Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 april 2011, nr. VGP/VC 306039, houdende vaststelling van het protocol voor het Regulier Overleg Alternatieven voor Dierproeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Maakt bekend:

Artikel 1

In dit protocol wordt verstaan onder:

a. ROAD:

Regulier Overleg Alternatieven voor Dierproeven;

b. het ministerie:

het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

c. NKCA:

Nationaal Kenniscentrum Alternatieven voor Dierproeven.

Artikel 2

  • 1. Aan het ROAD nemen deel vertegenwoordigers van:

    • a. het betrokken bedrijfsleven;

    • b. het maatschappelijke veld;

    • c. het ministerie.

  • 2. Vertegenwoordigers als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, zijn vertegenwoordigers van de in de bijlage genoemde organisaties.

  • 3. Bij vergaderingen van het ROAD kunnen vertegenwoordigers van de onderstaande organisaties als waarnemer aanwezig zijn:

    • a. het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • b. het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • c. het Ministerie van Infrastructuur en Milieu;

    • d. het Ministerie van Defensie.

  • 4. De deelnemers en waarnemers worden tijdens vergaderingen van het ROAD vertegenwoordigd door één persoon die zich desgewenst kan laten bijstaan door één ander persoon.

Artikel 3

  • 1. Het ministerie bevordert in overleg met het ROAD een evenwichtige samenstelling van dat overleg. Het ministerie slaat daarbij acht op representativiteit, evenwichtige vertegenwoordiging van deelnemers en continuïteit in deelname aan het overleg.

  • 2. Organisaties die wensen deel te nemen aan het ROAD kunnen zich aanmelden bij het NKCA.

  • 3. Het ministerie beslist over de aanmelding, gehoord hebbende het ROAD.

Artikel 4

  • 1. De deelnemers aan het ROAD voeren overleg over beleid ten aanzien van alternatieven voor dierproeven in relatie tot relevante maatschappelijke trends en ontwikkelingen.

  • 2. Een beleidsstandpunt van het ministerie dat op een belangrijk punt afwijkt van het standpunt van het betrokken bedrijfsleven en maatschappelijke veld, vertegenwoordigd in het ROAD, wordt gemotiveerd.

Artikel 5

  • 1. Het ROAD wordt bijeengeroepen indien het ministerie dan wel de voorzitter van het ROAD daarom vraagt, met dien verstande dat het ROAD in principe tweemaal per jaar plaatsvindt.

  • 2. De deelnemers aan het ROAD kunnen agendapunten aandragen.

Artikel 6

Het ministerie wijst steeds voor een periode van ten hoogste vijf jaar een onafhankelijk voorzitter aan.

Artikel 7

Het NKCA voert het secretariaat van het ROAD. Dit secretariaat is onder andere verantwoordelijk voor:

  • a. het voorbereiden, uitschrijven en schriftelijk samenvatten van het overleg;

  • b. het zenden van vergaderstukken aan de deelnemers aan het ROAD en aan belanghebbende derden indien zij hier om verzoeken, tenzij het vertrouwelijk karakter zich hiertegen verzet.

Artikel 8

De vergaderingen van het ROAD worden bij voorkeur gehouden in een van de vergaderzalen van het ministerie en zijn niet openbaar toegankelijk.

Artikel 9

De deelnemers aan het ROAD evalueren na twee jaar de gang van zaken van het overleg en daarna iedere vijf jaar.

Artikel 10

Dit protocol treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11

Dit protocol wordt aangehaald als: Protocol voor het Regulier Overleg Alternatieven voor Dierproeven.

Dit protocol zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

BIJLAGE

Organisaties bedoeld in artikel 2, tweede lid

Dierenbescherming

St. Proefdiervrij

Nederlandse Cosmeticavereniging (NCV)

Vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland (Nefarma)

Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI)

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)

Vertegenwoordiger van de vergunninghoudende organisaties

Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF)

Nederlandse Hartstichting

Top Instituut Pharma (TI Pharma)

Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)

Biomedical Primate Research Centre (BPRC)

Three R’s Alternatives Initiating Network (TRAIN)

TOELICHTING

Algemeen

Het is gewenst een regulier overleg te hebben tussen de overheid en het betrokken bedrijfsleven en maatschappelijke veld, waaronder de wetenschap, ten aanzien van het beleid over alternatieven voor dierproeven. Dit protocol legt de werkwijze vast van het Regulier Overleg Alternatieven voor Dierproeven (ROAD). Hiermee wordt een invulling gegeven aan de toezegging van de minister van VWS naar aanleiding van de motie Ormel c.s. (30 168, nr. 9 d.d. 29 oktober 2008), waarin gevraagd wordt om een brede maatschappelijke commissie alternatieven voor dierproeven. De motie is opgevat als een wens van de Kamer om te komen tot grotere betrokkenheid van de sector bij het beleid rond (alternatieven voor) dierproeven. De vorm van een overleg biedt hiervoor bij uitstek een goede vorm en basis. Samen met de overige deelnemers van het ROAD kan de overheid van gedachten wisselen over grotere of kleinere onderwerpen binnen het beleid over (alternatieven voor) dierproeven. Met het ROAD wordt eveneens voorzien in het ‘Maatschappelijk Klankbord’, waarvan sprake is in de kabinetsvisie ‘Alternatieven voor Dierproeven’ van 9 juni 2008 (Kamerstukken II 2007–2008, 30 168 en 27 428, nr. 3). De overleg- en afstemmingsstructuur op het beleidsterrein wordt met het ROAD versterkt.

De naam ROAD is gekozen om duidelijk tot uitdrukking te brengen dat bij het overleg de nadruk primair zal liggen op het bevorderen van alternatieven voor dierproeven. Daarnaast kunnen zich natuurlijk ook situaties voordoen waarin de brede(re) context van het dierproevenbeleid in het algemeen aan de orde komt.

Artikel 2, eerste lid

Het ROAD vormt een brede afspiegeling van relevante maatschappelijke partijen op het terrein van dierproeven en bundelt aldus kennis en expertise op dit gebied. Deelnemers zijn het betrokken bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, waaronder de wetenschap. Criteria bij de samenstelling waren: gezaghebbende en constructieve rol en kennis van zaken. Er is over het algemeen gekozen voor deelname op koepelniveau.

Naast voornoemde maatschappelijke partijen neemt het ministerie deel aan het overleg en vult daarmee de primaire verantwoordelijkheid vanuit de overheid in.

De deelnemers aan het ROAD hebben zitting namens de organisatie die hen heeft afgevaardigd en spreken namens deze organisatie. De deelnemers hebben een gelijkwaardige positie. Beoogd wordt dat er tussen overheid en maatschappelijke partijen een open, constructieve en gelijkwaardige dialoog kan zijn over geagendeerde kwesties.

Artikel 2, tweede lid

Bij bekendmaking van dit protocol bevat de lijst van organisaties genoemd in de bijlage de samenstelling van het ROAD op dat moment. Het gaat dus om de samenstelling van het overleg bij de start van het functioneren van het overleg. Ingevolge art. 3 kan de samenstelling wijzigen. Indien aan de orde, dan wordt dit in de Staatscourant gepubliceerd. Het NKCA kan desgevraagd informatie verstrekken over de meest actuele samenstelling op enig moment.

Artikel 2, derde lid

De in art. 2, lid 3 genoemde ministeries hebben tijdens het ROAD de rol van waarnemer. In deze rol nemen ze kennis van de visie van de deelnemers, genoemd in art. 2, lid 1 en verstrekken zij informatie over het vigerende overheidsbeleid ten aanzien van (alternatieven voor) dierproeven. Waar nodig nemen ze ook deel aan de discussie.

Artikel 3, eerste lid

Met deze bepaling wordt de mogelijkheid en ruimte geboden om op basis van actuele ontwikkelingen tot een wijziging van de samenstelling van het ROAD te kunnen komen. Hiermee worden mogelijk blinde vlekken voorkomen en wordt recht gedaan aan de zorgvuldigheid waarmee een overleg samengesteld wordt.

Indien een nieuwe organisatie kenbaar heeft gemaakt deel te willen nemen aan het ROAD, zal deze wens voor een eerste beoordeling aan het ROAD worden voorgelegd. De vraag is dan of de desbetreffende organisatie ook voldoet aan de gehanteerde criteria en of deelname aan het ROAD een duidelijk toegevoegde waarde heeft. Daarnaast zal het ROAD ook gevraagd worden naar handhaving van de werkbaarheid van het ROAD te kijken. Een te groot aantal deelnemers kan op enig moment de werkbaarheid ten nadele beïnvloeden.

Het ROAD wordt gevraagd haar mening beargumenteerd kenbaar te maken aan het ministerie. Het ministerie beslist in finale zin over de deelname, het ROAD gehoord hebbend.

Artikel 4

Het overleg biedt de basis om in de breedste zin van het woord over (voorgenomen) beleid ten aanzien van (alternatieven voor) dierproeven in relatie tot maatschappelijke trends en ontwikkelingen te spreken. Mogelijke thema’s zijn de invulling van 3 V’s (vervanging, verfijning en vermindering) en de communicatie met de samenleving. Spiegeling van (voorgenomen) beleid aan de ontwikkelingen die zich breed aftekenen in de samenleving wordt met deze bundeling en dialoog op gestructureerde en georganiseerde wijze geborgd.

Relevante nationale en internationale trends, ontwikkelingen en initiatieven kunnen in het overleg aan de orde komen en gedachtenvorming en standpuntbepaling(en) komen tot stand.

Het ministerie heeft, in haar hoedanigheid van eerstverantwoordelijke voor het kabinetsbeleid, in afstemming met danwel in aanwezigheid van de ministeries genoemd in art. 2, lid 3, (mede) de rol om naar aanleiding van hetgeen naar voren is gebracht tijdens het ROAD, het ROAD te informeren over hieraan gerelateerde beleidsstandpunten. De overige deelnemers hebben de rol om vanuit hun specifieke deskundigheid de overheid te informeren over relevante ontwikkelingen en situaties.

De gedachtenwisseling en standpunten van het overleg worden meegenomen in de opstelling van beleidsstandpunten door het ministerie. Een formeel beleidsstandpunt van het ministerie dat fundamenteel afwijkt van de standpunten van de overige deelnemers aan het ROAD wordt door het ministerie in het desbetreffende document gemotiveerd.

Het ROAD komt in ieder geval tweemaal per jaar bijeen. Daarnaast kan dit op ad-hoc basis, wanneer de minister danwel de voorzitter hierom vraagt.

Artikel 7

Het secretariaat van het ROAD wordt gevoerd door het Nationaal Kenniscentrum Alternatieven voor Dierproeven (NKCA). Het NKCA is in 2009 ingesteld (Stcrt. 2009, 11552) en voert tevens het secretariaat van de Interdepartementale Stuurgroep en Werkgroep Alternatieven voor Dierproeven. De rol van het NKCA in het ROAD bewerkstelligt mede dat het NKCA de verbinding met de samenleving vindt, noodzakelijk voor de uitoefening van de eigen functie en taken. In de rol van secretaris voorziet het NKCA ook in algemene kennis over het beleidsterrein of de uitvoering.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven