Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 9 april 2011, nr. DJZ/BR/0305-011, houdende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Egypte (Sanctieregeling Egypte 2011) en tot wijziging van de Sanctieregeling Tunesië 2011

De Minister van Buitenlandse Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op Verordening 101/2011 van de Raad van de Europese Unie van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië (Pb 2011, L31);

Gelet op Verordening 270/2011 van de Raad van de Europese Unie van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Egypte (Pb 2011, L76);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2 en 9 van Verordening 270/2011 van de Raad van de Europese Unie van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Egypte (Pb 2011, L76).

  • 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 2, eerste lid, van Verordening 270/2011, geldt niet in gevallen waarin artikel 4, eerste lid, 5, eerste lid, 6, eerste lid, of 7 van Verordening 270/2011 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, artikel 6, tweede lid, 7 en 9, eerste lid, van Verordening 270/2011 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van bevroren tegoeden.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, en 7 van Verordening 270/2011 is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen.

Artikel 3

In de Sanctieregeling Tunesië 2011 komt artikel 2 te luiden:

Artikel 2

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, artikel 6, tweede lid, 7 en 9, eerste lid, van Verordening 101/2011 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van bevroren tegoeden.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, en 7 van Verordening 101/2011 is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Egypte 2011.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.

TOELICHTING

De recente gebeurtenissen in Egypte vormden voor de Raad van de Europese Unie aanleiding om de tegoeden van een aantal sleutelfiguren van het – voormalige – bewind in dat land te bevriezen. De onderhavige regeling strekt tot implementatie van de met het oog op de bevriezingsmaatregelen vastgestelde Verordening 270/2011.

In een bijlage bij de verordening zijn de personalia vermeld van personen op wie de sancties van toepassing zijn.

Van de bevriezingsmaatregel kan bij de Minister van Financiën of, voor zover het betreft economische middelen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ontheffing worden gevraagd teneinde te voorzien in de primaire levensbehoeften of voor het doen van buitengewone uitgaven. Voorts voorziet artikel 7 van de verordening in de mogelijkheid om bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven voor uitgaven die verband houden met verplichtingen die betrokkene is aangegaan voordat de bevriezingsmaatregel op diens tegoeden van toepassing werd.

De wijziging van artikel 2 van de Sanctieregeling Tunesië 2011 betreft het herstel van een omissie.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.

Naar boven