Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatscourant 2011, 6963 | Onteigeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatscourant 2011, 6963 | Onteigeningen |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op grond van de artikelen 77 en 78 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmings- of inpassingsplan.
Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening
Op grond van deze artikelen verzoeken Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) Ons – door tussenkomst van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) van het departement van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit – op 12 juli 2010 onder kenmerk PZH-2010-164157569 om ten name van de provincie Zuid-Holland over te gaan tot aanwijzing van een aantal onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Pijnacker-Nootdorp.
Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure
Overeenkomstig artikel 78, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 79 van de onteigeningswet bedoelde stukken en gegevens met ingang van 30 september 2010 tot en met 11 november 2010 in de gemeente Pijnacker-Nootdorp, als ook op het toenmalige departement van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ter inzage gelegen. Overeenkomstig de artikelen 3:12 en 3:13 van de Algemene wet bestuursrecht is voorafgaand daaraan van het ontwerp koninklijk besluit en de terinzagelegging op 29 september 2010 door de burgemeester van Pijnacker-Nootdorp openbaar kennis gegeven in de lokaal verschijnende ‘De Telstar’. Onze toenmalige Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft van een en ander openbaar kennis gegeven in de Staatscourant van 29 september 2010, no. 14794.
Verder heeft Onze toenmalige Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer overeenkomstig artikel 3:13 van de Algemene wet bestuursrecht het ontwerp koninklijk besluit voorafgaand aan de terinzagelegging per brief van 24 september 2010 (kenmerk BJZ 2010025933) toegezonden aan belanghebbenden en aan verzoeker, GS. Daarbij zijn de belanghebbenden en de verzoeker op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot het naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen van zienswijzen tegen het ontwerpbesluit.
Overwegingen
Noodzaak en urgentie
De gronden waarop het verzoek van GS betrekking heeft, zijn begrepen in het bestemmingsplan ‘Balij-Bieslandse Bos’ van de gemeente Pijnacker-Nootdorp (verder te noemen: het bestemmingsplan).
Het bestemmingsplan is op 28 juni 2007 vastgesteld door de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en is op 4 maart 2008 goedgekeurd door GS. Het bestemmingsplan is inmiddels onherroepelijk.
Verzoeker wil de ter onteigening voorgedragen gronden in vrije eigendom verkrijgen om het bestemmingsplan tijdig te kunnen (doen) verwezenlijken.
De in het verzoek begrepen gronden zijn in het bestemmingsplan aangewezen voor de bestemming ‘Recreatieve doeleinden Bos- en Natuurgebied’ alsmede de dubbelbestemmingen ‘molenbiotoop’, ‘waterleidingtransport’, ‘waterkeringsdoeleinden/waterstaatsdoeleinden’ en ‘aardgastransportleiding’. GS willen de ter onteigening voorgedragen gronden in vrije eigendom verkrijgen om het bestemmingsplan tijdig te kunnen verwezenlijken.
Het plangebied maakt deel uit van de tussen de kernen van Delft, Nootdorp, Pijnacker en Zoetermeer gelegen groene ruimte. Het gebied wordt in het zuidwesten begrensd door de Noordeindseweg, in het noordwesten door de Tweemolentjesvaart en de Geerweg, in het noordoosten door de spoorlijn Den Haag–Rotterdam en in het zuidoosten door de Vrederustlaan en sportpark ‘De Groene Wijdte’ in Pijnacker-Nootdorp. Uitgangspunt van het plan is het handhaven van de bestaande functies en beperkte mogelijkheden voor verandering en/of vernieuwing. Het plangebied bestaat voor het overgrote deel uit het groen- en recreatiegebied Balij- en Bieslandse Bos. Het recreatiegebied valt uiteen in twee karakteristieke groen- en recreatiegebieden te weten het ‘parkbos’ dat is bedoeld voor intensieve recreatie en ‘moeras/weide’ dat meer gericht is op extensieve recreatie. Het hele recreatiegebied heeft een recreatiebestemming gekregen waarbij onderscheid is gemaakt in bos en natuurgebied voor de extensieve delen ( groen, water en langzaamverkeersroutes) en ‘voorzieningen’ voor de meer intensief gebruikte delen (ijsbaan, Dobbeplas, maneges, kampeerterreinen enz.). Voor het in het gebied aanwezige en geprojecteerde water geldt dat er een bergingsopgave ligt. In het recreatiegebied is de aanleg van watervoorzieningen (sloten, wadi’s, plassen enz.) toegestaan. Het al aanwezige oppervlaktewater heeft in overleg met het hoogheemraadschap de bestemming ‘water’gekregen. De in het plangebied aanwezige burgerwoningen zijn positief bestemd evenals afgesplitste bedrijfswoningen. Het aantal woningen mag niet toenemen.
Het bestemmingsplan is de resultante van een beleidsontwikkeling die door de provincie Zuid-Holland begin jaren negentig is ingezet om doorlopende natuur- en recreatiegebieden aan te leggen in de S-vormige open ruimte tussen de rond Den Haag en Rotterdam gelegen steden. Met het programma Groenblauwe Slinger wil de provincie deze gebieden groen houden en op sommige plekken uitbreiden met natuur en recreatie. De Groenblauwe Slinger is het groene, waterrijke gebied tussen de steden in westelijk Zuid-Holland. Dit gebied is blijvend bestemd als natuur- en recreatiegebied om daarmee het evenwicht tussen stad en open ruimte te bewaren. Op provinciaal niveau is dit beleid planologisch vervat in het Streekplan Zuid-Holland Oost (versies 1995 en 2003). Op Rijksniveau is de gewenste ontwikkeling vastgelegd in de Nota Ruimte en het Structuurschema Groene Ruimte. Het deelgebied Balij- en Bieslandse Bos maakt onderdeel uit van de Groenblauwe Slinger en is gelegen tussen Zoetermeer en Delft. Het gebied is 630 hectare groot. Inmiddels is 460 hectare al ingericht. De realisatie van Balij- en Bieslandse Bos vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de provincie Zuid-Holland. Het beheer van Balij- en Bieslandse Bos zal vanwege de aard en de samenhang van de geplande functies en voorzieningen door één instantie moeten worden uitgevoerd. Na de herinrichting van het gebied zal Staatsbosbeheer het beheer daarvan krijgen.
In de door verzoeker en de gemeente Pijnacker-Nootdorp voorgestane wijze van planuitvoering, wordt inzicht verschaft door het bestemmingsplan met de daarbij behorende voorschriften, toelichtingen en kaarten, alsmede de inrichtingsschets en de zakelijke beschrijving die onderdeel uitmaakt van het verzoek tot onteigening. Deze documenten hebben ter inzage gelegen met het (voor)ontwerp koninklijk besluit.
Met de eigenaren van de in het verzoek om onteigening begrepen gronden heeft de Dienst Landelijk Gebied namens de provincie Zuid-Holland minnelijk overleg gevoerd om hun percelen in eigendom te verwerven. Nu het ten tijde van het verzoek niet aannemelijk was dat het minnelijk overleg op afzienbare termijn zou leiden tot vrijwillige eigendomsoverdracht hebben provinciale staten van Zuid-Holland tot hun verzoek besloten ten einde de tijdige verwezenlijking van het bestemmingsplan te verzekeren.
De start van de werkzaamheden is gepland in 2011 en de voltooiing is voorzien voor eind 2013. Teneinde op zo kort mogelijke termijn de uitvoering van het werk te kunnen verzekeren, hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Ons verzocht een besluit te nemen tot aanwijzing van gronden ter onteigening overeenkomstig de bij hun verzoek overgelegde grondtekening en lijst.
Zienswijzen
Gedurende de termijn van terinzagelegging van het (voor)ontwerp koninklijk besluit zijn bij Ons schriftelijk zienswijzen daartegen naar voren gebracht door:
1) J. Bazuin te Pijnacker, per brief van 1 en 3 november 2010, verder te noemen reclamant onder 1;
2) Stichting Vrienden van de Windlust te Nootdorp, verder te noemen reclamanten onder 2;
3) Mr. J.T.A.M. van Mierlo, namens de heer JH.J.M. Duijndam en de heer A.P.T. Duijndam te Pijnacker, hierna te noemen reclamanten onder 3;
4) Mevrouw I. van der Made en de heer R.M.P. Verbeek te Zoetermeer, hierna te noemen reclamanten onder 4;
5) Ing. J.B.M. Lauwerijssen, namens de erven A.G. van der Sande te Nootdorp, hierna te noemen reclamanten onder 5.
Overeenkomstig artikel 78, vierde lid, van de onteigeningswet zijn de reclamanten in de gelegenheid gesteld zich te doen horen. Van deze gelegenheid hebben de reclamanten gebruik gemaakt.
Overwegingen naar aanleiding van de zienswijzen
Reclamant onder 1 is eigenaar van de percelen kadastraal bekend gemeente Pijnacker, sectie E, nos. 594, 599 en 602, respectievelijk de grondplannummers 70, 71 en 74. Op deze precelen exploiteert reclamant onder 1 een veehouderij en veehandel. In zijn zienswijzen voert reclamant onder 1 aan dat hij nog in onderhandeling is met DLG over mogelijke verkoop. DLG is kennelijk niet op de hoogte van afspraken die reclamant onder 1 in het verleden met de gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft gemaakt. Verder is reclamant onder 1 een plan aan het uitwerken om de op zijn percelen gelegen bestemmingen zelf te kunnen realiseren.
Naar aanleiding van de zienswijzen van reclamant onder 1 die zien op de minnelijke onderhandelingen overwegen Wij in het algemeen, dat artikel 17 van de onteigeningswet bepaalt, dat de onteigenende partij hetgeen onteigend moet worden éérst bij minnelijke overeenkomst in eigendom tracht te verkrijgen. Dit artikel heeft betrekking op de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure. Het minnelijk overleg in de daaraan voorafgaande administratieve fase van de onteigeningsprocedure is echter één van de criteria waaraan door Ons kan worden getoetst bij de beoordeling van de noodzaak tot onteigening. Omdat onteigening als uiterste middel is bedoeld, zijn Wij van oordeel dat pas van dit middel mag worden gebruikgemaakt, als vóór het begin van de onteigeningsprocedure langs minnelijke weg niet of niet in de gewenste vorm tot overeenstemming is te komen. Aan deze voorwaarde is naar Ons oordeel in het kader van onteigeningen ingevolge Titel IV van de onteigeningswet in beginsel voldaan, indien vóór het verzoek aan de Kroon om een onteigeningsbesluit te nemen is begonnen met de onderhandelingen over de minnelijke verwerving en op het moment van het verzoek voldoende aannemelijk is dat die onderhandelingen voorlopig niet tot de eigendomsoverdracht zullen leiden. Er moet sprake zijn van een serieus minnelijk overleg. Doet zich deze situatie voor, dan kunnen Wij tot onteigening besluiten om daarmee een tijdige uitvoering van het bestemmingsplan zeker te stellen.
In het bijzonder overwegen Wij dat Ons uit de overgelegde stukken en uit het onderzoek is gebleken dat reclamant onder 1 vervangende grond wil. De afspraken waarop reclamant onder 1 in zijn zienswijzen doelt betreffen, zo bleek tijdens het horen, het aanbieden van vervangende grond door de gemeente aan reclamant op de voorwaarde dat hij geen bezwaar tegen het bestemmingsplan zou maken. Reclamant onder 1 verwijt de DLG dat deze niet actief meewerkt om vervangende grond aan te bieden. De onderhandelaar van de DLG vermeldt echter dat er 9 hectare vervangende grond is aangeboden aan reclamant onder 1 maar dat deze de grond als kwalitatief onvoldoende heeft afgewezen. Een op 15 januari 2010 door de DLG gedane schriftelijk aanbieding heeft reclamant onder 1 als te laag afgewezen. Uit de overgelegde stukken en uit het onderzoek, met name het in de logboeken vastgelegde overzicht van het minnelijk overleg en de bijbehorende bewijsstukken, is Ons niet gebleken dat door of namens verzoeker niet of in onvoldoende met reclamant onder 1 serieus minnelijk overleg zou zijn gevoerd. Verder blijkt dat de onderhandelingen over de verwerving van het perceel van reclamant onder 1 en het aanbieden van vervangende grond, nog steeds doorgang vinden. Dit overleg dan wel het minnelijk overleg, dat op grond van artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht alsnog tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden.
In het bijzonder merken Wij nog op, dat de onteigeningswet niet verplicht tot het aanbieden van vervangende grond. De wet voorziet uitsluitend in het aanbieden van een financiële schadeloosstelling, de grondslag en de hoogte van de volledige schadeloosstelling staan op voet van artikel 40 van de onteigeningswet uitsluitend ter beoordeling aan de burgerlijke rechter. Alles overziende kan dit onderdeel van de zienswijzen van de reclamant onder 1 Ons geen aanleiding geven om het verzoek tot onteigening niet geheel of gedeeltelijk in te willigen.
Voor wat het beroep van reclamant onder 1 op zelfrealisatie betreft, overwegen Wij in het algemeen dat bij een voorgenomen onteigening moet worden aangetoond dat het doel waarvoor onteigend wordt niet op een andere manier te bereiken is. Van belang hierbij is, dat wanneer een grondeigenaar aangeeft bereid en in staat te zijn om de aan zijn grond gegeven bestemming zelf te realiseren, onteigening in beginsel niet noodzakelijk is. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien de onteigenende partij een andere vorm van planuitvoering wenst dan de grondeigenaar. Onteigening is dan pas gerechtvaardigd indien de onteigenende partij aantoont dat in het publieke belang dringend behoefte bestaat aan de door hem gewenste vorm van planuitvoering. Welke vorm van planuitvoering in het publieke belang is staat in eerste instantie ter beoordeling van het bestuursorgaan dat het bestemmingsplan dan wel, zoals in het onderhavige geval, een daarop gebaseerd inrichtingsplan heeft vastgesteld. Of de grondeigenaar zelf tot planuitvoering in staat is hangt mede af van de door het bestuursorgaan gekozen vorm van planuitvoering. In verband daarmee moet de grondeigenaar zich op de hoogte kunnen stellen van die gewenste vorm. Over het algemeen kan deze worden gevonden in de toelichting op het bestemmingsplan of de bijbehorende voorschriften en/of de beschrijving in hoofdlijnen bij het bestemmingsplan of een inrichtingsplan of -schets. Andere mogelijke uitzonderingen die zelfrealisatie illusoir kunnen maken, zijn dat de grondeigenaar niet over voldoende aaneengesloten grond beschikt om de bestemming zelf op doelmatige wijze te kunnen realiseren of als de te onteigenen grond geen afzonderlijk deel van het te realiseren complex kan vormen. Wanneer er sprake is van een bestemmingsplan dat integraal moet worden uitgevoerd kan de grondeigenaar eveneens geen beroep op zelfrealisatie doen, indien hij daarvoor onvoldoende grond bezit.
In het bijzonder overwegen Wij dat uit de overgelegde stukken en uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat reclamant onder 1 geen verzoek of een plan tot zelfrealisatie bij de verzoeker heeft ingediend. Tijdens het horen heeft reclamant onder 1 Ons ook meegedeeld geen serieuze plannen tot zelfrealisatie te hebben. Onder deze omstandigheden kan reclamant onder 1 zich naar Ons oordeel niet met vrucht beroepen op het zelfrealisatieverweer. Alles overziende kan dit onderdeel van de zienswijzen van de reclamant onder 1 Ons geen aanleiding geven om het verzoek tot onteigening niet geheel of gedeeltelijk in te willigen.
Reclamanten onder 2 zijn eigenaar van de korenmolen ‘De Windlust’. De grond waarop deze molen staat is niet in de onderhavige onteigening betrokken. Reclamanten onder 2 stellen in hun brief geen zienswijze in formele zin te willen indienen maar door middel van de brief aandacht te vragen voor het handhaven van de molenbiotoopregels die in het bestemmingsplan zijn opgenomen.
Ten aanzien van deze zienswijze overwegen Wij dat reclamanten onder 2 geen belanghebbende zijn bij de voorgenomen aanwijzing van gronden ter onteigening nu er geen eigendom van hen in deze onteigening is betrokken. De door reclamanten onder 2 ingediende zienswijze is derhalve niet ontvankelijk. De door hen aangevoerde zienswijzen komen daarom niet voor behandeling in aanmerking.
Van de reclamanten onder 3 is H.J.M. Duijndam eigenaar van de percelen kadastraal bekend gemeente Pijnacker, sectie E, nos. 634 en 635, respectievelijk de grondplannummers 78 en 79. A.P.T. Duijndam is pachter van deze percelen. Daarnaast is hij nog eigenaar van de percelen kadastraal bekend gemeente Pijnacker, sectie E, nos. 633 en 636, respectievelijk de grondplannummers 77 en 80. Op de genoemde percelen oefent A.P.T. Duijndam een biologisch-dynamisch melkveehouderijbedrijf uit. In hun zienswijzen voeren reclamanten onder 3 aan dat de noodzaak tot onteigening ontbreekt aangezien zij de op hun percelen gelegen bestemmingen zelf willen realiseren. Reclamanten onder 3 hebben al eerder in het gebied natuur aangelegd op een van het bedrijf deel uitmakende lange strook grond met de bestemming ‘Recreatieve doeleinden Bos- en Natuurgebied’. Daarbij wordt het concept ‘Boeren voor natuur’ dat door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt gestimuleerd en ondersteund, toegepast. Bovendien krijgen reclamanten onder 3 grond in erfpacht van Staatsbosbeheer. Zij verwijzen daarbij naar een bij hun zienswijzen gevoegde concept-erfpachtovereenkomst en een brief van Staatsbosbeheer 23 januari 2009 waarin dit wordt beschreven. Een deel van de daarin betrokken grond is thans nog in eigendom bij H.P.T Duijndam en is in de onderhavige onteigening betrokken. De grond zal in overleg met Staatsbosbeheer worden ingericht. Staatsbosbeheer is dus kennelijk van mening dat reclamanten onder 3 in staat zijn om de op de gronden gelegen bestemmingen te realiseren. Reclamanten zijn van mening dat het daarom niet noodzakelijk is om te onteigenen met als doel daarmee een goed beheer van die gronden veilig te stellen.
Ten aanzien van de door reclamanten onder 3 aangevoerde zienswijze verwijzen Wij naar hetgeen Wij in het algemeen bij reclamant onder 1 met betrekking tot zelfrealisatie hebben overwogen. In het bijzonder overwegen Wij dat uit het onderzoek en de overgelegde stukken is gebleken dat reclamanten onder 3 weliswaar geen plannen aangaande de zelfrealisatie van de op hun percelen gelegen bestemming bij de DLG of verzoeker hebben ingediend. Maar wel is duidelijk, getuige de in het verleden al door hen op hun gronden aangelegde natuur, dat zij over voldoende kennis en ervaring beschikken om de bestemming ‘Recreatieve doeleinden Bos- en Natuurgebied’ te kunnen aanleggen. Daar komt bij dat reclamanten onder 3 in het verleden een en ander in nauw overleg met Staatsbosbeheer hebben gerealiseerd en dat zij dit ook in de toekomst zullen doen. Staatsbosbeheer is ook degene aan wie de in de in het plangebied gelegen gronden, inclusief de in deze onteigening betrokken gronden, in beheer zullen worden gegeven. Zoals blijkt uit de concept-erfpachtovereenkomst en de brief van Staatsbosbeheer aan reclamanten onder 3 wordt de grond in erfpacht uitgegeven aan reclamanten en is daarin veiliggesteld dat overeenkomstig het inrichtingsplan door reclamanten natuur wordt aangelegd en het beheer wordt uitgevoerd. Dit natuurbeheer wordt vormgegeven volgens het bedrijfssysteem ‘Boeren voor natuur’. Dit systeem wordt thans ook al succesvol toegepast op de in eigendom zijnde respectievelijk gepachte grond van reclamanten onder 3. Nu de toekomstige beheerder van de te onteigenen grond geen bezwaren ziet in de aanleg en het beheer van de in het bestemmingsplan opgenomen natuurwaarden en in nauw contact is met reclamanten hierover en reclamanten onder 3 al over de benodigde kennis en ervaring beschikken wat betreft de aanleg en het beheer van de natuur op hun gronden ontbreekt naar Ons oordeel de noodzaak tot onteigening. Dit geeft Ons aanleiding om in zoverre het verzoek om onteigening gedeeltelijk niet in te willigen.
Reclamanten onder 4 voeren als zienswijzen aan dat zij een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Pijnacker, sectie E, no. 1835, in eigendom van H.J.M. van der Beek, in bruikleen hebben ten behoeve van het weiden van twee paarden. Zij vragen zich af waarom er op de bij hen in gebruik zijnde grond een bos-, natuur- en recreatiegebied voor fietsers en wandelaars moet worden aangelegd nu er al zoveel fiets- en wandelpaden in het gebied aanwezig zijn. Ruiters willen ook genieten van het Bieslandse Bos. Er ligt volgens hen ook al een plan klaar om een sluitend stelsel van ruiterpaden te realiseren. Dit zou aansluiten op het karakter van paardengebied dat het gebied heeft. Wat blijft daar echter van over als elk stukje weiland wordt ingepikt? Kan er voor hen geen stuk weiland behouden blijven, zeker nu een naastgelegen stal wel gedeeltelijk weiland behoudt?
Ten aanzien van deze zienswijzen overwegen Wij dat deze van planologische aard zijn en uitsluitend ter beoordeling kunnen staan in de bestemmingsplanprocedure op voet van de Wet ruimtelijke ordening. Derhalve geven deze zienswijzen Ons geen aanleiding om het verzoek tot onteigening geheel of gedeeltelijk niet in te willigen.
Reclamanten onder 5 hebben per brief van 3 december 2010 zienswijzen ingediend tegen de voorgenomen aanwijzing van gronden ter onteigening. Daarin voeren zij aan dat hun perceel de bestemming agrarisch gebied heeft en dat daarom geen sprake kan zijn van onteigening. Het is nimmer de bedoeling geweest dat in het kader van de realisering van het bestemmingsplan onteigening zou worden ingezet. De provinciale Ecologische Hoofd Structuur zou op basis van vrijwilligheid worden gerealiseerd. Reclamanten onder 5 mochten hierop vertrouwen. Verder zijn reclamanten onder 5 dat hun grond geen bijzondere natuurwaarden heeft en indien dat wel zo mocht zijn dan zou de grond ook die bestemming moeten hebben en niet de bestemming ‘Recreatieve doeleinden Bos- en Natuurgebied’.
Reclamanten onder 5 zijn eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente Nootdorp, sectie c, no. 2752 met grondplannummer 56. De brief waarmee zij hun zienswijzen hebben ingediend bij de DLG is gedagtekend 3 december 2010. Deze brief is aan Ons doorgezonden. In de op 23 september 2010 aan reclamanten onder 5 gezonden bekendmaking, van het verzoek van GS om een onteigeningsbesluit te nemen, is vermeld dat gedurende de periode van terinzagelegging van het ontwerpbesluit, van 30 september tot en met 11 november 2010, zienswijzen kunnen worden ingediend. Reclamanten onder 5 waren derhalve bekend met het begin en einde van de zienswijzentermijn. Nu de zienswijzen eerst op 3 december 2010 zijn ingediend zijn deze buiten de gestelde termijn ontvangen en daarmee niet ontvankelijk. Deze zullen hier dan ook buiten behandeling worden gelaten. Zo nodig zal de inhoud van deze zienswijzen in het kader van de ambtshalve beoordeling van het verzoek om onteigening aan de orde komen.
Overige overwegingen
Per e-mail van 16 december 2010 heeft de DLG Ons namens GS laten weten dat wegens minnelijke overeenstemming niet langer prijs wordt gesteld op voortzetting van de onteigeningsprocedure met betrekking tot de percelen kadastraal bekend gemeente Nootdorp, sectie B, nos. 637, 732, 733, 853, 854, 858, 1014, 1026 en 1127, respectievelijk de grondplannummers 7, 11, 12, 21, 22, 23, 24, 25 en 28 evenals de percelen kadastraal bekend gemeente Nootdorp, sectie C, nos. 1069, 2236, 2334, 2960, 3059 en 5230 respectievelijk de grondplannummers 32, 54, 55, 57, 58 en 62 en het perceel kadastraal bekend gemeente Pijnacker, sectie E, no. 1905 met grondplannummer 87.
Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt dat de in het verzoek tot onteigening begrepen onroerende zaken die op de bij dit besluit behorende lijst zijn aangewezen ter onteigening, bij de uitvoering van het bestemmingsplan bezwaarlijk kunnen worden gemist. Met de werkzaamheden ter plaatse van de ter onteigening aan te wijzen gronden, zal zo spoedig mogelijk na de verwerving daarvan worden begonnen.
Ons is overigens niet gebleken van feiten en omstandigheden die aan de toewijzing van het verzoek in de weg kunnen staan.
Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling worden geacht, dat de provincie Zuid-Holland de eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken verkrijgt.
Wij kunnen daarom, met inachtneming van het hierboven gestelde, het verzoek tot het nemen van een besluit krachtens artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet, gedeeltelijk inwilligen.
Beslissing
Met inachtneming van de onteigeningswet,
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 25 januari 2011, no. BJZ 2011036527, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken.
Gelezen het besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 30 juni 2010, nummer 6198.
Gelezen de brief van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 12 juli 2010 onder kenmerk PZH-2010-164157569.
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 maart 2011 no. W14.11.0020/IV).
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 6 april 2011 no. BJZ 2011042374, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken.
Hebben Wij goedgevonden en verstaan:
Ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan ‘Balij- Bieslandse Bos’ van de gemeente Pijnacker-Nootdorp ten name van de provincie Zuid-Holland ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken, zoals aangegeven op de grondtekening die ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp en bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu ter inzage heeft gelegen en voor zover vermeld op de bij dit besluit behorende lijst. Dit evenwel met uitzondering van de percelen kadastraal bekend gemeente Nootdorp, sectie B, nos. 637, 732, 733, 853, 854, 858, 1014, 1026 en 1127, respectievelijk de grondplannummers 7, 11, 12, 21, 22, 23, 24, 25 en 28 alsmede de percelen kadastraal bekend gemeente Nootdorp, sectie C, nos. 1069, 2236, 2334, 2960, 3059 en 5230 respectievelijk de grondplannummers 32, 54, 55, 57, 58 en 62 en de percelen kadastraal bekend gemeente Pijnacker, sectie E, nos. 633, 634, 635, 636 en 1905 respectievelijk de grondplannummers 77, 78, 79, 80 en 87, zoals vermeld op de bij dit besluit behorende lijst.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.
’s-Gravenhage, 11 april 2011
Beatrix
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.
~ = gedeeltelijk perceel
Grondplannummer | Te onteigenen | Omschrijving | Kadastrale gemeente | Sectie | Perceel | Grootte | Ten name van | Beperkte rechten | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ha | a | ca | ha | a | ca | |||||||
1 | 01 | 09 | 80 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 611 | 01 | 09 | 80 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
2 | 01 | 07 | 60 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 612 | 01 | 07 | 60 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
3 | 01 | 27 | 60 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 615 | 01 | 27 | 60 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
4 | 01 | 16 | 80 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 621 | 01 | 16 | 80 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
5 | 01 | 21 | 50 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 622 | 01 | 21 | 50 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
6 | 01 | 47 | 80 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 627 | 01 | 47 | 80 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA. |
8 ~ | 01 | 86 | 33 | Bouwwerken - Waterwerken Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 729 | 01 | 90 | 80 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
9 | 00 | 63 | 62 | Bouwwerken - Waterwerken Bouwwerken - Waterwerken | Nootdorp | B | 730 | 00 | 63 | 62 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
10 | 01 | 04 | 48 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 731 | 01 | 04 | 48 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA. |
13 | 00 | 98 | 00 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 815 | 00 | 98 | 00 | 1/1 Eigendom: Post, Pieter Arie Dirk te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B van de Belemmeringenwet Privaatrecht ten gunste van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland te Voorburg, Stationsplein 4, 2275 AZ; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
14 | 00 | 49 | 90 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 816 | 00 | 49 | 90 | 1/1 Eigendom: Post, Pieter Arie Dirk te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B van de Belemmeringenwet Privaatrecht ten gunste van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland te Voorburg, Stationsplein 4, 2275 AZ; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
15 | 00 | 99 | 00 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 817 | 00 | 99 | 00 | 1/1 Eigendom: Post, Pieter Arie Dirk te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B van de Belemmeringenwet Privaatrecht ten gunste van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland te Voorburg, Stationsplein 4, 2275 AZ; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
16 | 00 | 62 | 90 | Terrein (akkerbouw) | Nootdorp | B | 821 | 00 | 62 | 90 | 1/1 Eigendom: van der Helm, Adrianus Johannes Maria te 'S-Gravenhage | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B van de Belemmeringenwet Privaatrecht ten gunste van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland te Voorburg, Stationsplein 4, 2275 AZ; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
17 | 00 | 83 | 50 | Terrein (akkerbouw) | Nootdorp | B | 822 | 00 | 83 | 50 | 1/1 Eigendom: van der Helm, Adrianus Johannes Maria te 'S-Gravenhage | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B van de Belemmeringenwet Privaatrecht ten gunste van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland te Voorburg, Stationsplein 4, 2275 AZ; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
18 | 00 | 80 | 75 | Terrein (akkerbouw) | Nootdorp | B | 824 | 00 | 80 | 75 | 1/1 Eigendom: Gouweleeuw, Bernardus Lambertus te Delft | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland te Voorburg, Stationsplein 4, 2275 AZ. |
19 | 01 | 17 | 05 | Terrein (akkerbouw) | Nootdorp | B | 825 | 01 | 17 | 05 | 1/1 Eigendom: Gouweleeuw, Bernardus Lambertus te Delft | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland te Voorburg, Stationsplein 4, 2275 AZ. |
20 | 00 | 51 | 30 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 832 | 00 | 51 | 30 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA. |
26 | 00 | 66 | 95 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 1027 | 00 | 66 | 95 | 1/1 Eigendom: Post, Pieter Arie Dirk te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemm. Privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Nederlandse Gasunie te Groningen, Postbus 19, 9700 MA. |
27 | 00 | 44 | 83 | Terrein (grasland) | Nootdorp | B | 1126 | 00 | 44 | 83 | 1/1 Eigendom: Post, Pieter Arie Dirk te Nootdorp | |
30 | 01 | 15 | 00 | Bouwwerken - Waterwerken Bouwwerken - Waterwerken | Nootdorp | C | 1040 | 01 | 15 | 00 | 1/1 Eigendom: Tetteroo, Wilhelmus Theodorus te Nootdorp | |
33 | 01 | 17 | 90 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1079 | 01 | 17 | 90 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
35 | 01 | 45 | 20 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1089 | 01 | 45 | 20 | 1/1 Eigendom: van der Helm, Adrianus Johannes Maria te 'S-Gravenhage | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
36 | 01 | 34 | 40 | Bedrijvigheid (industrie) Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1094 | 01 | 34 | 40 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
37 | 00 | 90 | 20 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1095 | 00 | 90 | 20 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
38 | 00 | 63 | 50 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1096 | 00 | 63 | 50 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | |
39 ~ | 00 | 03 | 53 | Water | Nootdorp | C | 1097 | 00 | 04 | 50 | 1/1 Eigendom: van der Helm, Jacobus Johannes te Nootdorp | |
41 | 00 | 96 | 50 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1098 | 00 | 96 | 50 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | |
42 | 00 | 16 | 80 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1103 | 00 | 16 | 80 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | |
43 | 01 | 32 | 06 | Weiland | Nootdorp | C | 1299 | 01 | 32 | 06 | 1/1 Eigendom: Hooijmans, Johannes Gerardus Engelbertus te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
44 | 00 | 99 | 48 | Weiland | Nootdorp | C | 1300 | 00 | 99 | 48 | 1/1 Eigendom: Hooijmans, Johannes Gerardus Engelbertus te Nootdorp | |
45 | 00 | 57 | 34 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1301 | 00 | 57 | 34 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
46 | 01 | 08 | 58 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1302 | 01 | 08 | 58 | 1/1 Eigendom: Mijs, Antonia Anna te Apeldoorn | |
47 ~ | 00 | 75 | 30 | Bouwwerken - Waterwerken Bouwwerken - Waterwerken | Nootdorp | C | 1475 | 00 | 80 | 70 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
48 | 01 | 03 | 10 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1476 | 01 | 03 | 10 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
49 ~ | 00 | 15 | 27 | Wonen Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1537 | 00 | 43 | 80 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm.wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van Gemeente Pijnacker-Nootdorp te Pijnacker, Postbus 1, 2640 AA. |
50 | 00 | 96 | 10 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1606 | 00 | 96 | 10 | 1/1 Eigendom: Olsthoorn, Adrianus Job Wilhelmus Maria te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
53 | 01 | 37 | 05 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 1609 | 01 | 37 | 05 | 1/1 Eigendom: van der Helm, Adrianus Johannes Maria te 'S-Gravenhage | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
56 ~ | 01 | 87 | 00 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 2752 | 02 | 21 | 35 | 1/1 Eigendom: van de Sande, Arnoldus Gerardus te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm. wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP; * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemm.wet privaatr op ged. van perceel, ten gunste van Gemeente Pijnacker-Nootdorp te Pijnacker, Postbus 1, 2640 AA. |
59 | 00 | 34 | 80 | Terrein (grasland) | Nootdorp | C | 3177 | 00 | 34 | 80 | 1/4 Eigendom: Gastelaars, Tom te Nootdorp; 1/4 Eigendom: Hoekstra, Hendrikje te Nootdorp; 1/4 Eigendom: Willems, Petrus Albertus Gerardus Maria te Nootdorp; 1/4 Eigendom: Verdonk, Maria Cornelia Frederika te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemmeringenwet privaatrecht, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP. |
63 ~ | 00 | 90 | 79 | Wonen Terrein (teelt - kweek) | Nootdorp | C | 5231 | 01 | 20 | 30 | 1/1 Eigendom: Hooijmans, Johannes Gerardus Engelbertus te Nootdorp | * Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, van de belemmeringenwet privaatrecht, ten gunste van N.V. Stedin Netten Delfland te Rotterdam, Wilhelminakade 955, 3072 AP; * Opstalrecht nutsvoorzieningen op gedeelte van perceel, ten gunste van Gemeente Pijnacker-Nootdorp te Pijnacker, Postbus 1, 2640 AA. |
68 | 00 | 55 | 00 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 581 | 00 | 55 | 00 | 1/2 Eigendom: van der Burg, Wilhelmina Maria Barbara te Delfgauw; 1/2 Eigendom: Duijndam, Adrianus Petrus Theodorus te Delfgauw | |
69 | 01 | 12 | 20 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 593 | 01 | 12 | 20 | 1/1 Eigendom: van der Maarel, Cornelis Gijsbertus Leonardus te Delft | |
70 | 00 | 91 | 10 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 594 | 00 | 91 | 10 | 1/1 Eigendom: Bazuin, Jacob te Pijnacker | |
71 | 00 | 93 | 50 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 599 | 00 | 93 | 50 | 1/1 Eigendom: Bazuin, Jacob te Pijnacker | |
72 | 01 | 29 | 50 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 600 | 01 | 29 | 50 | 1/1 Eigendom: van der Maarel, Cornelis Gijsbertus Leonardus te Delft | |
73 | 01 | 45 | 70 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 601 | 01 | 45 | 70 | 1/1 Eigendom: van der Maarel, Cornelis Gijsbertus Leonardus te Delft | |
74 | 00 | 92 | 70 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 602 | 00 | 92 | 70 | 1/1 Eigendom: Bazuin, Jacob te Pijnacker | |
75 | 01 | 56 | 40 | Terrein (akkerbouw) | Pijnacker | E | 631 | 01 | 56 | 40 | 1/1 Eigendom: Bureau Beheer Landbouwgronden te Utrecht | * Erfpacht met einddatum 31-12-2024, ten gunste van de heer Duijndam, Adrianus Petrus Theodorus te Delfgauw, Bieslandseweg 1, 2645 BM. |
76 | 01 | 51 | 30 | Terrein (akkerbouw) | Pijnacker | E | 632 | 01 | 51 | 30 | 1/1 Eigendom: Bureau Beheer Landbouwgronden te Utrecht | * Erfpacht met einddatum 31-12-2024, ten gunste van de heer Duijndam, Adrianus Petrus Theodorus te Delfgauw, Bieslandseweg 1, 2645 BM. |
81 | 01 | 19 | 00 | Terrein (akkerbouw) | Pijnacker | E | 637 | 01 | 19 | 00 | 1/1 Eigendom: Bureau Beheer Landbouwgronden te Utrecht | * Erfpacht met einddatum 31-12-2024, ten gunste van de heer Duijndam, Adrianus Petrus Theodorus te Delfgauw, Bieslandseweg 1, 2645 BM. |
82 | 00 | 47 | 80 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 638 | 00 | 47 | 80 | 1/1 Eigendom: Bureau Beheer Landbouwgronden te Utrecht | * Erfpacht met einddatum 31-12-2024, ten gunste van de heer Duijndam, Adrianus Petrus Theodorus te Delfgauw, Bieslandseweg 1, 2645 BM. |
83 | 01 | 00 | 50 | Terrein (akkerbouw) | Pijnacker | E | 639 | 01 | 00 | 50 | 1/1 Eigendom: Bureau Beheer Landbouwgronden te Utrecht | * Erfpacht met einddatum 31-12-2024, ten gunste van de heer Duijndam, Adrianus Petrus Theodorus te Delfgauw, Bieslandseweg 1, 2645 BM. |
86 | 01 | 98 | 50 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 1835 | 01 | 98 | 50 | 1/1 Eigendom: van der Beek, Herbertus Johannes Marie te Delfgauw | |
88 ~ | 00 | 56 | 90 | Terrein (grasland) | Pijnacker | E | 1908 | 03 | 41 | 20 | 1/1 Eigendom: van der Burg, Wilhelmina Maria Barbara te Delfgauw | |
90 ~ | 00 | 40 | 23 | Terrein (grasland) | Pijnacker | F | 589 | 01 | 22 | 30 | 1/1 Eigendom: Gemeente Pijnacker-Nootdorp te Pijnacker | |
92 | 00 | 01 | 80 | Water | Pijnacker | F | 604 | 00 | 01 | 80 | 1/1 Eigendom: Gemeente Pijnacker-Nootdorp te Pijnacker | |
93 ~ | 01 | 32 | 95 | Terrein (grasland) | Pijnacker | F | 1454 | 03 | 01 | 05 | 1/1 Eigendom: Gemeente Pijnacker-Nootdorp te Pijnacker |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-6963.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.