Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 14 april 2011, nr. BJZ2011043262, houdende wijziging van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 1.7 en 4.116 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 6.11b, eerste en tweede lid, van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer wordt ‘1 januari 2011’ vervangen door: 1 oktober 2012.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 april 2011

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze regeling wordt de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer gewijzigd. Het betreft een wijziging van het overgangsrecht voor een beperkte categorie inrichtingen: de schutterijen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

De regeling heeft naar haar aard geen gevolgen voor de administratieve lasten van burgers en bedrijfsleven.

Artikelsgewijs

Artikel I

In artikel 4.111 van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer wordt voorgeschreven dat het traditioneel schieten op zodanige wijze dient plaats te vinden dat alle afgeschoten kogels worden opgevangen in een voorziening (een kogelvanger). Een dergelijke voorziening werd niet voor alle inrichtingen in de voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 4.111 verplichte vergunning voorgeschreven. Voor deze inrichtingen is een overgangsbepaling opgenomen, inhoudende dat artikel 4.111, vierde tot en met zesde lid, niet van toepassing zijn. In plaats daarvan blijven de vergunningvoorschriften van toepassing. Het gaat daarbij om de vergunningvoorschriften die betrekking hebben op het voorkomen dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de belasting van de bodem en de vergunningvoorschriften over de onveilige zone bij het traditioneel schieten. In eerste instantie is gekozen voor een overgangstermijn tot 1 januari 2011. Inmiddels is gebleken dat deze termijn onvoldoende tijd heeft geboden om de in de regeling voorgeschreven maatregelen te treffen. De overgangstermijn wordt daarom verlengd tot 1 oktober 2012.

Artikel II

De regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na publicatie in de Staatscourant. Deze datum is niet een van de vaste verandermomenten. De minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en ingangsdatum wordt ook niet in acht genomen vanwege het hoge publieke nadeel van een vertraagde invoering. De overgangstermijn is formeel reeds verlopen en de doelgroep, bestaande uit de traditionele schutterijen, is derhalve gebaat bij een spoedige inwerkingtreding van de verlengde overgangstermijn.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

Naar boven