeging van Cystic Fibrosis aan de aandoeningen die genoemd zijn in artikel 5, eerste lid, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ valt het onderzoek naar het voorkomen van deze ziekte ook onder de ten laste van de AWBZ komende hielprikscreening.

Artikel I, onderdeel B

De in artikel 6, het eerste lid, aanhef, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ omschreven taak met betrekking tot het afleveren van vaccins is met ingang van 1 januari 2011 ondergebracht bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Daarom is de zinsnede over het Nederlands Vaccin Instituut met de onderhavige regeling komen te vervallen.

De algemene vaccinatie tegen hepatitis B bij kinderen houdt in dat kinderen vier keer worden gevaccineerd en wel in de leeftijd van 2–15 maanden, in de leeftijd van 3–16 maanden, in de leeftijd van 4–17 maanden en in de leeftijd van 11-23 maanden. Zij worden hiervoor niet extra geprikt. De vaccinatie tegen hepatitis B wordt namelijk uitgevoerd met een combinatievaccin met componenten van al bestaande vaccinaties in het vaccinatieprogramma.

Het vaccinatieprogramma omvatte al een vaccinatie tegen hepatitis B voor bijzondere groepen. Het ging daarbij om kinderen met een moeder die HbsAg-positief is, kinderen met het syndroom van Down en kinderen met een ouder uit een ander land, dan genoemd in bijlage 1 van de Regeling zorgaanspraken AWBZ. Dit was geregeld in artikel 6, tweede lid, (oud) van de Regeling zorgaanspraken AWBZ. Nu de algemene vaccinatie met deze regeling is ingevoerd, kan de bijzondere regeling komen te vervallen op één uitzondering na. De kinderen met een moeder die HbsAg-positief is, krijgen al een vaccinatie in hun eerste levensmaand. Deze uitzondering is met deze regeling in een nieuw onderdeel a van artikel 6, eerste lid, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ geregeld. De overige vaccinaties voor de bijzondere groepen vallen samen met de algemene vaccinatie die met deze regeling geregeld is in de onderdelen b (nieuw), c (nieuw), d (nieuw) en e (nieuw) van artikel 6, eerste lid, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ.

In verband met het vorenstaande is met deze regeling het tweede lid van artikel 6 van de Regeling zorgaanspraken AWBZ komen te vervallen en is het derde lid vernummerd tot het tweede lid. In laatstgenoemde artikellid is nu voor de duidelijkheid tevens een leeftijdsgrens opgenomen. Ter toelichting hierop het volgende.

Het tweede lid (nieuw) strekt ertoe de toediening van de vaccins op een andere leeftijd dan genoemd in het eerste lid ook onder het vaccinatieprogramma te laten vallen, zodat deze vaccinaties ook dan voor rekening van de AWBZ komen. Deze mogelijkheid kan worden gebruikt als een kind, om welke reden dan ook, geen gebruik heeft gemaakt van de vaccinaties volgens het vaccinatieschema zoals dat in artikel 6, eerste lid, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ is geformuleerd. Op verzoek van het kind of de ouder(s) kan besloten worden om dan alsnog de vaccinatie gegeven. Dit is een gewenste praktijk omdat zo bescherming in Nederland van een zo groot mogelijke groep van ingezetenen wordt bereikt en groepsimmuniteit wordt bereikt. Het gaat daarbij om kinderen tot de leeftijd van negentien jaar, de doelgroep van de jeugdgezondheidszorg.

Artikel I, onderdeel C

De algemene vaccinatie tegen hepatitis B gaat gelden voor kinderen geboren op of na 1 augustus 2011.

Kinderen die vóór 1 augustus 2011 geboren zijn, worden nog gevaccineerd met het combinatievaccin zonder hepatitis B-component. Het nieuwe artikel 16, eerste lid, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ strekt ertoe dit duidelijk te maken.

In het tweede lid van het nieuw artikel 16 is geregeld dat het eerste lid niet geldt voor de uitzonderingen die in voorheen in artikel 6, tweede lid, (oud) geregeld waren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.


X Noot
1

Publicatienummer 2010/01, ISBN 978-90-5549-788-1.

X Noot
2

Publicatienummer 2009/03, ISBN 978-90-5549-750-8.

X Noot
3

Kamerstukken II 2010/11, 29 323, nr. 82.

X Noot
4

Kamerstukken II 2009/10, 22 894, nr. 276

X Noot
5

Kamerstukken II 2010/11, 22 894, nr. 281.

Naar boven